Nee, FC Porto was zijn club niet meer. Geen enkele Portugees in de selectie, en anders kende hij ze toch niet. Brazilianen, Colombianen, Afrikanen… Nee, hij had er niets meer mee. Terwijl hij toch jaren voor Oporto had gejuicht. In de tijd van jullie Ajax, Cruijff en Neeskens. Dat waren toch ook Hollanders? Daar zijn toch hele grote successen mee behaald? Dat soort ploegen waren ‘je cluppie’. Pak nou zo’n Benfica. Die spelen zonder überhaupt ook maar één Portugees in de basis!
Deze Portugees had zich met zijn oude camper een weekeinde in het enige, en prachtige nationale park Peneda-Gerês in Noord-Portugal veroorloofd. Hij was chauffeur en had vroeger ook veel door Nederland gereden. Hij kwam hier, op deze camping, al een jaar of twintig. Even weg uit het drukke Porto. Nee, nu reed hij vooral nog nationaal, met af en toe een stukje door Spanje.
Betrokkenheid bij, en nationale, wat heet, lokale sentimenten. Dat is des mensen. Onderweg vanuit het Spaanse Galicië, was mij al opgevallen dat alle richtingaanwijzers met daarop Espanha waren weggeverfd. Vervangen door Galicia. Met woedende letters, soms gevolgd door een uitroepteken. In Ierland ben ik niet anders gewend. Londonderry is not done. Het is Derry, of the City of Derry, zoals Ryanair de discussie ontwijkt. Overal waar je die borden met Londonderry tegenkomt, is London onzichtbaar gemaakt, zwartgeverfd of weggespoten met graffiti. Terug naar Spanje weten we allemaal hoe het zit met de gevoelens van de Basken, of de Catalanen. En waar dat toe kan leiden. Geldt ook voor de Ieren. Trots, emotie, ‘no surrender!’ Heel Spanje, opgedeeld in regio’s die koste wat kost zoveel mogelijk hun zelfstandigheid en anders wel hun authenticiteit willen behouden. Taal, gebruiken, eten en drinken. Zoiets als die chauffeur met zijn voetbalclub. Identificatie, ergens bijhoren, betrokkenheid.
Weer een paar dagen later was ik zomaar in het Britse Cornwall. Nadat ik eerst tweemaal de dierenarts heb moeten bezoeken. Was er wat aan de hand met Siebe? Helemaal niet, maar die Britten willen tenminste drie stempels van een dierenarts in zijn hondenpaspoort, op het uur nauwkeurig. Anders kom je het land niet in. Terwijl achter mijn rug allerlei bussen en (vracht-)auto’s vrijuit mochten doorrijden, maakt niet uit wat die passagiers allemaal met zich meenemen – letterlijk en figuurlijk – , werd ik tegengehouden omdat mijn trouwe dierenarts in Dommelen bij het verlopen van de enting tegen hondsdolheid 2/2014 had geschreven. Het moest zijn 16/2/2014, want op de zestiende van de tweede maand in 2012 was de hond geënt. Stond ook in zijn paspoort, met stempel en handtekening uit Dommelen.
HUFTERPROOF
Het lijkt hufterproof, maar het was helemaal onvoldoende. Uit de rij, met de auto op een afgesloten douaneterrein aan de rand van de zee in Santander. Met speciale codes en kaartjes om de ijzeren poorten te bedienen op zak, te voet terug naar de dierenarts. Die moest even “16” ervoor schrijven en dat afzegenen met haar stempel en handtekening. Zo gevraagd, zo gedaan. Maar wie neemt hier wie nou in de maling? Bureaucratie ten top en Fort Europa op zijn sterkst, maar dan alleen voor je kerngezonde hond. Gelukkig nog net de boot gehaald, maar dat vindt verder niemand op die kade interessant.
Cornwall dus. In de eerste de beste pub word ik aangesproken door een ouder echtpaar. Beiden gepensioneerde docenten. Over Nederland, maar vooral ook over de Midlands, waar ze vandaan komen. Meneer, 60% van de mensen daar is zwart. Je komt altijd op de tweede plaats. Die doen alles waar wij nooit ook maar aan hebben durven denken! Gelukkig kunnen we af en toe hier naar toe. Landelijk, geen files, een beetje rust om tot jezelf te komen. En mensen die je verstaan en begrijpen. What a relief!
En dan hebben we, sorry: ze het over één Europa. Allemaal één, zeggen ze in Brussel. Ik stel voor dat ik mijn reisprogramma doorgeef aan die bureaucraten, die studeerkamergeleerden en die halfzachte politici in die zogenaamde hoofdstad van Europa. Dan komen ze dezelfde mensen tegen, dezelfde verkeersborden, dezelfde pubs en dus dezelfde sentimenten. Hoeven ze verder niets voor te doen. Plus als toegift mogen ze gaan nadenken over alle verlaten dorpjes die ze hebben doorgereden, dwars door het noorden van Spanje en Portugal. ’s Ochtends, ’s middags en ’s avonds. Robuust dichtgetimmerde panden. Een middenstand die het volledig heeft opgegeven. Niemand op straat, misschien een enkele volledig in het zwart geklede oude vrouw. Of een paar voortschuifelende, hoogbejaarde mannen met colbertjes aan, sjaals om en petten op. Spookbeelden in vaak wisselende landschappen, alsof verder iedereen is ondergedoken in kelders vanwege een aanstaande tornado. Nou, die tornado is niet aanstaande, die raast al langere tijd over dit werelddeel. Het gevolg is de afwezigheid van enige activiteit en alle dynamiek.
Zo kom je ook in het zuidwesten van Engeland, tot besluit, bijvoorbeeld horecagelegenheden tegen, van de Huntsman Inn tot de Woodhouse Pub, established 1876 staat er in barokke letters geschilderd op de witte gevel. Maar ze zijn gesloten, met verroeste hekken voor de ramen en de deuren. Dat heeft niets met het seizoen te maken. Want de aanpalende benzinepomp is ook al dicht en geheel verlaten, met begroeide parkeerplaatsen.
Hoeveel common sense hebben die beleidsmakers in Europa nou helemaal?
Identificatie, ergens bijhoren, betrokkenheid.
Wordt vervolgd.
