Oude column van Ton Westphal, zoals geplaatst in de Brabantse dagbladen van 19 oktober 2001. Deze maakt onderdeel uit van een serie, “Uit de oude doos”, om te illustreren dat er links en rechts zo weinig – en soms zelfs helemaal niets – verandert. In de maatschappij, binnen de politiek en op de arbeidsmarkt.
Toevallig is dit echter een stukje, dat wél een schrijnende verandering aan de kaak stelt. De retail, die zogenaamde “middenstanders”, dorpswinkeliers, die twaalf jaar na dato bijna allemaal hun deuren aan het sluiten zijn. Doorgaans gedwongen door de markt, dan is dus het licht al uit, maar soms ook nog wat tegenstribbelend om alleen maar de schijn op te houden. Ze zijn ingehaald door nieuwe ontwikkelingen. Niet meegegaan met de noodzakelijke veranderingen – blind voor eigen falen – , en onderstaande column is daar dan weer wel een treffende illustratie bij.
Feyenoord wil(de) kampioen worden en leunde daarbij vorig seizoen vooral op een zeventienjarig talent. Toen hij wegviel vanwege een paspoortaffaire, was heel Rotterdam diep in de rouw. Nu is het ene Van der Vaart, geboren op 11 februari 1983, die bij Ajax De Verlosser speelt.
Dat er niet alleen in de poenerige voetbalwereld op leven en dood wordt gevochten om jeugdig talent, blijkt uit het volgende verhaal. Dat speelt zich af in – ik zou bijna zeggen – de gewoonste zaak van de wereld: de winkel bij u op de hoek. De winkelier is naarstig op zoek naar versterking van zijn team. En zoals u allang weet, zijn goede mensen heel erg schaars. Dus verzon hij een list. “We gaan hele jonge mensen zoeken, die we vanaf de basis kunnen opleiden.” Jongens en meisjes die om welke reden dan ook voortijdig van school zijn gegaan en/of die nu bijvoorbeeld achter de kassa zitten. Die types, die graag willen leren en alsnog een echt vak willen oppakken. Leuke meiden en knullen, met gevoel voor de wensen van de klant en met op z’n minst een beetje flair.
Het moet worden gezegd dat het plan dat hij daarvoor had uitgedacht ijzersterk is. Met een weloverwogen, goede begeleiding van de “student” van a t/m z. Met een aanpak voor jobrotation en een heus en professioneel opleidingstraject. Tamelijk bijzonder voor zo’n ‘winkel op de hoek’, maar daarover later meer.
Hier zou dus veel eer in te leggen zijn. Problemen worden oplossingen. Pakkende advertenties in de daarvoor geschikte media, gepubliceerd op het goede moment en: een verbluffende respons als succesvol resultaat. Kwalitatief en kwantitatief zo op het eerste gezicht een wonder in deze tijd, waarin zo veel en zo vaak onzin wordt geroepen over “mensen die er toch niet zijn”. Nogmaals: die zijn er best wel, als u maar wat te bieden heeft en weet waarnaar – en naar wie! – u moet zoeken. En dan moet u als bedrijf toch echt verder gaan dan het presenteren van “een nieuwe uitdaging”, die een serieuze kandidaat inmiddels alleen maar doet kokhalzen van clichématigheid.
Ik zei het al: hele jonge mensen. Die bepaaldelijk met hun vader of met hun moeder komen solliciteren. En die zich bij diezelfde winkel op de hoek, maar dan in hun “eigen” winkelcentrum gaan oriënteren. Terecht, een prima stap. Sommige ondernemers zijn er evenwel meester in om elkaar(s) vliegen af te vangen. Dat verschilt overigens van branche tot branche, maar iedere tak van sport heeft zo zijn eigen eigenaardigheden. In deze middenstandswereld haalt men in ieder geval liever de mensen bij elkaar weg (dom, dom, dom) dan samen in moeilijke tijden iets concreets te bedenken.
En zo kon het gebeuren dat een winkelmeisje van zeventien uit de provincie, als een ware Van der Vaart de aanbiedingen over haar arme hoofdje ziet vliegen. Met haar moeder naast zich aan tafel. En terwijl de ene “zakenman” zo’n talentje voor de neus van zijn collega/concurrent glashard en met een uitgestreken gezicht probeert weg te kapen, krijgt achter zijn rug zijn ervaren bedrijfsleider een telefoontje van diezelfde collega/concurrent of hij niet voor hém wil komen werken. Zo vult men het ene gat met het andere in een heel klein en steeds ongezonder wordend kringetje. En maar mopperen op die arbeidsmarkt, dat de mensen weglopen en dat loyaliteit iets is van lang vervlogen tijden. Hoe zou dat nou toch komen?
