Afgelopen weekeinde kon ik mijn gevoel om opgehokt te zijn, even loslaten op het strand achter de Kennemerduinen. Wat een feest. Ik had natuurlijk in Ierland willen en moeten zijn, deze zomer. Overzomeren, waar zoveel anderen gewend zijn om te overwinteren aan de Spaanse costa’s of in La douce France.
Even er uit. Nou, dat heb ik geweten. Opstoppingen van mensen en allerhande rijtuigen in en rond Haarlem en in de rij naar de betaalde parkeerplaats achter die duinen. Een afspraak in Parnassia, een strandtent waar je zelfs in coronatijd nog te laat komt omdat het verkeer en de mensenmassa’s overweldigend zijn. Maar goed, ik was er. Als je dan na je reis, die gerust een expeditie mag worden genoemd, een kopje koffie en een flesje mineraalwater wilt nuttigen, tijd om bij te komen, dan kun je het terras slechts op na afgifte van je mobiele nummer, je naam en een gesproken gezondheidsverklaring. Tutututut. En natuurlijk je handen ontsmetten. Gedoe of er wel een tafeltje is, houd die anderhalve meter afstand en blijf vooral vriendelijk tegen alles en iedereen. Want het is niet anders. Eigen bestwil, en natuurlijk de gezondheid van de medemens. Toch?
Dat tafeltje kwam er. Vol in de wind, maar dat is gezond. Dan moet je natuurlijk ook even een plas plegen. Geheel in de sfeer van die zich aldus ontwikkelende zondag, kun je vervolgens je handen niet wassen. Er zijn vier of vijf wastafels; voor dames en heren, vooruit. Met eveneens vier of vijf zeepdispensers. Maar die zijn allemaal leeg. Geen druppel zeep meer. Iedereen, want ik hoef toch niet meer uit te leggen hoe druk het overal was?, staat daar dus aan te trekken met zijn of haar vieze handen, rechtstreeks afkomstig van de poepdoos. Contaminatie ligt niet op de loer, maar is een keihard gegeven. Oh ja, iets om je handen verantwoord aan af te drogen, was er ook niet. Zelfs niet iets om je handen onverantwoord aan af te drogen, dus een of andere vieze handdoek. Niks, nada.
Ik heb dat onderweg naar mijn winderige tafeltje natuurlijk netjes even gemeld, en ze zouden er wat aan doen. Natuurlijk. In principe geloof ik dat ze dat ook wel willen (‘de meeste mensen deugen’), maar een paar uur later was er na terugkomst van mijn wandeling nog altijd geen zeep. Ik had trouwens niet de indruk dat er meer gasten waren die zich zorgen maakten over dit gebrek. Natuurlijk niet. Ze staan wel keurig op elkaar in de rij bij de ingang, hebben er geen enkel probleem mee om een stuk van hun privacy in te leveren, ze wachten als makke schapen (wat ze ook zijn) en hebben het beste voor. Met elkaar en voor elkaar. De politieke correctheid ook in dit soort situaties ten top. Geen commentaar alstublieft. Netjes blijven. Huh, netjes blijven? En die toiletten dan?
TOPPIE JOPPIE
Maar dat was nog lang niet alles. Het was inderdaad een leuke zondag. Toppie joppie. Zo gezellig, met alles en iedereen. Lekker druk. Leuk. Mensen. Dan krijg je vanzelf wel trek, na een wandeling door het rulle zand. Alles is toch dicht, zo werd mij verteld. Maar ik geloof het niet. Heb je anders een afspraak? Eh, geloof ook van niet. Dan maar weer naar die strandtent, want je hebt het niet alleen voor het kiezen. Een menukaart die scherp overpriced is. Met als altijd (dus) the usual suspects. Geen creativiteit, geen smaken verschillen. Tja, een strandtent, wat wil je. Nou, gewoon, iets anders. Iets smaakvollers, iets beters. En zeep plus een schone handdoek. Want ik zag die kinderen van de bediening in hun dagelijkse schoolkleren ook af en aan rond die toiletten lopen. Maar dus niet om zeep bij te vullen. Of papieren handdoekjes.
Aardige jongens en meisjes, dat zeker. Vriendelijk ook. Maar niks geleerd op horecagebied. Nul kennis. Dus je krijgt je volstrekt fantasieloze gerecht geserveerd, veel te dicht op de persoon en zelfs met een duim in de frietjes, die trouwens best lekker waren. Eerlijk is eerlijk.
Koffie toe, met een onverpakt koekje op het schoteltje, en naar huis, alsjeblieft. In dit geval Valkenswaard. Wel eerst een tientje parkeerkosten aftikken, anders kom je nog niet weg ook.
Ik vond het een waanzinnig uitje. Waan-zinnig, vanwege alle goedbedoelde regels die niet consequent worden toegepast. Natuurlijk niet. Vanwege het totale gebrek aan hygiëne, nota bene van toilet tot en met keuken en bediening. Vanwege die anderhalve meter, waarvan – zo werd continu gedemonstreerd – niemand weet hoeveel dat is. Vanwege al die keurige en 100% witte mensen, Haarlem en omstreken, die geen flauw benul hebben, geen enkel kritisch vermogen. Ze geven wel hun naam en telefoonnummer af, doodgewoon. En vinden het ook geen enkel probleem als ze hun handen niet kunnen wassen. Ook niet als je van de wc afkomt. Doodgewoon.
De eerste ferry naar Ierland is van mij. Rust, ruimte en geen strandtenten. Dus ook geen mensen. En dus ook geen viezigheid en andere politieke correctheid. Hoe lang nog?
Onderstaande illustratie is een eigengemaakte foto van een schilderij van Neo Rauch, “Gewitterfront”, dat ik heb gezien in Museum De Fundatie in Zwolle en waarover ik hier twee jaar geleden het stukje HERKENNING heb geschreven. Ondanks alles. In de bijbehorende catalogus heeft Ralph Keuning het volgende opgeschreven:
Gewitterfront als symbool voor onze instabiele situatie, onze geldingsdrang, de onvermijdelijke nederlaag, schuld en boete en de daarmee verbonden bijna hopeloze ambitie om het veel beter te doen dan degenen die ons voorgingen. Met de deprimerende wetenschap dat de geschiedenis zich circulair ontwikkelt en wij tot in het oneindige de oude fouten zullen herhalen. Een schilderij dat ons bijna aanzet tot het aanmoedigen van de tamboer: sta op, roer je trom en voer ons aan naar een zonnige toekomst. ….waarbij je meteen de twijfel bekruipt of het zal helpen”.
Een reset van de samenleving; daarop had ik gehoopt en met mij vrienden en kennissen waarmee ik mijn gedachten deel. Het tafereel op Parnassia, hoe nietig dan ook, geeft weinig hoop. De klap bleek een tik en de schade een dip voor ons macro-denkende bestuur. En het volk zoekt angstig zijn weg naar wat kort geleden nog houvast bood. Bottom-up zal de samenleving het tij niet keren; van nieuw leiderschap zal het moeten komen. De man met de trommel zal vast de waarheid aan zijn zijde hebben, maar het is de moeite waard om een poging te wagen.
LikeLike
Fantastisch.
LikeLike