“Volgens de Chinezen is 2010 het Jaar van de Witte Tijger. Van oudsher staat het Jaar van de Tijger voor hard, moeizaam, onrustig, met veel onverwachte wendingen, wisseling van leiderschap, economische transitie en agressie. In zo’n jaar gaan grandeur en armoede hand in hand. Het nieuwe jaar is op Valentijnsdag begonnen. Liefde en passie worden belangrijke thema’s. Zo’n jaar is er een van grote kansen, maar ook van sociale onrust. De tijger houdt niet van een saai bestaan, en saai is 2010 dan ook zeker niet.”
Deze zinnen komen rechtstreeks van de site van Adjiedj Bakas, een meer dan interessante trendwatcher. Daarom heb ik hem ook aangehaald op mijn eigen website. Al sinds 2 maart staat dit er met bronvermelding op. Want ik ben ernstig onder de indruk van zijn woorden. Benoem het maar, wat er allemaal om ons heen gebeurt… Bakas zegt: “Een jaar van passie, transitie en turbulentie”.
En of het nu van de heer Bakas komt, of van die wijze Chinezen: het is precies wat er aan de hand is.
Financieel, politiek, in de sport.
En kleinschaliger maak ik het bijna dagelijks mee in mijn eigen praktijk van werving en selectie. Dan gaat het gewoon om 1-op-1 contacten. Je kijkt en je luistert, hoeft zelf eigenlijk helemaal niets meer te zeggen. En die woorden over dat jaar van de tijger stampen iedere 24 uur meerdere malen door mijn hoofd. “Hard, moeizaam, onrustig, met veel onverwachte wendingen.” Ik heet no nonsens, ik ben no nonsens en ik denk no nonsens, maar ik herhaal: die woorden over dat jaar van de tijger stampen iedere 24 uur meerdere malen door mijn hoofd.
Een typerend voorbeeld, heel actueel. Op zoek naar een servicemonteur ontvang ik een uitstekende cv. Ik bel de kandidaat op, zoals gebruikelijk. De knaap zelf klinkt goed. Maar een vrouw op de achtergrond zit er doorheen te gillen. Ik kan niet precies horen wat ze allemaal hardop roept, maar aan de reactie van mijn kandidaat merk ik wel waar het over gaat. En hoe het zijn antwoorden op een paar eenvoudige vragen van mij beïnvloedt. Het blijkt om zijn echtgenote te gaan. De moeder van zijn drie jonge kinderen. Die vindt een bezoekje aan Valkenswaard voor een sollicitatiegesprek maar niks. Veel te ver weg (de knaap woont even voorbij Breda). Zo kun je de hele wereld wel over reizen, hoor ik op de achtergrond. En het wordt toch nooit wat. Kost alleen maar geld. En veel tijd. En hoe moet dat dan met de kinderen.
Ik bewaar mijn rust. En leg het nog een keer uit, wie ik ben en hoe ik werk. En wat mijn rol is in het sollicitatieproces. Want die jongen zelf is niet verkeerd. Als het dus een serieus gesprek is, dan wil hij graag komen, zo overstemt hij zijn nog steeds van alles roepende vrouw op de achtergrond.
Het gesprek volgt, en deze kandidaat is echt goed. Hij gaat zelfs meteen door naar de opdrachtgever – scheelt weer een rit, want die zit hier in de buurt – en en passant vertelt hij dat hij niet alleen geen baan heeft, maar even ook geen uitkering. Dat blijkt te kloppen, en heeft te maken met zijn bijzondere arbeidsverleden. Drie kleine kinderen, dus ik snap het inmiddels weer wat beter. Blij dat ik niet meteen dat telefoongesprek heb afgekapt.
Ook de opdrachtgever ziet het wel in hem zitten. De kandidaat zelf trouwens ook, want hij geeft correct, enthousiast en zeer positief feedback van de kennismaking. Daarbij laat hij zich ontvallen, dat de hele familie die sollicitatiedag bij zijn ouders in het Eindhovense op bezoek is geweest. Daar hebben ze die avond dan ook gezellig gegeten.
Mijn opdrachtgever wil hem nog een keer terugzien. Ik had dat inmiddels toegelicht, van dat eerste telefoongesprek en zo. Om die reden belooft men hem dan ook een forse reiskostenvergoeding. Dus we gaan hem bellen. Weet u nog wel: zonder baan, zonder inkomen, geen geld over om de rit naar Valkenswaard te ondernemen.
Een tweede gesprek, in principe om af te ronden. Komende woensdag. Dan zou hij misschien op 1 november al kunnen starten. Dus een enthousiast telefoontje. Maar de kandidaat weet niet of-ie wel kan komen, woensdag. Dan moet-ie op de kinderen passen, en heeft hij ook misschien geen auto ter beschikking. Ik geef nog aan, dat met de tijd te spelen is. Bijvoorbeeld vroeg in de ochtend. Of ’s middags laat. Zeg het maar. Dan kan hij de laatste één of twee uur voordat zijn vrouw weer thuis is – die trouwens ook geen werk heeft – misschien wel wat regelen. Het blijkt allemaal moeilijk, moeilijk.
“Ik ga kijken wat ik kan doen, moet echt even overleggen met mijn vrouw. En dan bel ik zo nog wel even terug…”
Dat heeft-ie niet gedaan.
Een jaar van passie, transitie en turbulentie. Hard, moeizaam, onrustig, met veel onverwachte wendingen. En met zomaar één enkel voorbeeld van de vele verbazingen die mij wekelijks, en misschien wel dagelijks treffen.
