“Halve finale ijshockey: Canada tegen de Verenigde Staten. Een “affiche” om van te watertanden. Een legendarische ontmoeting tussen twee supermachten, in hun beste opstellingen, met de grootste vedetten.”
Nog één keer Sotsji. Nu kan het nog, terwijl de Nederlandse medaillewinnaars over boulevards, door straten en op pleinen worden rondgereden in en op bussen, open auto’s en boerenkarren. Brood en spelen, weet u nog? Het volk wil feesten. En dus zullen we feesten. Gelukkig is er nu tenminste volop aanleiding, in plaats van bijvoorbeeld die kansloos verloren finale door een ander Oranje, twee jaar geleden. Vandaag de bitterballen bij koning en koningin. Feest! Waar een klein land groot in kan zijn. Feesten en vieren tot we er bij neervallen – ben ik geen supporter van – en/of omdat we de besten zijn. Dat laatste komt niet zo vaak voor, behalve dan in het schaatsen. Wat een prestaties!
Zo komen we vanzelf bij de NOS. Over presteren gesproken. Ik vond het een aanfluiting. De manier waarop “Sotsji” is gecoverd. Vorige keer al over geschreven, al dat praten, praten, praten. Maar het heeft niet geholpen. Zo was ik er afgelopen vrijdag eens goed voor gaan zitten. Halve finale ijshockey: Canada tegen de Verenigde Staten. Een “affiche” om van te watertanden. Een legendarische ontmoeting tussen twee supermachten, in hun beste opstellingen, met de grootste vedetten. Zo’n potje ijshockey gaat in drie partjes van ieder twintig minuten, zuivere speeltijd. Maar wat gebeurt er? Na de eerste twintig minuten, live, wordt doodleuk overgeschakeld en volgt vele uren later, als je de uitslag al lang weet, een korte samenvatting van de wedstrijd. Canada-Amerika! Halve finale Olympische Spelen!
Geen wonder dat het Nederlandse ijshockey zo slecht presteert. Terwijl we op kunstgras zowel bij de dames als de heren voor goud gaan. Geen aandacht = geen belangstelling = geen talent = geen aanbod = geen doorgroei = geen geld = geen ambitie = geen prijzen. En “geen prijzen” leidt weer tot geen aandacht, en dan kunt u hetzelfde rijtje nog een keer doornemen. En nog een keer. Zonde. Jammer. Gemiste kans. Want ijshockey is heel erg leuk, spannend en spectaculair. En je kunt er veel meer mee verdienen dan met schaatsen, schaatsen, schaatsen.
Gelukkig is de finale wel helemaal en live uitgezonden. Er waren op de slotdag dan ook geen andere sporten meer, op dat uur. En al zeker geen schaatsen, schaatsen, schaatsen. Dus we hoefden daar ook niet over te praten, praten, praten. OK, een finale tussen Canada en Zweden. Ook niet verkeerd. Met een kenner in de studio, zowaar, in de persoon van Ron Berteling. Oud-international (213 keer!) en onze eigen “Mister IJshockey”. Maar denk je nou dat hij aan de tand wordt gevoeld, wordt uitgevraagd over zoiets als:
- taktiek, hoe zit dat in het ijshockey?;
- bijna al die spelers komen uit in de NHL, die teams zijn dus aan elkaar gewaagd, ze zijn allemaal collega’s van elkaar, komen zelfs uit voor dezelfde clubs. Waarom zit er dan zoveel verschil in die wedstrijd?;
- met andere woorden: waarom is Canada zoveel beter dan Zweden?;
- wat is het verschil tussen die beide coaches?;
- hoe kun je zo’n wedstrijd laten ‘kantelen’?;
- is dat überhaupt mogelijk ‘op dit niveau’?;
- kun je iets vertellen over het (voortdurend) wisselen van spelers? Waarom? Hoe vaak? Hoeveel?
Jeroen Grueter gaf tijdens de wedstrijd uitstekend commentaar, maar zijn studiocollega Jeroen Stomphorst snapte er geen snars van. Die wist dus werkelijk niets zinnigs te vragen aan zijn speciale gast. Een aanfluiting van Olympische allure.

Ik heb mezelf afgevraagd wat ik er voor over zou hebben om iedere dag, tijdens die twee weken Olympische Spelen, superieure reportages, constructief/kritische interviews en scherpe wedstrijdbeelden, van alle sporten, te krijgen. Voorzien van steekhoudend commentaar en met kennis van zaken. Zonder te hoeven googelen. Dan ga je dus Canada-Amerika niet pardoes, midden in de wedstrijd, afbreken. Ik begrijp dat je niet alles live kunt uitzenden, maar deel het dan in godsnaam wat slimmer in, en knip het wat empathischer op. Die vraag aan mezelf had als antwoord: vijf of zeven Euro. Dus zoiets als EUR 70 tot EUR 100. Maar wel presteren (daar is-ie weer). Voor twee weken serieuze topsport, all-in onder de knop, 24 uur oproepbaar, ja dat zou ik er wel voor over hebben.
Dat is dan natuurlijk inclusief die prachtige beelden, waar we nu Mart Smeets – gisteren bij Pauw & Witteman, langer dan 24 uur na de sluitingsceremonie – voor nodig hadden. Van een Australische mevrouw, Ainee Watson. Eenzaam en alleen op de 30 km langlauf, als aller- allerlaatste aankomen. Dan is van “finishen” ook al lang geen sprake meer. En even eenzaam en alleen af via de achterdeur. Ook dat zijn Olympische Spelen.