WEG, WEG UIT SERVIË

Reizen door de westelijke Balkan, ik raak er nog even niet over uitgepraat. Waar waren we ook alweer gebleven? De omgangsvormen en in wat bredere zin de kwaliteit van leven in Servië en alles wat zij als “Servisch grondgebied” beschouwen (dat is zo ongeveer voormalig Joegoslavië). Die agressie daar. Het gevoel dat zij de allerbelangrijkste mensen in de wereld zijn. Kijk vooral naar jezelf, je eigen leven. Alles wat zich daarbuiten afspeelt is niet voor 80%, maar voor 99% absoluut niet interessant. Niet (ook) waardevol. Of, nauwkeuriger geformuleerd, dat moet je (willen) vernietigen. De hooghartigen, narcisten en hedonisten lopen om beurten, en anders wel hand-in-hand de dagelijkse stadsparade.

Dat vertaalt zich onder andere in een werkelijk absurde focus op je eigen mobieltje. Ik ben zo om mij heen, waar ik ook naar toe ga of verblijf, wel wat gewend. En denk er het mijne van. Maar in een stad als Novi Sad worden wat dat betreft alle grenzen overschreden. Mensen, en dan heb ik het over letterlijk iedereen tussen grofweg 16 en 40 jaar oud, kijken onafgebroken naar werkelijk niets anders. Al overstekend, in de restaurants, op de terrassen, bij elkaar, in de supermarkt, zittend in de bus of op de stoel bij de kapper. Als je ergens de weg vraagt, dan krijg je geen antwoord maar wordt er driftig op het mobieltje geklopt, om keer op keer tot de ontdekking te komen dat dat ding ook geen uitkomst biedt. Zelf weten ze niks. Maar trouwens, ze spreken toch amper een woord buiten de deur.

Dat impliceert dat we weinig verbetering en vooruitgang kunnen verwachten. Eerder hier ook gehoord en opgeschreven dat het niet zo gek is dat dat land – zo’n volk, met die attitude – , enkele van de allergrootste oorlogsmisdadigers heeft voortgebracht. Dus is het evenmin raar dat ze daar zo lekker warm tegen moedertje-Rusland aanschurken. Maar principes in Belgrado zijn er om geschonden te worden. Servië gaat naar de grootste bieder, en ze willen het van geval tot geval ook nog weleens afwisselen. Van de EU naar China, dan weer Rusland en vervolgens toch maar weer terug naar West-Europa.

Omgaan met de ander. In die zin is het evenzeer typerend dat de grote synagoge van Novi Sad er midden in de stad verwaarloosd bijstaat. In de buurt waar vóór WO II de Joodse gemeenschap woonde en werkte. Maar er zijn in deze hele stad nog maar 400 Joden “over”, en ‘hun’ synagoge, waar het onkruid inmiddels bijna tot boom en dwars door het dak is gegroeid, is nu een concertzaaltje. Omdat de akoestiek zo goed is. De nieuwe tijd, net wat u zegt. Trouwens, het gebouw behoort wel tot zoiets als officieel nationaal erfgoed en wordt als zodanig beschermd door de Servische overheid. Dan weet je nu ook weer wat dat waard is.

PRAAT MET DE LOCALS (3)

Weg, weg uit Servië. Op de laatste avond ontmoette ik een leuk stel. Twee jonge mensen, samen met mij de enige gasten in het minirestaurantje langs de doodstille weg dat ik in die paar dagen inmiddels tot mijn huisrestaurant had omgedoopt. Natuurlijk, niet de hele wereld is slecht. En dus ook niet alle Serviërs. Gelukkig maar. We zijn binnen negentig minuten met elkaar bijna de hele wereld overgegaan, en kwamen toch weer uit waar we begonnen. Daar, letterlijk op de rand van de Donau, slechts enkele tientallen kilometers verwijderd van de landsgrens met Roemenië. Een Servische uithoek in het Derdap (of Djerdap) Nationale Park, waar ik moederziel alleen – maar hoe lekker kan dat zijn – de enige campinggast was.

Hij vertelde mij dat de mensen daar tot de rijksten van de republiek, in ieder geval het hele noordoosten van Servië behoorden. Of ik dat wist. Nou, nee. Dus ga door! Het had alles te maken met de tijd dat Servië werd geboycot door het westen. Gebrek aan van alles en nog wat, maar niet hier. Daar waar de Donau op z’n smalst is. Een beetje zwemmer gaat zo van zuid naar noord, en zet voet aan wal in Roemenië. Maar smokkelen gebeurt natuurlijk buiten het zicht. ’s Nachts stak er van alles over, precies op dit punt. Nog makkelijker, en buiten ieders nachtkijker of andere controle om, zou een tunnel zijn. Het vermoeden bestaat, aldus mijn Servische vriend-voor-een-avond, dat die tunnel nog altijd bestaat. “Je kunt alles en iedereen verbieden, maar de mensen vinden altijd wel een oplossing. En de slimsten profiteren daar dik van.” Zo bleek niet alleen de man in Tirana die ik later zou tegenkomen, maar ook hij op z’n minst een halve filosoof.

Trouwens, ik heb inmiddels na lange tijd (want er waren geen reizen) weer wat bijbehorende foto’s op Flickr gepubliceerd. Oftewel, een paar plaatjes bij de stukjes.

Mijn huisrestaurant voor 48 uur. Daar waar je de echte mensen ontmoet.

Wat vind je eigenlijk zelf?

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.