Politieke correctheid is niet altijd op zijn plaats. Of waar het om beleid gaat waarschijnlijk zelfs ‘altijd niet’. Je verhult, laat zaken onbespreekbaar en gaat de discussie uit de weg. Zo ontstaan steeds meer en ook steeds vaker filosofische no go areas. Dat is misschien wel goed voor iemand in de diplomatieke dienst, maar niet voor beleidsmakers. Voor organisaties kan het zelfs de dood in de pot zijn.
FC Twente is dus gedegradeerd. Eindelijk, want ik vind nog altijd dat die club twee jaar geleden eigenlijk al had moeten worden teruggezet naar de Jupiler League. Wegens wanbeleid op ieder gebied. Fraude, een onoverzienbare schuldpositie, malversaties. Toen kon zonder enige twijfel nog het nodige dubieuze kapitaal en andere macht worden ingezet om dat tegen te houden, allemaal ten koste van De Graafschap. Maar nu zorgt een sportieve reden voor degradatie – gewoon te weinig punten – , ondanks een begroting die een stevige positie in het linkerrijtje zou rechtvaardigen.
Maar dat wanbeleid is er nog steeds. Daarin is FC Twente overigens zeker niet uniek, want ik ken maar heel weinig Nederlandse clubs in het betaalde voetbal waar de zaken professioneel, goed en verantwoord zijn geregeld. Maar nu is Twente dus het haasje. Grootste boosdoeners daar zijn de mensen die Jan van Halst hebben aangesteld, en hem vervolgens vrolijk zijn gang hebben laten gaan. Van Halst, loser van beroep. De Danny Blind van FC Twente. Maar waar ik nog sympathie voor de eenvoudige, bescheiden Blind zou kunnen opbrengen – hij is, na zijn actieve carrière als voetballer waar hij echt de top heeft bereikt, nou eenmaal door foute mensen in allerlei verkeerde posities gemanoeuvreerd – heeft Van Halst nooit in welke rol dan ook gepresteerd. Terwijl hij zich presenteert als iemand die de waarheid in pacht heeft. Een goedkoop kuitenbijtertje als goeroe. Hier gaat dus iets heel erg mis.
Die degradatie mag je daarom helemaal aan Van Halst toeschrijven. Die heeft trainers en spelers laten komen en gaan zonder enig verstand van het spelletje. Maar waar hij nóg minder verstand van heeft is het onderwerp “mensen”, en de psychologie die bij elke beslissing een rol speelt. Wat doen mensen, en waarom? Wat motiveert hen, op wie kun je bouwen, hoe zitten ze in elkaar? Louis van Gaal is daar een meester in. Wereldklasse. Overigens is hij niet de enige, maar de Van Gaals zijn wel sterk in de minderheid. De meesten roepen en doen maar wat.
De basis is een goed selectiebeleid. Weten wie je waarom, en op welke positie opstelt. Dan verwijs ik nu even naar de titel van deze blog, waarbij ik – volledig politiek incorrect – de stelling poneer dat je niet alleen technisch en tactisch, maar ook etnisch moet selecteren. Kijkend naar de teamsamenstelling van de echte topclubs in Europa, de winnaars, kom ik maar heel weinig Afrikanen tegen. Het lijkt een droge constatering, maar ik denk dat het veelzeggend is. Twee, maximaal drie tegelijk binnen de lijnen. Dat heeft met winnaarsmentaliteit te maken, natuurlijk. Team en eenheid, alles met en voor elkaar over hebben. De één is goed in dit of dat, een ander heeft juist weer heel andere kwaliteiten. ‘Mensen inzetten op hun sterke punten’ is dan de managementtaal.
Afrika is een buitengewoon rijk continent. Maar ze leven daar in bittere armoede, en erger. Afrika heeft ook vele topspelers in het voetbal. Maar er is nog nooit een Afrikaans land wereldkampioen geworden, of ook maar in de buurt gekomen. Mensen zijn zoals ze zijn. Dat heeft allemaal zijn redenen. Achtergrond en afkomst, opvoeding en opleiding, omgeving en gewoonte, cultuur en ontwikkeling. De uitzonderingen bevestigen ook hier de regel. Is de één minder, of is de ander slecht? Ik vind van niet, maar je kunt er wel rekening mee houden. Bijvoorbeeld in het werk dat ze doen.
Tot besluit. Ze praten nu in Enschede weer over steun vanuit de regio. Financieel, maar ook de supporters. Locale bedrijven. Ze zijn Tukkers, toch? Laat dat dan eens zien op het veld. Al die voetbalverenigingen in Oldenzaal, Borne, Losser en Delden bulken van het talent. Doe er iets mee. Trots en identificatie, juist in de sport zijn dat voor alle ‘stakeholders’ hele belangrijke pijlers. Met elkaar, en voor elkaar. Weten waarom. Daar zitten grote verschillen.
