“Ben benieuwd of er überhaupt ook maar één macro-econoom in dat hele kabinet zal mogen plaatsnemen.” Zo sloot ik vorige week een eerste analyse af van de politieke actualiteit in Den Haag. En wie schetst mijn verbazing, Alexander Pechtold heeft adequaat gehandeld en Menno Snel even snel lid van zijn partij gemaakt. Zo kon hij tenminste staatssecretaris worden, en ook nog op een relevant departement: Financiën. Dat zouden meer politieke partijen moeten doen.
Kennis en ervaring die op het juiste terrein wordt ingezet. Het is me wat. Binnen de Raad van Bestuur van de onderneming die “Nederland” wordt genoemd.
Toch zitten er, naast de benoeming van Snel, nóg een paar plezierige verrassingen tussen de poppetjes. Op de eerste plaats Sigrid Kaag, die minister wordt voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Dat kan daar een leuk duo worden, met een figuur als Zijlstra. Kaag is één van de vier amazones van Pechtold, die we dit keer niet kunnen betrappen op een verkeerde werving en selectie. Alhoewel, waarom blijft een topper als Alexander Rinnooy Kan achter in de Eerste Kamer? Antwoord: hij zal met zijn 68 jaar wel te oud zijn bevonden.
Het CDA heeft volgens mij een meesterzet gedaan door Wopke Hoekstra op Financiën te zetten. Niet alleen omdat hij iemand is (eindelijk), die ook uit ervaring weet wat een bedrijfsmatig opgezette organisatie allemaal moet doen en laten om winst te maken. Daarnaast lijkt Hoekstra mij trouwens een vent die ook gewoon de boodschappen doet. Dat geeft vertrouwen. Want voor de rest worden de zetels gedomineerd door lieden die in hun carrière nog nooit de deur van een gewoon bedrijf zijn doorgegaan. De eeuwige, meer dan eens niet afgeronde opleidingen in geschiedenis, politicologie, rechten en bestuurskunde. In plaats van economie, natuurkunde, filosofie of een keertje psychologie. Ik mis ook artisticiteit, een kunstenaar. Een Nederlandse Vaclav Havel of Melina Mercouri. Het is dus weer de studeerkamer, witte wijn op een terras en commissiewerk. Dat is hun biotoop. Terwijl er door hun bazen wordt geroepen dat “de gewone burgers” nu toch echt het belangrijkste zijn. Desondanks heb ik het idee dat de titel Het Slechtste Kabinet Ooit exclusief blijft voorbehouden aan Rutte II. Dus noem mij geen pessimist.
OVER TWEE JAAR
Alleen jammer dat het maar zo kort zal duren. Oftewel, opnieuw, much ado about nothing. Rutte II heeft 2018 al in de steigers gezet. Dan komen er verkiezingen. De posities in de Eerste Kamer zullen worden opgeschud. Alle mogelijke nieuwe balanceeracts dienen zich aan. En als er eerder niets breekt, dagen er vervolgens hoe dan ook toch al weer reguliere Tweede Kamerverkiezingen. Daar zal het Haagse Binnenhof, de nationale kaasstolp, zich uiterlijk in 2020 zeker rekenschap van geven, aangelijnd als men daar is door hun baasjes. Dat is dus over een goede twee jaar.
Maar dat zien we dan wel weer, aldus het credo van opperbaas Rutte.
Tot besluit wil ik er hier en nu nog één poppetje uitpikken, Ferdinand Grapperhaus. Die gaat voor het CDA op de hoogste troon van Justitie zitten. Jammer. Zeker niet iemand van onbesproken gedrag, en dat in die functie. Dat had je niet moeten willen, Sybrand. Die Grapperhaus was bijvoorbeeld, en is nog steeds, voorzitter van de Raad van Toezicht van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Ook weer zo’n bitterbalbaantje waar je lelijk je broek aan kunt scheuren. Vraag maar aan Prins Constantijn, die ook in die raad heeft gezeten. Het warme circuit. Maar ondertussen vult museumdirecteur Beatrix Huf ongegeneerd haar zakken met bijklussen en meer dat niet deugt. Waar houd je dan toezicht op? Grapperhaus heeft inmiddels – noodgedwongen – halsoverkop een paar van zijn vrinden als externe deskundigen ingehuurd om dit, ongetwijfeld, ‘top op de bodem’ uit te zoeken.
De ene hand wast de andere. Zo wordt “warm” incestueus en in ieder geval besmettelijk. Heeft dus niks met zoiets als frisse wind en nieuw beleid te maken. En al helemaal niet met gewone mensen.
