We hebben geen genoeg van de vrede, we weten niet dat we in oorlog zijn. Hoe en wat zou Robert Musil hierover hebben geschreven?
Caroline de Gruyter schrijft regelmatig buitengewoon lezenswaardige columns in de zaterdagse NRC. Dan gaat het over politiek en Europa. Ze zit er als correspondent in Wenen zelf middenin. Vorige week haalde zij Donald Tusk aan, die op zijn beurt weer verwees naar een quote van Arnold Joseph Toynbee: “Civilizations die from suicide, not by murder”. En Toynbee kan het weten, want hij schreef medio vorige eeuw een standaardwerk in 12 delen over opkomst en ondergang van beschavingen. Zo zijn er universele patronen te herkennen, niet alleen in bloei maar ook bij verval.
De Gruyter maakt zich grote zorgen. Zoals zoveel mensen die kunnen nadenken. Lees mijn eigen blog van vorige maand er nog maar eens op na: EMPATHIE VOOR KILLE MACHT. De Gruyter gaat nog even verder. Zo wordt zelfs Robert Musil (1880-1942) erbij gehaald. Een bij ‘het publiek’ – en dan laat ik het bijvoeglijke naamwoord ‘grote’ nog bewust achterwege – zeer onbekende essayist met Oostenrijkse roots, die op nl.robertmusil.net als volgt wordt gekenschetst: “Koel, trots, gesloten, koud, vernietigend in zijn oordeel, scherp, militaire toon, ijdel, elegant, beleefd, verzorgd, afstandelijk, ambtelijk, onkreukbaar, een grote maar niet sympathieke persoonlijkheid, trots op zijn oorlogsverleden, ontoegankelijk, voelde zich niet erkend, hield de mensen ver van zich en vereenzaamde daardoor, maakte eerder geringschattende dan positieve opmerkingen”. Dan weet u dat ook weer.
Maar diezelfde Musil, beantwoordt in het stuk van De Gruyter de vraag wat tot WO I heeft geleid: “Omdat we genoeg hadden van de vrede”. Wat mensen misten, was vooruitzicht en het gevoel dat ze politiek en maatschappelijk iets konden veranderen, aldus De Gruyter. Ze voegt daar aan toe, dat Europeanen ook nu een dergelijke machteloosheid voelen.
Opnieuw dus een ‘intellectueel’ die de oorlog ziet, of beter geformuleerd, voelt naderen. Maar ik ben het niet met haar eens. Wij, en daarmee bedoel ik grofweg ‘het vrije westen’, wij zijn al lang in oorlog. Er zijn een paar honderd miljoen geradicaliseerde moslims die ons dood willen hebben. Niets meer, niets minder. Ze worden militaristisch aangestuurd, maar claimen de zegen van Allah. Oftewel, ze denken volledig het recht aan hun zijde te hebben, tegenover ons, decadente ongelovige honden die op ieder gebied zondigen. In dat laatste hebben ze overigens gelijk, maar dan hoef je elkaar nog niet hartstikke dood te maken, eerlijk gezegd.
NAÏEF DOORGESLAGEN
Bovendien geloof ik niet dat doorsnee Europeanen ‘ook nu een dergelijke machteloosheid’ voelen. Uit serieus onderzoek blijkt keer op keer dat ze gelukkig zijn, die westerse Europeanen. Ze hebben hun apps, die ervoor zorgen dat ze in een virtuele wereld van orde en regelmaat leven. Dat geeft ze die rust en hun geluk. Niks aan de hand. Alle oude, maar ook alle nieuwe behoeften worden instant bevredigd. Bovendien zijn er altijd wel mensen of instanties die financieel voor ze klaarstaan. Daar hoef je dus ook al niet over na te denken. “Komt goed.” Niemand sterft hier van de honger. Iedereen heeft wel een dak boven zijn of haar hoofd, en morgen weer een dag. Politiek zijn ze überhaupt niet geïnteresseerd, of naïef doorgeslagen in rechtse of linkse idealen, waanideeën of – nog erger – verwensingen waarin ze allemaal achter elkaar aan lopen. Wie het denkt te weten, die mag het zeggen. En dat doen ze dan ook, luidkeels. Gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen. Lodewijk Asscher kan er over meepraten, toch?
Wat er gebeurt als over een paar weken de weersomstandigheden omslaan, in datzelfde Europa, en ze daar opnieuw een aanhoudende stroom van vele honderdduizenden moslimmigranten kunnen verwelkomen, opvangen, voeden, verzorgen, opleiden en heropvoeden, dat zien we dan wel weer.
En dát maakt mij nu zo onrustig. De overgrote westerse meerderheid, in de straat maar ook binnen de regeringsgebouwen, Europabreed, heeft werkelijk geen flauw benul van wat er allemaal aan de hand is, dan wel letterlijk op hen af komt. Laat staan dat ze weten wat er moet gebeuren. Ondertussen zitten we in een oorlog, evident, met een voorlopig laatste, grote veldslag in Parijs op 13 november vorig jaar. Dan laten we vandaag Ankara, een stukje verder weg, maar even voor wat het is: oorlog.
