Van, pakweg, 1996 tot 2005 heb ik aansluitend driewekelijkse columns geschreven voor het Eindhovens Dagblad en het Brabants Dagblad. Met veel plezier.
In al die jaren zijn er drie geweigerd: eentje ging over Willem-Alexander, u weet wel, een ander ging over Guus Hiddink en de derde betrof Pim Fortuyn. Die bijdrage kon na hevig overleg toch echt niet worden gepubliceerd.
Het stukje over de kroonprins staat inmiddels in mijn boek, “Menschen sind gesellige Tiere”, waarin ook Prins Bernhard en die voortreffelijke – nee, ik meen het – Máxima een rol spelen. Die over Guus Hiddink komt nog wel eens aan de beurt en wat is een meer toepasselijk moment dan die over Fortuyn vandaag hier te plaatsen.
Ja, ik weet het… Internet staat vol over die tien jaar na dato. Bijna alle media hebben wel iets over de moord, de gebeurtenissen daarna en het geweeklaag van de huidige politici. Het is stuitend, maar vooral omdat er zo weinig is verbeterd. Sinds die tijd. Sinds dat moment. Is er rond de thema’s die Fortuyn zo rücksichtslos aansneed, überhaupt wel iets verbeterd? Is het misschien alleen maar nóg beroerder geworden?
Er is wel sprake van een bijzonder toeval. Tien jaar geleden won Feyenoord de UEFA-cup, enkele dagen nadat Fortuyn was doodgeschoten door Volkert van der Graaf. En het heeft zo lang geduurd voordat die Rotterdamse club weer een keer een groot succes kon vieren. Precies op de dag af tien jaar na zijn overlijden, hebben ze zich daar gekwalificeerd voor de voorronde van de Champions League. Toeval, want anders was het wel zeven of veertien jaar geweest…
Maar goed, die column die dus niet mocht. U kunt hem hier integraal en onaangepast lezen. Leve de bloggers!
Marcel van Dam noemde hem een buitengewoon minderwaardig mens. De carrière van de man die Nederland nu een week vanuit zijn tijdelijke graf regeert, heeft een wending genomen die hij zelf niet voor mogelijk had gehouden. Verketterd en afgeschilderd als een Hitler in driedelig maatkostuum, als de Nederlandse Le Pen, als de Haider uit de polder en als iemand die het fascisme opnieuw had uitgevonden. Pim Fortuyn. Welke zogenaamde intellectueel viel er niet over hem heen? Bij alle onmenselijke kritiek klonk de term “pleefiguur” uit de mond van Frits Bolkestein nog bijna als een compliment. Zelfs een voetbalcommentator als Hans Kraay was voor de NOS niet meer te handhaven, toen bekend werd dat hij iets had met Fortuyn. Die was bij leven kennelijk besmet met alles waar wij in Nederland schijnbaar van gruwen. Een foute man; voorganger tijdens de hoogmis van de duivel.
Maar eenmaal overleden is hij door diezelfde mensen heilig verklaard. Fortuyn werd een goeroe, die precies wist waar ons pad naar toe zou leiden. Een begaafd mens, speels en sierlijk, zo noemde zelfs de voorzitter van de toch zo statige Eerste Kamer, Gerrit Braks, hem plotseling. Een racist bleek ineens een “inspirator” en “markant voorbeeld”. Van Mussolini tot Moeder Overste, en dat binnen enkele uren. Het kan verkeren. Maar dat figuren als Bram Peper ons op iedere zender moesten uitleggen wat dit “schokkende verlies” voor ons land nu precies betekent, daar kan ik niet tegen. De gauwdief van Rotterdam, hoe ironisch. Dat was nu precies wat Fortuyn bedoelde. Nieuw elan, nieuwe gezichten, een nieuw geluid. In die zin zit er in een dode Pim Fortuyn nog altijd meer leven dan in heel “Hilversum” en in heel “Den Haag” bij elkaar. A bloody shame.
Fortuyn had deze verkiezingen met vlag en wimpel gewonnen. Hij had politiek Den Haag, Europa en misschien wel de wereld laten zien hoe het óók kan. Maar een stabiele factor zou hij nooit zijn geworden. Te kwetsbaar, te veel vijanden, te zeer een solist en met een duidelijke achilleshiel. Kijk nu eens naar de lieden die in LPF-verband de revue zijn gepasseerd, bijvoorbeeld de Van den Nieuwenhuyzens, de Langendams en de Hoogendijkjes. Inderdaad, dat is drie keer niks. En de nummer twee bleek helemaal geen nummer twee te zijn. Na Fortuyn kwam niets meer, dat blijkt. Dat is onvoldoende om een Nederlandse regering mee te vormen.
Pim Fortuyn gaat de geschiedenis in als een held. Dat zou hij niet zijn geworden als hem een langer leven was gegund. Laat dat de vele rouwenden een troost zijn. Maar wat mij altijd zal bijblijven is de totale ommezwaai in dit land, direct na de fatale schoten. Mensen die ten dode veroordeelden, werden eensklaps aanbidders. Van beul tot slippendrager in een split-second. Hoezo populisme? Hoezo demagogie? Dit land staat nergens meer voor. Men veroordeelt en diskwalificeert op basis van een stropdas met strepen. Maar alles mag en alles moet ook kunnen. Was er iemand die ingreep toen Fortuyn enkele weken voor zijn dood een taart in zijn gezicht kreeg? Eenmaal vermoord, lopen de achterblijvers in een lange stoet door de straten van de steden. De lijkwagens zijn wit, de bloemen ook. De kleur van de onschuld binnen een polderlandschap dat zo schuldig en zo grijs is als de pest. En pas dan dempt men de put. De taartengooiers zijn aangehouden. Pim, nog één keer dan: “Verbeter de wereld, begin bij jezelf.” Nu moet ik naar de wc. Want ik ben kotsmisselijk.
