Vlasbaardjes, t-shirts en laarzen, dan wel sneakers met losse veters. Maar de teenslipper is ook hier in opkomst. Ze dragen soms ook een vervelende lijflucht, zweet. In de kantine of bij andere groepsbijeenkomsten zitten ze vaak apart. Misschien zijn ze wel te intelligent voor ons, gewone stervelingen.
Vorige week heb ik een groot stuk uit het Financieele Dagblad gedeeld op LinkedIn. Over Belinda Parmar. Zij is door Business Insider ‘een van de 100 invloedrijkste tech-vrouwen ter wereld op Twitter’ genoemd. Fortune plaatste haar op een vergelijkbare lijst zelfs bij de top 55. Belinda vindt dat we ons empathisch vermogen moeten ontwikkelen omdat daar de toekomst ligt. Immers, aldus nog steeds deze mevrouw, we worden gestuurd door computers, begrijpen de medemens niet meer en doen met z’n allen dus de verkeerde dingen. De menselijke maat verdwijnt uit de maatschappij.
Waarom ik dat heb gedeeld? Niet omdat ik vind dat dit nieuws is, dat er dus een ontdekking is gedaan waarvan we eigenlijk allemaal kennis moeten nemen. Integendeel. Het feit dat zo’n interview groot wordt gebracht, rond een onderwerp dat toch eigenlijk al zo vaak en helemaal is uitgekauwd, zegt veel – zo niet alles – over de stand van de actuele samenleving. En dat voor de lezers van het Financieele Dagblad.
Empathie als businessmodel.
Eerder heb ik het al wel eens gehad over de makers van apps en andere software voor communicatie en contact. Dat zijn de mensen die we “vroeger” nerds noemden. Vaak jongens, met puisten en vette haren die doorgaans ook veel te lang zijn. Nee, niet modern. Kinderen van gescheiden ouders, ook zij. Vlasbaardjes, t-shirts en laarzen, dan wel sneakers met losse veters. Maar de teenslipper is ook hier in opkomst. Ze dragen soms ook een vervelende lijflucht, zweet. In de kantine of bij andere groepsbijeenkomsten zitten ze vaak apart. Een beetje teruggetrokken, in hun eigen wereld. Misschien zijn ze wel te intelligent voor ons, gewone stervelingen. Verder hoor je ze niet. Het zijn trouwe, harde werkers, die het niet van communicatie en – dus – van intermenselijke contacten moeten hebben. Bij “contact” denken ze slechts aan een snelle internetverbinding, aan stekkers en bluetooth.
Laat dat nou precies de mensen zijn die ons voorschrijven en leren hoe we anno 2018 moeten communiceren. Dan moet je het niet meer over empathie hebben. De vakjes invullen en zorgen dat de resultaten zichtbaar worden. Tot uw dienst. Daar conclusies aan verbinden en met gestandaardiseerde voorstellen komen, keurig uitgesplitst en grafisch opgediend. Ook al goed. Maar mensen willen toch vaak iets anders. Dat heet begrip, doorvragen, een luisterend oor en vooral een maatgesneden oplossing voor al hun vragen, problemen en twijfels. ‘Mensen doen zaken met mensen’ is zo’n tegeltjeswijsheid die dat fraai illustreert. Maar kennelijk zijn we dat gaandeweg alle verbeteringen simpel genoeg helemaal vergeten.
En dus gaat het op veel te veel plekken allemaal goed fout. Dat is wat Belinda Parmar ook bedoelt. Maar is het nog wel recht te trekken? De hele wereld, behalve u en ik, is verslaafd aan de smartphone. We kijken niet meer naar elkaar, maar naar dat oplichtende schermpje. Uitgekauwd onderwerp, ook dat. Laat dus maar. Ondertussen neemt het percentage zelfmoorden toe, vooral ook onder jongeren. Scheiden van je partner is normaal geworden. Warme aandacht en betekenisvolle communicatie – kijk naar die nerds – is niet meer van deze tijd. We doen het anders, sneller, korter en overal. Maar de uitkomsten zijn omgekeerd evenredig. Meer eenzaamheid, teleurstelling en verdriet. Meer fouten en minder succes. Ondanks alle onderzoeksresultaten die ons willen doen geloven dat we toch echt steeds gelukkiger worden, zeker ook in Nederland, ontvouwt zich vlak voor onze ogen een andere wereld. Als je maar kijkt. Dat is het verschil tussen een geautomatiseerd vraag- en antwoordspel en doorvragen en goed luisteren. Het verschil tussen computers en mensen.
Ga vooral zo door. En download de app.

Helemaal eens; het belang van communicatie wordt onderschat.
LikeLike