PORTIEKEN EN PARKEN IN CANADA

Milia en ik hebben vorige maand een grote reis door Canada gemaakt. Het is een hele bijzondere reis geworden, maar niet in eerste instantie vanwege natuurschoon, verwachte, dan wel onverwachte ontmoetingen met beren of andere spannende avonturen. Het venijn zat vooral in de staart, maar daar kom ik in deze nieuwe serie liever later op terug. In plaats van Europese rafelige randen, nu dus een roadtrip aan de andere kant van de oceaan, van oost naar west. All the way. Zoals gebruikelijk wordt een en ander geïllustreerd met enkele foto’s die ik gaandeweg zal publiceren op Flickr.

Eerst en vooral: wij hadden het idee dat Canada een soort voorbeeldland is. Liberaal en correct, rijk en gezond, open en eerlijk, schoon en opgeruimd. Maar dan valt het toch tegen. Ik heb helemaal niet zo veel verschil gezien en gemerkt met de Verenigde Staten, natuurlijk afhankelijk van de regio’s, de staten dus, waar je in Amerika doorheen reist. In Canada hebben ze provincies, ook met grote onderlinge verschillen, en wij hebben ze op het uiterste noorden en noordwesten na allemaal gehad. Maar in iedere stad – oost, west, noord of zuid – heb je bedelaars en ook veel mensen die daadwerkelijk op straat leven en in portieken of parken slapen. Mannen en vrouwen. Jong en oud.

De Canadezen die ik heb gesproken hebben geen goed woord over voor premier Justin Trudeau. De knaap staat ook ver achter in de peilingen om te worden herkozen. Op een gegeven moment red je het niet meer met beloftes (ook daar) die je toch niet nakomt en een moderne look met de nodige tattoos hier en daar, inclusief die obligate tandpastaglimlach. Een open boord, drie of nog beter vier knoopjes los (zie Rutte). Goh, wat ben ik toch modern! Ik ben één van jullie, stem op mij en dan regel ik wat goed voor ons is. Jonge mensen. Het barst er van, in Canada. En allemaal gebruiken ze cannabis, want dat is daar volledig gelegaliseerd. Leve de vrijheid, wie doet ons wat? Dat is te merken, op vele terreinen. Triviaal zijn de petjes die ze allemaal op hebben (leuk, achterstevoren en zo), en – inderdaad – een veelheid aan huidverminkingen die ze tattoos en piercings noemen. Zonder flesje drank in je ene, en de nieuwste iPhone in de andere hand is het leven daar sowieso niets waard. Dan hoor je er niet bij, zoveel is wel duidelijk. Dus vrijheid/blijheid, daar zet ik dikke vraagtekens bij. Go with the flow, dat is een betere typering. Iedereen doet ontzettend zijn best om de trends te volgen, en dat moet dus openbaar, voor iedereen zichtbaar en zonder iedere gêne worden uitgedragen. Pas dan wordt het gênant, vind ik.

Vindt u het raar als ik in een goed restaurant zit, dat ik dan niet verwacht dat ik de menukaart van de onderarm of van de kuiten en enkels van de bediening af moet lezen? En dat ik aan tafel niet wens te worden aangesproken door een serveerster met een stuk of wat ringetjes door wenkbrauw, oren en neus? Mijn trek gaat dan snel over, zeker als er ook nog veel te lange, divers gelakte nagels aan haar vingers zitten. Ongetwijfeld heel erg modern en super trendy. Maar ik hoef niet meer. Canada.

FIRST NATIONS

Minder triviaal is het grotere (hard-)drugsprobleem, aldus diezelfde mensen die ik door acht provincies heen heb gesproken. En de ontevredenheid en frustratie. Het ongenoegen ook. Niks een gelukkig volkje. En met enorme problemen rond, wat ze daar noemen, de First Nations. Oftewel: de indianen (goh, wat klinkt dat nou ineens weer politiek incorrect). Maar ze verzieken de samenleving, ook in Canada. Aboriginals worden ze daar ook wel genoemd. Ga een keer naar Australië om er achter te komen hoeveel respect ze dáár verdienen, hoeveel geduld er nog over is en hoe wordt aangekeken tegen maatschappelijke bijdrage en zo. Dat voert nu allemaal te ver.

Maar ik heb geen indiaan zien werken. In de retail, noch in de horeca. Niet bij de benzinepomp en niet in de hotels. Wat ze daar wél overal hebben is heerlijke koffie. Een goede Relatie van mij wees mij op Tim Hortons, ‘een soort Starbucks’ vertelde hij er bij. Starbucks, ook zoiets. De moderne opiumkit in een stad als Vancouver en wijde omgeving. Maar dwars door Canada wordt Starbucks met groot verschil verslagen door, inderdaad, Tim Hortons. Bijna letterlijk op iedere hoek van de straat, in iedere provincie, overal. Met een geheel ander publiek dan die o zo trendy opiumsnuivers bij Starbucks. De “gewone Canadees”, in plaats van “zie mij”.

Geef mij maar die eerste categorie. Daar heb je wat aan. Samen aan de koffie, wilde hij even bij ons komen zitten. Een vroege zestiger, nog volop aan het werk. Een Railway man met een verhaal. Wat we in godsnaam zochten in Thompson Manitoba. Daar waar de verharde weg ophoudt. Nog maar een betrekkelijk kort eindje en je staat aan de Hudson Bay. Lang verhaal kort, en ter afsluiting van deze blog die inderdaad de achterkant van Canada in minder dan 1000 woorden probeert te vangen, liet hij mij ongevraagd een staatje zien van de meest criminele plekken in zijn zo geliefde Canada. Met Thompson op de tweede plaats. En een grote stad als Edmonton op de 31ste positie. Hoe zou dat nou toch komen, vroeg hij mij. Kijk naar al die andere 29 plaatsen. First Nations. Ook hij ging trouwens niet op Trudeau stemmen.

De Forest View Suites in Thompson, die trouwens minder ‘forest’ dan wel bergen afval te zien geven. En met uitnodigende zitjes voor de ingang.

Wat vind je eigenlijk zelf?

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.