DANKZIJ GEERT MAK IN NOORD-PORTUGAL

“Toen ik heel jong was en de drang om ergens anders te zijn voelde, verzekerden volwassen mensen me dat volwassenheid me van dit verlangen af zou helpen. Toen ik, wat jaren betreft, volwassen was geworden, was middelbare leeftijd de voorgeschreven remedie. Op middelbare leeftijd werd mij verzekerd dat een nog hogere leeftijd de koorts zou doen afnemen en nu ik achtenvijftig ben, is seniliteit wellicht de oplossing. Niets heeft gewerkt. Van vier schorre stoten van een scheepsfluit gaan mijn nekharen nog steeds overeind staan en begint het te kriebelen. Het geluid van een vliegtuig, een motor die warmloopt, zelfs het geklak van hoefijzers op het plaveisel roepen de oude huivering op, de droge mond en starende blik, de gloeiende handen en het weeë gevoel in de maag. Met andere woorden: ik ga niet vooruit. In nog meer woorden: eens een zwerver altijd een zwerver. Ik ben bang dat de ziekte ongeneeslijk is. Ik schrijf dit niet op ter lering van anderen, maar om mezelf ervan te overtuigen.

Als het virus van de rusteloosheid bezit begint te nemen van een eigenzinnig mens, en de weg die Hiervandaan leidt breed en recht en aanlokkelijk lijkt, moet het slachtoffer eerst vanbinnen een goede en afdoende reden vinden om te gaan. Voor een praktische zwerver is dat niet moeilijk. Hij heeft een ingebouwd arsenaal van redenen om uit te kiezen.

[…]

Wanneer een tocht eenmaal gepland, geregeld en in gang is gezet, komt er een nieuwe factor bij die de overhand neemt. Een reis, een safari, een ontdekkingstocht zijn entiteiten die verschillen van elke andere reis. Elk heeft een persoonlijkheid, een temperament, individualiteit, elk is uniek. Een tocht is net een mens; geen twee zijn gelijk. En alle plannen, voorzorgen, controles en dwang zijn nutteloos. Na jaren van zwoegen merken we dat we geen reis maken, maar dat de reis ons maakt. Reisleiders, dienstregelingen, reserveringen, star en onvermijdelijk, doen hun uiterste best om de persoonlijkheid van de reis te slopen. Alleen wanneer de doorgewinterde zwerver dit erkent, kan hij zich ontspannen en mee laten voeren. Pas dan kun je frustraties vermijden. In dat opzicht is reizen als een huwelijk. De zekerste manier om het schip in te gaan, is denken dat je het onder controle hebt. Nu ik dit gezegd heb, voel ik me beter, alhoewel alleen mensen die het hebben ervaren het zullen begrijpen.”

Zo, dat zijn de eerste twee pagina’s van Travels with Charley van John Steinbeck. Ze zeggen zo veel. Ik ontdek dat ik steeds meer overeenkomsten met deze Amerikaanse schrijver ervaar, met dank aan Geert Mak. Ik vind dat tot nog toe een prettige gewaarwording. Natuurlijk, ik had wel eens van Steinbeck gehoord, nota bene ooit winnaar van de Nobelprijs voor literatuur. Maar dankzij Geert Mak en zijn boek Reizen zonder John (2012), waarin hij in de voetsporen van Steinbeck treedt en precies vijftig jaar na dato een min of meer vergelijkbaar (reis-)verslag doet van de staat van het land, en de overeenkomsten – of juist niet – tussen Amerika en Europa, zit ik nu in Noord-Portugal. En begin ik John Steinbeck steeds meer te begrijpen.

Wat bindt beide continenten nog in de 21ste eeuw? Dat was, althans volgens zijn uitgever, voor Mak een belangrijke vraag waar hij tijdens zijn Steinbeck-reis een antwoord op zocht. Maar wellicht was dat dus alleen maar een commerciële opdracht.

Interessant voor mij is te weten wat en wie Europa überhaupt bindt en boeit, anno 2013 en verder. Zoek de verschillen. Hoe doen “we” het? Of is dat “we” inderdaad een alleen maar in Brussel bedachte leugen? Is er helemaal geen “we”? Zijn we alleen maar individuen, zoals Steinbeck opmerkt “geen twee zijn gelijk”?

Een eigen reis, met een eigen agenda. Een eigen plan. Deze keer dwars door het noorden van Spanje en bij La Coruna naar beneden. Natuurlijk, Santiago de Compostela. Als een pelgrim zonder god. Maar wel de eerste keer van mijn leven met kippenvel in een kerk. Vreemde gewaarwording, er gebeurt iets met je. Oprechte en hartstochtelijke liefde en volledige overgave van bijna honderd locale mensen voor beelden en een kruis. Goud, warmte en kleur. In een overigens grauwe en grijze middeleeuwse kathedraal die lang niet zo mooi is als in Burgos. Imponerend, dat wel. Misschien komt dat wel omdat het voor vele anderen een eindpunt is, een symbool: ze hebben het bereikt. This is it. Deze vroege middag in ieder geval voor een tiental would-be pelgrims, met al hun eigen uiterlijk vertoon. Maar zonder het respect om niet te fotograferen waar dat niet mag. Het is maar een voorbeeld. Of om zomaar languit voor de ingang van de kerk te gaan liggen. “Even zonnen”, een ander voorbeeld. En dan die opvallende bewaking. Zoveel mensen aan de rand, in de nissen. Met “oortjes” en microfoons, alle mogelijke communicatiemiddelen en vooral: een professioneel/zakelijke, spiedende blik. Je zou er bang van worden. Gevaar! Ik heb ook goed rondgekeken, maar Barack Obama was er toch echt niet. En ook Mariano Rajoy behoorde vandaag niet tot de gasten.

Het geloof. Met nog altijd veel authenticiteit in de bankjes, en rugzaktoeristen, vermomd als pelgrim, met name aan de kant. En als schil al die veiligheidsmensen. Wie moet wat voor wie bewijzen? En waarom?

Wordt vervolgd.

Reizen zonder John

Wat vind je eigenlijk zelf?

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.