DOOD-ONGELUKKIG

Vorige week. Het buitengebied van Valkenswaard. Prachtig weer, eindelijk. Zonnig, niet te warm. Heerlijk om buiten te zijn, iets te doen. Zo geschreven, zo gedaan. Op mijn weg terug passeerde ik de Dommel. Leuk bruggetje, oppassen dat de hond niet weer in dat riviertje duikt. Oftewel, niks aan de hand. Ik voelde me goed.

Een wat oudere man stond zich op dat bruggetje uitvoerig te positioneren met zijn dikke filmcamera. Hij maakte inmiddels aanstalten om weg te gaan toen ik hem rustig voorbij liep. Maar ik ging even terug, want wat zag hij dat al die fotografische moeite rechtvaardigde? Ik loop daar regelmatig. Miste ik iets? Dus ik zocht “zijn” plekje op dat bruggetje even op, en keek in de richting waar hij op had gefocust. Wow, dat was inderdaad een prachtig shot. In het kort, want zoiets is altijd emotie: gefilterd zonlicht, helder Dommels water en uitlopende begroeiing in vele kleuren groen. Ik zei hem dat ik begreep dat hij daar even had stilgestaan. Het zou een prachtige foto zijn. Maar ik sprak tegen zijn rug, en die zei niets terug. De man zelf ook niet, trouwens. Geen enkele reactie. Fysiek noch gesproken. Ik bestond niet. En het kwam aan als een harde klap in mijn gezicht. Ik voelde me dood-ongelukkig en moest alweer denken aan die prachtige dichtregels van Jules Deelder: De Omgeving van de Mens, is de Medemens. Die brachten mij op dat moment overigens weinig troost. Ik was van mijn stuk. Zon en lekkere warmte, voorjaar, kleurenpracht en frisse lucht waren duidelijk ‘overruled’.

Tien minuten verderop, nog altijd in gedachten, kwam ik zowaar een mij bekende ondernemer tegen. We doen regelmatig zaken. Hoe gaat het?, is dan over en weer de standaard vraag. Ik gaf hem het eerlijke antwoord. Misschien is die man wel doof, zo probeerde hij te sussen. Dat is-ie niet, want ik had gezien toen ik, verslagen, hem nog even achterna keek, dat hij wél iets zei tegen een passerende, vrouwelijke fietser. Maar hij vond het overigens heel herkenbaar. En gaf eveneens een eerlijk antwoord op mijn vraag. Hij vond de begeleiding van zijn mensen in hun dagelijkse werk het belangrijkste van zijn job. Daarom had hij er een gewoonte van gemaakt om zo’n twee keer per maand met iedereen tenminste een halve dag mee op te trekken.

“Ton, als je niet oppast zijn ze/we zo geconditioneerd dat je niemand meer kunt vertrouwen. Je moet altijd maar op je hoede zijn. Voor je het weet pak je toch dat snoepje van die vreemde meneer aan. Terwijl je altijd ingeprent hebt gekregen dat je dat niet mag doen. Oftewel, in deze tijd, je hebt voor het minste of geringste een claim aan je broek. Dat kan verantwoordelijk zijn voor een houding die ik niet wil zien. Ik wil het goede niet alleen in mijn mensen, maar ook in de klant meemaken, en zoveel mogelijk naar boven halen.”

Opnieuw een wow-momentje, maar toch heel anders dan nog geen kwartier geleden op dat bruggetje. Het luchtte mij in ieder geval op. Erover praten helpt dus.

Alsof het zo moest zijn, sprak ik daags daarna een andere Relatie van mij. Het ging erover of de meeste mensen deugen, of niet. Mondiaal gezien geloof ik van wel, de meeste mensen deugen. Zeker. Maar voor Nederland ben ik, en zal het voorzichtig zeggen, niet overtuigd. Ik maak teveel mee. Hier, maar ook elders in Europa en vooral in Ierland. Bijvoorbeeld zo’n bruggetjescène is daar compleet, volledig en absoluut ondenkbaar. Dat Komt Daar Niet Voor. Op zeker. En als het wél gebeurt, dan kun je er vergif op innemen dat het een Nederlandse toerist is.

En dan zit je, misschien nog wel in een bepaalde mindset, op zondagavond te kijken naar 2Doc: Zand in de Machine. In die lange reportage over vooral de oorzaken van COVID-19, krijgt het virus letterlijk en figuurlijk een stem. Die maakte mij gisteravond afwisselend warm en koud. Corona zonder corona te hebben. Kijk naar jezelf. Het komt niet uit de lucht vallen, iedereen kon en kan het zien en voelen aankomen. We komen er vanwege ons gedrag ook niet meer vanaf, “over tien jaar verlangen we terug naar 2020”. Maar diezelfde “iedereen” heeft het te druk met zichzelf, en hun vrienden. Feesten en consumeren totdat ze er letterlijk bij neervallen. Hun volstrekt eigen wereldje, zodat al het andere je ontgaat. Rillingen. De waarheid van het uitwonen van Planet Earth. Mega-dierenmisbruik, ecologische vernietiging en klimaatrampen. Het is adembenemend glashelder. Dus nooit meer jezelf afvragen: “Hoe kan dat nou?”.

We leven in een virtuele wereld, en daarom zijn we niet menselijk meer. Corona is nog maar een klein golfje; wacht maar op de tsunami die er aan zit te komen. Inmiddels zijn liefde, humor en creativiteit al verdwenen.

Dat zijn wijsheden uit die docu, van mensen die ervoor hebben gestudeerd. Niet de eerste de beste wappies. Ik geef het virus zelf het laatste woord:

“Als u mij – de zandkorrel – beschuldigt, waarom pleit u dan uw Machine vrij? We lijken tenslotte allemaal op elkaar. Onze inhaligheid kent geen grenzen. Wij koloniseren. Wij vallen binnen in gebieden en eigenen ons rijkdommen toe. Wij zijn gemaakt om ons te vermenigvuldigen. ‘Steeds meer’ is ons devies.”

Prettige dag verder.

Wat vind je eigenlijk zelf?

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.