Het is nu acht dagen geleden. Maar ik wil er nog steeds even een stukje over schrijven. De opmerkelijke euforie, vooral binnen de plotseling weer heel erg oranje gekleurde, Nederlandse voetbalwereld. Guttegut, “we” winnen weer eens wat. Bij gebrek aan belangstelling van de tegenstanders, die niet toevallig Frankrijk en Duitsland heetten. Hier is typisch sprake van het Van Bommel-effect. Die laat de KNVB-beker ook schieten omdat er belangrijker zaken aan de hand zijn. Alleen maar afleiding van het Grote Doel: kampioen worden. Het leven bestaat uit het maken van keuzes. Dat geldt ook voor de voetbalwereld.
Natuurlijk, het is heel begrijpelijk dat die jongens in en rond het Nederlands elftal zo uit hun dak gaan. Alsof ze wereldkampioen zijn geworden. Maar het is maar de Nations League, een surrogaat voor een bundeltje oefenwedstrijden die geen sponsorinkomsten meer opleveren. Dat waren traditioneel natuurlijk schaamteloos saaie potjes, die bijna altijd eindigden in een gelijkspelletje. Met op de tribunes voornamelijk klassen met schoolkinderen, businessclubjes met hun ‘marketing events’ en natuurlijk ook de bond van katholieke plattelandsvrouwen, die met hun dikke kont ook wel eens op zo’n stadionzitje in de grote stad wilden neerploffen. En daar voetbal je dan voor.
Zo bezien heeft die Nations League misschien toch wel wat meerwaarde, maar het blijft armoedig. Het gaat ook helemaal nergens om. Pas als je je via de reguliere kwalificatiewedstrijden helemaal niet plaatst voor de eindronde van het Europese kampioenschap voor landenteams – dat is op zich al een prestatie met 24 deelnemers -, dan biedt het winnen van een poule in de Nations League nog zoiets als een wildcard. Arjen Lubach heeft er in zijn laatste (jammer, jammer, jammer!) uitzending van het seizoen, een schitterend item van gemaakt. Ik haal daar twee dingetjes uit, die ook op mij van toepassing zijn: a) ‘ik snap er geen ene kut van’ en b) ‘ik ben toch geen debiel?’
Daarom ben ik er eens een paar minuten voor gaan zitten. En wat blijkt? Je kunt maar het beste niet in die bovenste poules spelen, want dat leidt dus alleen maar af. En je moet er vervolgens voor zorgen dat je vooral degradeert. En daarna moet je wéér degraderen. Zo bereik je vanzelf de beste uitgangspositie voor toelating tot Euro 2024 en verder. Op een zo laag mogelijk niveau, met tegenstanders als Bulgarije en Wit-Rusland, heeft een normaal land de grootste mogelijkheden om te winnen. En dan heb je meteen de meeste kans om via de achterdeur van een achterkamertje (de Nations League dus), alsnog de echte eindronde te bereiken. Als je een beetje nadenkt, zoals Mark van Bommel bij PSV, is dat dus appeltje-eitje. Want zelfs in de allerlaagste en allerlaatste Nations League-poule van vier losers, gaat de winnende loser – hatsikidee – meteen door naar het reguliere, Europese eindtoernooi. Dat is nog eens het betere rekenwerk.
Met andere woorden, dit nieuw uitgevonden toernooi draait om de dreumesen, die op deze manier een kans krijgen om zich na 471 kwalificatiewedstrijden alsnog tussen de grote jongens te spelen. Als zichzelf respecterende voetbalnatie wil je je daar niet tussen begeven, laat staan mee bemoeien. Ik vind dat de UEFA daarom zo professioneel moet zijn om voor de volgende editie de, bijvoorbeeld, zes sterkste landen helemaal niet mee te laten doen. Dat is een categorie die we niet aan dit boerenkoolvoetbal gaan blootstellen, want die heeft wel wat anders te doen. Dus daarom zijn landen als Frankrijk en Duitsland uitgeschakeld – uitgeschakeld, of vriendelijk bedankt dankzij Nederland? – , maar ook Spanje, België, Kroatië en Italië plotseling geen winnaars meer “op dit niveau”. Kunnen die ineens niet meer voetballen, tegen landen als Zwitserland, Polen en die postbodes uit IJsland, of zijn ze gewoon slimmer dan de polder, waar men het zo druk heeft met juichen en het benoemen van die hartverwarmende passie van de spelers?

Maar ja, de termijnen van Danny Blind, die enorme voetbalnul als coach, manager en trainer, hebben er in gehakt. Dan is alles niet zozeer letterlijk, maar vooral figuurlijk winst. Het is Oranje en de vele, zo vaak uiterst naïeve volgers vergeven. Ik gun ze een overwinning, een glimmende beker en het uit volle borst gezongen volkslied. Dan kun je weer feesten, en desnoods een rondje varen door de Amsterdamse grachten. De Duitsers en de Fransen zullen er, als ze even wat tijd over hebben, smalend naar kijken.
Dit brengt me op een gouden idee voor Feyenoord, dat ook zo’n grote schare van hondstrouwe supporters heeft. Allemaal mensen die ieder jaar wel een keertje de Coolsingel willen bereiken. Bovendien, die brave Giovanni van Bronckhorst wens je in zijn laatste seizoen toch een prijs? Dan kunnen hij en hen die hem altijd – en tegen beter weten in – de hand boven het hoofd hebben gehouden, toch zeggen dat hij ieder jaar heeft gepresteerd. Dus bedenken we hiervoor, volledig naar analogie van de Nations League, de IJsselmonde Trofee. Je brengt een paar zwakke broeders bij elkaar, zodat ook de grootste loser kans heeft om een prijs te pakken. Dan kun je toch zeggen dat alle inspanningen niet voor niets zijn geweest. Is goed voor de trots en het moraal. Gelijke kansen voor iedereen.
Iedereen?