Eigenlijk is het vreselijk. Ik schrijf op de vrijdagavond laat een blog over het wangedrag van sollicitanten: “DE SURREALISTISCHE VRIJDAG”. Op de zondagmiddag, nu dus, haal ik daarna weer de email binnen en pats: twee keer keiharde en zeer negatieve kritiek, of zeg maar gerust “vuilspuiterij”. Right at your fingertips. Maar zo smerig dat je dan wel je handschoenen moet aandoen.
Weet u nog, de Franssprekende Financial. Een dame die wel Frans spreekt, maar het verschil niet weet tussen debiteuren en leveranciers. Voor de rest helemaal niet erg, maar het blijkt dat ze mijn bericht helemaal niet goed heeft gelezen, laat staan heeft begrepen. En er was geen woord Frans bij :-). Ze ziet alleen maar ergens het woordje “af” staan en flipt. Ik kan het niet anders zeggen.
En ze staat niet alleen.
Bijvoorbeeld de Sales Manager Valves. Een knaap die vorig jaar nog in opleiding was om een vestiging van een supermarkt te gaan runnen, twee jaar op de arbeidsmarkt, nog nooit iets met “valves” gedaan. HBO’er. Maar zijn reactie op de afwijzing vrijdag jl. is dermate onder de gordel, dat wanneer dit de gewoonte wordt – zeg maar als blijkt dat “solliciterend Nederland” inmiddels zo acteert en dat je met een afwijzing ook nog eens zoveel agressie oproept – , ik ga stoppen met dit werk.
Emotioneel? Valt wel mee, eerder pragmatisch. Met toekenning van veel waarde aan de “funfactor”.
Inmiddels ben ik per vandaag een discussie gestart over dit onderwerp: “Wangedrag van sollicitanten” binnen de groep ‘Intermediair’ op LinkedIn. Ik ben zeer benieuwd naar uw mening hoe om te gaan met agressieve kandidaten die je mailbox vol schieten met bagger. Doe mee, hier of binnen LinkedIn. Ik hecht aan de mening van weldenkende mensen. En dan maakt het niet uit aan welke kant van de tafel u zit, kandidaat of personeelsmanager/ondernemer.
PS: Ter voorkoming van misverstanden, ik ontvang ook zoveel correcte sollicitaties van prima kandidaten, open en gericht. Die zullen niet lijden onder de kwaden, en: het is niet uitsluitend kommer & kwel. Maar dat het onterechte geschreeuw van, laten we zeggen ‘de gemiddelde sollicitant’ bijna niet meer van de lucht is, staat buiten kijf. En daar heb ik dus grote moeite mee.
