In het volgende decennium zien we misschien volwassenen die wel weten welke emoticon bij welke situatie past, maar niet meer de juiste gezichtsuitdrukking kennen.
Valt het u ook op dat je de laatste maanden steeds meer hoort, leest en ziet over de verslavende werking van die zogenaamde “social media”? Je hoeft alleen maar om je heen te kijken, en als je mensen ziet dan zit er zo’n ding in hun handen. In de auto en in de trein, op de fiets en (achter-)op de brommer. Of tijdens het staan in welke rij dan ook. Bij de kassa van de supermarkt hebben de echte junks, en dat worden er in razend tempo steeds meer, dat ding tussen schouder en bol geklemd, onderwijl de AH-bonuskaart opdiepend uit zak of tas. Natuurlijk ook in restaurants, op een feestje of tijdens een ander samenzijn. Zakelijk of privé. Socializen is niet in de eerste plaats praten en luisteren, aandacht voor elkaar. Het gaat gepaard met elektronica. Niet de beschikbaarheid, maar het gebruik van een moederbordje is een eerste levensbehoefte. Maar ach, iedereen weet dat natuurlijk allang. Niets nieuws. Alleen dat het ieder uur toeneemt.
Er wordt links en rechts, door vriend en vijand steeds meer, en steeds vaker gewaarschuwd voor alle gevaren die daarbij op de loer liggen. De technieken achter de verslavende werking, waarover bij de mensen die er verstand van hebben inmiddels geen twijfel meer bestaat, zijn duidelijk. In amper drie minuten legt Wouter van Noort, schrijver van het boek “Is daar iemand?”, uit wat er nou eigenlijk aan de hand is met al die stakkers en hun bijbehorende mobieltje. Het is helemaal niet ingewikkeld. In enkele minuten snapt iedereen de crux.
De Amerikaanse onderzoekster Jean M. Twenge voorspelt dat inmiddels een hele generatie ernstig ongelukkig wordt. Kijk, dan wordt het echt ernstig. Ook zij heeft daar een boek over geschreven: iGen: Why Today’s Super-Connected Kids Are Growing Up Less Rebellious, More Tolerant, Less Happy – and Completely Unprepared for Adulthood – and What That Means for the Rest of Us. Dat is natuurlijk wel een hele lange titel voor een boek, dat waarschijnlijk toch niet zal worden gelezen. Want daar hebben we met al die sociale verplichtingen geen tijd, energie, aandacht en concentratie meer voor (over).
In het volgende decennium, zo waarschuwt evenwel de schrijfster, zien we misschien volwassenen die wel weten welke emoticon bij welke situatie past, maar niet meer de juiste gezichtsuitdrukking kennen.
VERDOMD LASTIG
Het verbaast me niets en nog sterker, ik maak het al bijna dagelijks mee. Een één-op-één gesprek blijkt voor hele volksstammen verdomd lastig te zijn geworden, inclusief de toepasselijke lichaamstaal. Ze weten het niet, het is ze nooit geleerd en het wordt ook niet geoefend. De ervaringen ontbreken. Je kunt je dus niet ontwikkelen op dat terrein. Hou er allemaal maar rekening mee, des te minder zul je worden teleurgesteld. Maar waar heb ik het over. Communicatie gebeurt toch al niet meer voornamelijk persoonlijk of via de telefoon. Ze appen.
Want iedereen denkt ‘dat je met je tijd moet meegaan’. Niet meedoen is afhaken. Je moet zus en je moet zo. Maar ik moet, vind ik, helemaal niks. Dat besprak ik laatst met een zakelijke relatie, op bezoek in Valkenswaard. Hij had z’n smartphone – uiteraard en vanzelfsprekend, heel normaal – pontificaal op mijn conferentietafel gelegd. Ik zat klaar met een schrijfblok. Het feit dat ik überhaupt niet appte, en ook niet van plan was om daar aan te gaan beginnen, zakelijk noch privé – ik bel – deed hem happen naar zuurstof. Ongelofelijk, het gebeurde recht voor mijn ogen, aan de andere kant van de tafel. Onbegrip. Ongeloof. Duimendik. En niet gespeeld.
Meedoen, nogmaals. Je kunt niet zonder. Je moet op de hoogte blijven. Maar waarvan? Zelfmoord, je ongelukkig voelen, eenzaamheid. Blijven steken in verdriet en onbegrip. Vastlopen en uitputting. Steeds meer relaties lopen ook steeds sneller op de klippen. Slaapstoornissen. Ik heb onlangs nog wat cijfers inzake burn-out gepubliceerd op de site van No Nonsense Consultancy:

Het wordt erger en erger. Maar gelukkig, de aandacht is daar. En steeds meer jonge mensen worden zich er ook van bewust. Ze gaan een training doen op een eilandje in de Vinkeveense Plassen, zonder mobiel. Ze krijgen weer lucht, ze kunnen weer ademen. Ze gaan, kortom, weer leven. (Ze zeggen het zelf; ik verzin dit niet.)
Eindelijk.
Roken wordt van overheidswege ontmoedigd en zelfs bestraft. Alcohol? Alleen met mate, en niet voor je achttiende. Maar het gebruik van ontwrichtende, elektronische apparaatjes is helemaal vrij. De techreuzen maken er dankbaar – en zonder enige twijfel hogelijk verbaasd dat de maatschappij en de overheid hen die letterlijk en figuurlijk grenzeloze vrijheid toestaan – gebruik van. Zo ontstaat misbruik.
Ondertussen staat er een andere industrie op. Actie en reactie. Niet alleen in Vinkeveen. Coaches, fysiotherapeuten, hotels met enorme spa-voorzieningen en gepantserde binnenmuren om straling tegen te gaan. Hé, we hebben het over een mobieltje. Bent u daar nog?
Maar daarover later meer.
