Is het oud nieuws als ik het nog even wil hebben over Oudejaar? Ik durf het eigenlijk wel aan, want er wordt ook – en terecht – nog steeds gediscussieerd over een vuurwerkverbod. Laten we wat dat laatste betreft maar eens stoppen met al dat geouwehoer, en het indelen van mensen – vooral die VVD’ers – in de kampen Voor en Tegen. Ook hier dus die ravijnen van verschil, wie niet tegen is, is voor. Laten we er iets tegen doen, al dat vuurwerk. Veiligheid, niet alleen voor de mensen, zowel slachtoffers als hulpverleners, maar ook voor al die miljoenen dieren. Groot en klein. Binnen en buiten. En het gaat maar door, en het gaat maar door. Ongelofelijk. En dan hoor ik in dit verband nog niets over de milieueffecten. Zoveel rotzooi in de lucht, en op de straat. En het gaat maar door, en het gaat maar door. Jaar, na jaar, na jaar. Maar ik houd erover op. De meerderheid wil het niet, maar diezelfde VVD regeert het land en dus wordt er over elf maanden weer ‘gewoon’ van alles de lucht in gestoken. Vuurpijlen, voetzoekers en middelvingers.
Een andere meerderheid van het land, of meer waarschijnlijk dezelfde meerderheid (…), vindt dat de manier hoe mensen in Nederland met elkaar omgaan het grootste maatschappelijke pijnpunt is. Erger dan de verwoesting van het milieu. En zorgwekkender dan de hele vluchtelingenproblematiek. Terwijl omgangsvormen juist het meest eenvoudig zijn aan te passen. Gewoon en onmiddellijk. Dat kun je zelf meteen regelen, NU, in plaats van het verlagen van de gemiddelde temperatuur met een halve graad Celsius. Want daar gaat toch zeker een generatie over heen. En het verbeteren van de levensomstandigheden van een miljard Afrikanen doe je ook niet even van de ene op de andere dag. Toch? Gewoon, nu beginnen met het aanpassen van je gedrag. Maar steeds grotere groepen mensen hebben daar geen boodschap aan. Die doen en zeggen of schreeuwen wat hen goeddunkt. Eveneens gewoon en onmiddellijk. Bijvoorbeeld die knul die ik een paar dagen geleden aansprak – dom dom dom, niet meer doen dus – op al het knalvuurwerk in de nabijheid van mijn hond, die daar net als ik hartstikke gek van wordt. Hij draaide zich om, zogenaamd om naar binnen te gaan. De loser. Maar achter mijn rug en bijna tegen de hondenstaart, ontplofte een nieuwe bom. Zo voelde ik mij in Valkenswaard in die laatste weken van december in Fallujah. En het gaat maar door, en het gaat maar door. Jaar, na jaar, na jaar. Nee, het gaat niet door; het wordt erger.

Maar gewoon door het jaar moet ik samen met mijn hond ook erg oppassen, hoor. Zo moet ik mij op bepaalde tijden, op bepaalde bosweggetjes hier in de buurt, niet vertonen. Want daar fietst dan een hele rare man, met zijn vals gemaakte hond die nog groter is dan de mijne. Regelmatig wanneer hij mij ziet, als ik dus per ongeluk en in gedachten weer een keer niet goed heb opgelet qua tijd en richting, stapt hij van zijn fiets en neemt de vechthouding aan. Dan heb ik nog geluk, want als hij zijn hond loslaat wordt de mijne zo ongeveer opgegeten, en dat is toch een Hollandse herder. Zou dat in Fallujah ook zo gaan? Ik heb wat voorzorgsmaatregelen genomen, in het kader van zelfbescherming en de verdediging van mijn grootste vriend. Maar toch. Het voelt niet alleen helemaal niet goed, maar ik word er ook heel ongelukkig van. Wil en ga dan ook weg.
Zelfs midden in die zo keurige wijk woont een andere, hele rare man. Als hij mij ziet, dan komt hij soms zelfs daarvoor zijn huisje uit en loopt hij op me af, en vraagt dreigend wat ik moet, en waarom ik zo dicht bij hem ben. Huh? Wat is het verschil met Fallujah? Ik probeer hem te ontlopen, natuurlijk. Als ik ’s avonds licht zie branden, neem ik een andere weg. Maar toch. Het voelt niet alleen helemaal niet goed, maar ik word er ook heel ongelukkig van. Wil en ga dan ook weg.
Eveneens in de buurt was de eerste opmerking van iemand die wist dat mijn vrouw was overleden, daags na de crematie in de afgelopen zomer, dat mijn hond wel erg aan het blaffen was. (Er werden wat bloemen bezorgd, en het beestje dacht dat het vrouwtje aan de deur stond want hij miste haar ook heel erg.) En ze ervaarde plotseling ook hinder van mijn buitenverlichting, een lamp die trouwens al jaren als het donker wordt aanspringt. Ik heb als statement onmiddellijk de elektricien gebeld en een elegante oplossing laten aanbrengen. Want ik wil niets liever dan met rust gelaten worden. Maar toch. In Fallujah doen ze zoiets niet. Het voelt niet alleen helemaal niet goed, maar ik word er ook heel ongelukkig van. Wil en ga dan ook weg.
De manier waarop mensen in Nederland met elkaar omgaan. Bedoelen we dit? Willen we dat? Misschien ligt het aan mij. Aan mijn betrekkelijk grote witte baard, of aan mijn zwarte hoed? Is het de combinatie man/hond? Het zal wel.
Terug naar het oude nieuws van Oudejaar. Die prachtige conference van Claudia de Breij. Ik heb verloren, maar ik ben het niet. Dankjewel Claudia.