Opgeschrikt en verward. Het bericht dat Marten Fortuyn zaterdag is overleden. Vooral ook door de omstandigheden. Verzorgd in een gesloten inrichting, de broer van Pim Fortuyn. Hij wil zijn vrijheid terug, probeert te ontsnappen. En dan gaat het vreselijk fout. Marten Fortuyn wil niet meer geholpen worden. Hij wil dood. En aldus geschiedde.
Marten Fortuyn was geen politicus. Misschien heeft dat hem wel zijn leven gekost. Want dan ben je harder, ongevoeliger. Ga je alleen voor eigen gelijk, en de stem op sociale media. Nee, hij werd beroepsbroer genoemd. Een geuzennaam, vond hij zelf. Want hij wilde dat zijn broer niet voor niets was vermoord. Marten wilde aandacht voor de goede zaak van Pim. Het gedachtegoed. Dat moest tenminste in leven blijven. Zo groeide hij uit tot stem en overgebleven gezicht van de familie.
Wat hij nooit heeft kunnen verkroppen, was dat hij dit nooit te weten is gekomen: “Waarom?”. Van der Graaf heeft daarover nooit iets verteld. Het is nooit tot een hoe dan ook verlossende ontmoeting gekomen. Daar kunnen betrokken mensen aan sterven. Volharden in je eigen gelijk, en dat niet willen delen met de nabestaanden van je slachtoffer. Hoe inhumaan ben je dan? Mag je dan vrij rondlopen? Want dat was ook zoiets, voor Marten Fortuyn. In koelen bloede je broer vermoorden, op klaarlichte dag. En na twaalf jaar ben je vrij. Je mag er niks over zeggen, daar ga je niet over. Ook al ben je beroepsbroer. Dat heet de rechtsstaat. Ondertussen heeft diezelfde Van der Graaf ook nog een grote mond – daar wél – , haalt hij links en rechts zijn gelijk in mineure zaken en krijgt hij ook nog schadevergoeding. Maar je broer is definitief, onvoorwaardelijk, dood. Zelf word je ziek. Doodziek. En veertien jaar na dato, daar gaan we weer, ben je het zelf: dood.

Dan kijk ik zondagavond naar Calvary. Een Brits/Ierse speelfilm uit 2014. Speelt zich af in Sligo. Strand en bergen. Zo mooi kan het leven zijn. Kán. Met een glansrol van Brendan Gleeson als Father James. Maar ongelooflijk, hoeveel vuiligheid kunnen mensen bedenken? Het komt op een – gek genoeg – prachtige manier allemaal voorbij en ook nog bij elkaar. Van interraciaal vreemdgaan, waarbij het gebruik van geweld bijdraagt aan de pret, tot misbruik in de katholieke kerk. Is dat alles? Natuurlijk niet. Gooi het er maar uit: harddrugs, uiteengevallen families om alle bekende redenen, brandstichting, kannibalisme, fraude en doodsbedreiging. En het verschil tussen armlastig en ziekelijk rijk. Ja, die twee hebben elkaar nodig. Zo ontstaan machtsspelletjes, waar Shakespeare nog een puntje aan had kunnen zuigen.
Kern van het verhaal: waarom? Maar als er überhaupt niet wordt gepraat, dan kun je ook niet luisteren. Dan is er geen begrip. Nooit. Dan beland je in het lege niets. Het is slechts gissen. Op leven en dood. Veertien jaar geleden Pim Fortuyn, bij gevolg zaterdag Marten Fortuyn en een dag later Father James.
Te leven is een gunst, te weten hoe is een kunst.
Die is van Toon Hermans. Begin eens met praten, dan kun je eindigen met luisteren. Die is van mezelf, na de gebeurtenissen van afgelopen weekeinde.