SUPERGAAF

Niet geheel toevallig moet ik de laatste dagen nogal eens in Rotterdam zijn. Een belangrijke klus. Vereist alle aandacht. En ik kan niet alles alleen doen. Zo was ik dinsdag jl. aan het wachten op twee vakspecialisten die mij zouden assisteren. Maar het duurde, en het duurde. Totdat ik een telefoontje kreeg. Het zou wat later worden, en hoeveel later dat wist hij nog niet. Er was een ongeluk gebeurd.

De man vertelde – nog betrekkelijk rustig – dat hij even de politie moest afwachten. En hij moest met zijn collega naar het ziekenhuis. Huh, wat is hier aan de hand? Komt later wel, eerst even dit afwerken. Bloed aan de paal.

Dat laatste bleek bijna letterlijk het geval. Een voetbaldoelpaal. Eenmaal aan tafel, vertelde hij over een schaarse parkeerplek aan de achterzijde van Hotel New York. Vanwege de drukte en het lastige inparkeren op dat moment, was zijn collega alvast de auto uitgestapt om dat plekje in beslag te nemen. We kennen dat allemaal wel. Maar toen kwam er een grote Opel aangereden, waarvan de bestuurder riep dat de man plaats moest maken. Want híj wilde er staan. Ja, deze is bezet, dat zie je toch? Maar de schreeuwlelijk in de Opel wilde het niet zien en reed de man ter plekke over zijn voeten en ondersteboven. De Opel was geparkeerd, hij sloot zijn auto af en beende snel weg. Ondertussen lag zijn slachtoffer bloedend op de grond.

MARTIN VAN GEEL IN DE FOUT

Ik kon het niet laten om te vragen wat dat voor bestuurder was. Het antwoord was helemaal anders dan ik had verwacht. Het bleek nota bene niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk een bestuurder te zijn: Martin van Geel, van Feyenoord. Ik moest begrijpen dat ik weer even in Rotterdam was. Hij had geen tijd, moest de auto kwijt. Goedschiks of kwaadschiks, zijn slachtoffer zonder enig mededogen achterlatend.

Inmiddels was de politie er bij. Van Geel verontschuldigde zich bij hen, gaf een hand en verdween weer. Mijn beide gesprekspartners, waarvan ik er dus één niet heb kunnen ontmoeten omdat deze in het ziekenhuis moest worden behandeld, bleven in verbijstering achter. Geen sorry, geen handje, geen hulp en geen uitleg. Maar volgens mij is dit te kwalificeren als opzettelijk geweld, zware mishandeling. Geen enkele vraag over de schuld, nu alleen de boete nog. “Ja, we kennen hem hè, het is mijn cluppie, maar die Van Geel is heel erg arrogant. Hij stond wat te smoezen met de politie en die zei later zoiets dat aangifte niet nodig was.”

Maar volgens mij is hier het laatste woord nog niet over gezegd.

Zo hoor en zie je natuurlijk niks. Niet slim, maar wel gemakkelijk.

De avond voor mijn vertrek had ik nog laat de hond uitgelaten. Op het kruispunt vlak bij mijn huis nadere stapvoets een auto, lichten aan. Achter mij kwam een fietser, zonder licht. Maar met een hoodie. Eenmaal bij de auto twijfelde deze, maar het autoraampje ging gewoon naar beneden. En de deal werd gedaan. Jij een zakje, ik de centen. Het gebeurt, vlak voor je ogen. Het lijkt een keurige wijk, maar ondertussen. Het voorval staat zeker niet op zichzelf, het is hier in de buurt zo ongeveer aan de orde van de dag. En het gaat niet altijd en alleen maar om pillen en drugs… Misschien een andere keer meer hierover, maar voorlopig volsta ik met één van die prachtige oneliners van mijn vader: ’s nachts komen de ratten uit de riolen.

Het uitlaten van de hond geeft ook overdag trouwens een prima staat van het land weer. Bijvoorbeeld bij het oversteken, wanneer de enige auto’s die je voorrang geven Belgisch gekentekend zijn.

Een paar keer dus op en neer naar Rotterdam. Onderweg word ik geduwd door meer dan één bumperklever, moet ik regelmatig op de rem omdat medeweggebruikers rücksichtslos naar links gaan en word ik ingehaald waarbij ik meerdere pedagogisch bedoelde acties te verduren krijg. Dus bijvoorbeeld vlak voor je gaan afremmen. En die middelvinger hoort er ook nog steeds bij.

Vanmiddag even boodschappen gehaald. Doorgaans doet Milia dat, godzijdank. Maar nu moest ik onder andere een keuze maken bij het yoghurtschap. Biologisch, huismerk, Campina, iets boer’n, met of zonder smaakje en vol, mager of halfvol? Tja. Maar het duurde kennelijk veel te lang, want achter mij begon een oudere man mij uit te foeteren. Of ik de hele dag voor mijn keuze wilde uittrekken, of hoe zat het! Opschieten, dat moest ik. (Bijna zes jaar geleden: OUDE MENSEN.)

Nou, ik ben het weer even kwijt.

Wat ik bedoel is die armzalige opmerking van onze premier, onze gids in barre tijden. Hij vindt Nederland een supergaaf land (want dat bekt wel lekker in verkiezingstijd). En als het je niet bevalt dan moet je maar oprotten. Nou Mark, dat heb ik bijna twintig jaar geleden al gedaan, tot op zekere hoogte. Ik ben dus al opgerot, om in jouw termen te blijven. Want ik houd er niet van om mijn ogen te sluiten en doof te zijn voor wat er om me heen gebeurt. De maatschappij, dat ben je zelf.

Wim Sonneveld vroeg het zich vele jaren geleden al af. Waar is op vandaag de humor gebleven?

 

Wat vind je eigenlijk zelf?

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.