Toen ik een halve eeuw geleden startte als leerling-journalist, kreeg ik een bureau (met typemachine) dat recht tegenover het bureau van mijn leermeester geschoven stond. We praten over dagblad De Gooi- en Eemlander, binnen de redactie Gooi Noord in Laren. Ik zal het nooit vergeten. Ook niet de wijze woorden van deze senior journalist, die mij in één van de eerste weken met ernstige stelligheid opdroeg dat ik ‘over de doden niets dan goeds’ mocht schrijven. Maar nu ga ik toch echt mijn eigen weg. Ik ga de waarheid schrijven over een dode.
Nou ja, dat heb ik 21 jaar geleden eigenlijk al gedaan in een opiniestuk in het Eindhovens Dagblad, zij het dat de man toen nog springlevend consequent was. Ik moet nog ergens een geschreven prentbriefkaart hebben van een meneer en mevrouw uit Eindhoven, die mij toen uit de grond van hun hart bedankten voor die publicatie. Ze vonden het juist getroffen. Met het verscheiden van Bram Peper moest ik daar weer aan denken. Ik heb het stuk opgezocht. En zonder verder commentaar plaats ik het hier integraal. Over de doden niets dan goeds. Dat verklaart natuurlijk die vele zalvende platitudes van partijgenoten, binnen de PvdA en rondom Rotterdam. Nou, ik kom ook uit Rotterdam en vond en vind Peper niets meer of minder dan een gauwdief. Ik heb daarom onderaan ook een suggestie voor een stuk muziek bij de uitvaart. Laat gerust ook de video zien, daar. Het spijt me, maar meedogenlozer dan de overledene zelf altijd is geweest, kan dit niet zijn. Het is goed zo.
Nog maar een half uur geleden, terugrijdend naar huis, hoorde ik op de autoradio een “gouwe ouwe”: Pretender. Wie het vertolkte weet ik niet meer. “Yes, I am the great pretehender…”, met zo’n lekkere melodie eronder. Ik zong het mee, en bedacht en passant dat ik daarmee maar eens dit stuk moest beginnen. Dat gaat over Bram Peper. The One and Only Real Dutch Pretender, waarbij hij dat zelf weet te brengen als een eretitel. Zoiets alsof hij zojuist een koninklijke onderscheiding in de wacht heeft weten te slepen.
Ik weet niet of deze ex-burgemeester van Rotterdam en ex-Minister van Binnenlandse Zaken zo’n onderscheiding ooit heeft gekregen, maar als dat het geval is dan zou die maar eens moeten worden teruggevraagd. Want eigenlijk heeft hij die met terugwerkende kracht niet verdiend. Je bent het waard of je bent het niet waard. Of, om met één van zijn wèl betrouwbare voorgangers te spreken: “Een beetje integer bestaat niet”. Een beetje dom mag je wel zijn, zo vindt zelfs M. Zorreguieta. Die mensen kennen we natuurlijk allemaal in onze omgeving. Op een bepaalde manier gebracht is dat mogelijk zelfs wel charmant. De kracht van communicatie en vooral: c’est le ton qui fait la musique. Zelfs de kroonprins is het (“een beetje dom”). Maar een beetje integer: dat is uitgesloten.
Om die reden heeft Ien Dales, want van haar komt die krachtige stelling, een minder aanzienlijke collega-burgemeester, niet van Rotterdam maar van Goes, oneervol ontslagen. Die had wat zitten rommelen met taxideclaraties, tot een bedrag van slechts enkele honderden guldens. Maar, zo merkte Dales terecht op, het gaat niet om de hoogte van dat bedrag maar om het verschijnsel. We hebben in het openbaar bestuur mensen van onbesproken gedrag nodig. Al dan niet stevige persoonlijkheden, maar in ieder geval geschikt voor een voorbeeldfunctie. En niet vanwege hun pak, hun advocaat of hun echtgenote, maar dankzij niveau. Dat gaat altijd gepaard met betrouwbaarheid.
Nu weet Peper het als geen ander zo te plooien dat hem geen blaam treft. Vorige week heeft de rechter het diepgaande onderzoek van KPMG op drie mineure punten veroordeeld. De feiten bleven overigens recht overeind, maar de prestigieuze accountantsclub had het wat anders moeten formuleren. Oftewel, en vrij vertaald: het klopte allemaal wel, maar het was wat rottig de strot uitgekomen. Pak dat in het vervolg wat anders aan, zo vond de edelachtbare. En hij ging over tot de orde van de dag.
Voor Peper en zijn kliek, hij noemt dat overigens zelf “Het product Peper”, was dat echter reden om – begeleid door aanzwellend tromgeroffel en veel trompetgeschal – victorie te kraaien. Een haantje is hij zeker, zeg maar gerust een raszuivere testosteronhaan zoals er nog maar weinig in een moderne democratie rondscharrelen, maar op dat moment was dat natuurlijk niet gepast. Maar wel te verwachten van het product zelve. Hij staat voor een slordige NLG 65.000,-, zelf zou hij zeggen nog geen 30.000 Euro, want dat klinkt toch net even wat anders, in het krijt bij de gemeente Rotterdam, maar weigert dat terug te betalen. Voor mijn part betaalt hij dat ook niet terug, want ook hier gaat het niet om de hoogte van het bedrag. Rotterdam zal er niet failliet aan gaan.
Maar inderdaad het verschijnsel, dat nota bene de burgemeester zelf niet zomaar even met een vinger uit de suikerpot likt, maar deze met beide klauwen helemaal leeg eet. En vervolgens zonder blikken of blozen opmerkt dat dat allemaal heel functioneel is. Dat de gemeentelijke creditcard wordt aangewend voor de aanschaf van kleren en voor het betalen van privéreizen. Dat er familiale boot-, vliegtuig- en helicoptertripjes worden gemaakt op kosten van de baas. Dat zijn dus u en ik. En dat er allemaal niets aan de hand is. Dat de man toch ook zijn verdiensten heeft. Dat hij zo zijn best heeft gedaan. Oftewel, als je gewoon doet waarvoor je bent aangetrokken, presteren is in zo’n job immers geen verdienste maar een eis, dan mag je jezelf exhibitionistisch verrijken. Kok bedoelde destijds natuurlijk “exorbitant”, maar die inmiddels klassieke verspreking is hier wel heel nauwkeurig van toepassing op Peper.
Exhibitionistische verrijking, het is letterlijk wat er gaande is geweest. De man die hij daags na zijn “overwinning” ontvangt in het Torentje, waarmee overigens niets gezegd wil zijn over de visie van onze premier op deze soap. Ik schat hem wèl op niveau. Alhoewel hij zich in de keuze van mensen wel vaker danig wil vergissen. Ik herinner mij zo’n andere schuinsmarcheerder: prof. dr. Roel in’t Veld. Aan academische lauwerkransen geen gebrek, net als Peper. Maar die als “kwaliteitsinjectie voor het kabinet” (citaat Kok) bedoelde staatssecretaris moest ijlings op een zijspoor worden gerangeerd toen bekend werd dat hij in feite een onbedaarlijke schnabbelaar was. Ook al niet betrouwbaar, dus. Geen niveau.
En onlangs weer een andere burgemeester, die van Capelle a/d IJssel. Deze mevrouw Van Doorne zit in het bestuur (de ene hand veegt de andere schoon, “networking” in optima forma) van de Commissie Toezicht Uitvoeringsorgaan (CTU) en is belast met het controleren van declaraties van ziekenfondsen. En ze declareert zelf dubbel. Kilometerkosten à 60 cent bij haar bijbaan en taxikosten voor dezelfde ritten bij haar eigen gemeente. Wie bedenkt zoiets? Wie durft dat ongedrogeerd in zo’n functie aan? En vooral: wie maakt daar korte metten mee? Ik heb zo’n heimwee naar Ien Dales.
Er wordt zelfs gesproken over een nieuwe openbare functie voor onze Bram. Ik weet er slechts één: Minister van Propaganda.