Halve finales van het Eurovisiesongfestival. Huh, waarom dat hier? Ik vind dat doorgaans immers een vreselijk gebeuren. De liedjes zijn vals en niet te hebben, meer geschreeuw dan wat anders en hoe gekker hoe beter, cq leuker. Toch? Gebrek aan goede smaak en stijl ‘all over the place’. En al dat gezwaai, die kushandjes en nog zoveel meer van dat stomme gedoe waarmee ik, als ik niet oppas, nu al >50 jaar word geconfronteerd. Ook hier verandert er dus niets.
Maar Ierland, Ierland heeft een bijzondere act in de strijd. Waterline, houd u dat liedje en vooral die tweeling die zo goed performt maar in de gaten. Nog sterker, misschien ga ik zaterdag wel weer eens kijken, voor het eerst in langer dan tien jaar of zo. Engelbert Humperdinck, een stel Russische baboesjka’s en dus die Ierse tweeling onder de naam “Jedward”.
Het land hier (Ierland dus) is zeer betrokken bij dat songfestival. Een mooie gelegenheid om weer eens iets leuks te laten zien en horen. Kans op succes. Even geen bezuinigingen en één van de lelijkste eendjes in Europa dat zijn hand moet ophouden in Brussel, maar misschien winnen “we” wel! Zijn “we” de beste! Als dat eens waar zou zijn. Nationalistische gevoelens, daar gaat zo’n songfestival natuurlijk over. Misschien interesseert daarom de prestatie van Nederland mij zo weinig.
PLASTIC IJSBAKJE
Ondertussen doen die Ieren niet zo veel. Ben hier bezig met een behoorlijk ingrijpende verbouwing en dan moet je engelengeduld hebben.
Op mijn bureau staat een plastic bakje waar ooit Carte d’or ijs (Ola) in heeft gezeten. Caramel Cinnamon Waffle. Het zit nu vol met kleine visitekaartjes, post it’s, A5-velletjes en telefoonnotities van, en over werklui. Want iedereen werkt hier voor zichzelf. En als je wat gedaan wilt hebben, dan heb je drie of vier en soms nog wel meer loodgieters, tegelzetters, keukenboeren, timmerlui en elektriciens nodig. Niet voor de prijs, zoals je in Nederland twee of drie aanbieders vergelijkt, maar gewoon, omdat je geen afspraken kunt maken en er altijd wel een paar niet komen opdagen. Ze beschikken allemaal over drie of vier mobieltjes, maar bellen ho maar. Je kunt wachten tot je een ons weegt. Dan ga je dus maar naar #2 en dan naar #3. Ik verdedig dat bakje-met-inhoud met mijn leven.
Een land en haar volk. Cultuur. Ongeschreven regels en wetten. Omgangsvormen. En dan zijn er bureaucraten die het over “Eén Europa!” hebben. Studeerkamergeleerden, op z’n best. Want een Ier die wat wil, bijvoorbeeld (hard) werken en geld verdienen, die is hier in het buitengebied – en dat is al gauw heel Ierland met uitzondering van Dublin en Limerick – bijna niet meer te vinden. Die is vertrokken naar Engeland, naar Amerika, Canada en tegenwoordig naar Australië. In een geografisch gebied dat zo ongeveer vergelijkbaar is met Twente, maar met een aantal inwoners van zeker niet meer dan 20.000, zijn de afgelopen drie, vier maanden bijna 150 jonge mensen geëmigreerd naar alleen al down under. Hun ouders in tranen achterlatend. Het is het noodlot van dit land. Emigratie. Door de eeuwen heen, steeds maar weer. Ook in die zin herhaalt de geschiedenis zich.
Ze bedoelen het niet verkeerd, de achterblijvers. Ook niet al die mensen in mijn ijsbakje. Echt niet, ze zijn te goeder trouw. Maar het is niet hun aard. Werken, presteren, de commercie bedrijven, ondernemen. Daar staan gezelligheid, Guinness, familiegevoel en betrouwbaarheid (nog steeds, ze zullen je niet bedonderen of van je stelen) tegenover. Maar je moet locaal geen zaken willen doen. Dan ben je liever op het vasteland, of beter nog in Nederland.
Gelukkig heb ik nu twee belangrijke vaklui – een super-timmerman, eigenlijk meer een meubelmaker die het vak nog van zijn vader heeft geleerd en een jonge, modern opgeleide loodgieter – bovenop liggen. Op hen doe ik nooit vergeefs een beroep, zo heb ik inmiddels ervaren. Dus ze zijn er (nog) wel, maar je moet ze weten te vinden en uitselecteren. Het is net als met No Nonsense Consultancy in Nederland :-). Dat vak versta ík dan tenminste.

Dit weekeinde zingen, op 31 mei de “treaty”, zoals ze dat hier noemen. Het referendum, ja of nee tegen “Brussel” en alle bijbehorende regels. Met evenveel gemak, overtuiging en kennelijke redelijkheid pleiten ze hier voor “YES” of voor “NO”. Pat McLaughlin, de Ierse Jan Modaal weet het niet. Ik verdenk hem ervan dat hij het ook niet wíl weten. Een “NO” is hier vooral een stem tegen de regering, in plaats van tegen “Brussel”. Dat is altijd het gevaar van zo’n referendum. Een uitlaatklep van ongenoegen. En dat is hier heel, heel erg groot. Maar je hoort ze amper. En ik voorspel dat er wel een YES zal uitrollen. Ze zijn veel te bang buiten de boot te vallen, ze willen blijven meedoen en in de pas lopen. Walk the line, dat geeft relatieve rust in tijden van grote zorg op ieder gebied.
En direct na de poll: EURO 2012. Dus voorlopig even never a dull Moment. Kunnen we weer juichen, hopen “we”. Alles aan de kant, de kroeg in en plezier beleven. Een goede gelegenheid. Onze jongens, maar dan in het groen. Als Ierland wint. En als ze niet winnen, ach, dan nemen we er toch wel één, of twee…