Met rode koontjes heb ik vorige week zaterdag een groot verhaal gelezen in NRC over de grappen en grollen van Dion Graus (PVV): De Wereld van Dion, met een verbluffend sprekende illustratie van Siegfried Woldhek.
Onderzoeksjournalistiek zoals het hoort, geheel volgens de regelen der kunst. Dat is waardevoller dan al dat gesmoes in de Tweede Kamer. Moeten we koesteren, internationaal. Media als The Guardian, The New York Times, Le Monde, het Duitse NDR en de Süddeutsche Zeitung, Politiken (Denemarken), The Irish Times en in Nederland Trouw en Het Financieele Dagblad maken deel uit van het International Consortium of Investigative Journalists, dat zoveel zaken aan de kaak stelt waar de bestaande, relevante instituties al langere tijd van weg kijken. Omkoping en corruptie, mensenrechten, milieuschandalen en fiscale constructies die geen enkel daglicht waar dan ook op deze planeet kunnen verdragen. Dan raak je aan de gevestigde namen, overheden en instellingen. Die vinden het als vanzelfsprekend te ingewikkeld, met teveel belangen. Past niet bij hun waan van de dag. Bovendien hebben ze bijna allemaal bloed aan hun handen en boter op hun hoofd. Onafhankelijkheid biedt op dit soort onderwerpen, maar waar eigenlijk niet?, grote voordelen. Terug naar die Dion Graus.
Ik wil hier de details van het verhaal niet aanhalen, want daar zijn ze letterlijk te goor voor. Maar het gekke is wel, dat de steen die NRC in de Hofvijver heeft gegooid, tot geen enkele rimpeling heeft geleid. Ze hebben daar begin van de week zelf(s) ook een nieuw verhaal aan gewijd, met diezelfde constatering. Maar er gebeurt niks. Zoals zo vaak. En dat is intrigerend.
Normen en waarden, moraliteit en iets van ethiek. Omgangsvormen, de goede smaak. Misschien zelfs iets van niveau? Het is allemaal ver te zoeken, merkwaardigerwijze ook bij die oh zo keurige en correcte Khadija Arib. Zij zou in haar rol van Kamervoorzitter toch moeten aanslaan op de gebeurtenissen die Wubby Luyendijk en Joep Dohmen in hun krant aan de kaak stellen:
- Al in 2019 meldden EenVandaag en de Volkskrant dat Graus in Voorburg woont, maar bij de Tweede Kamer het woonadres van zijn hoogbejaarde moeder in Heerlen heeft opgegeven. Daardoor toucheert hij in 14 jaar ten minste EUR 125.000 te veel aan verblijfsvergoeding (reiskosten). Typerend gedrag van de gauwdief. En het gaat maar door, dus ook vandaag. En morgen weer.
- In Heerlen heeft Graus geen woning, wel een stuk grasland. Ooit had hij er bouwplannen, maar sinds zijn verhuizing in 2007 naar Voorburg zijn die er niet meer. De gemeente trok de bouwvergunning in juni 2004 in. In strijd met de fiscale regels voert hij het grasland na twaalf jaar – waar er drie jaar voor staat – nog steeds op als “bouwgrond” en trekt hij de betaalde hypotheekrente af. Graus laat de belastingbetaler in strijd met de fiscale regels meebetalen. Het levert Graus een – onterechte – aftrekpost op van zo’n drieduizend euro per jaar.
Maar dat gaat om oplichting en fraude. Er is nog zoveel meer aan de hand met deze man, die het lichaam van zijn partner in de aanbieding gooit om zijn persoonlijke beveiligers – ook geen lekkere jongens, zo blijkt – te bevredigen. Betaling in natura, tot en met in de PVV-fractiekamers aan het Binnenhof, in de rijksgebouwen.
Baas Geert Wilders, die Graus voor de komende verkiezingen op een zekere 13e plaats heeft gezet, weet van alles. Maar ontkent evenveel. Dat zal hij hebben afgekeken van Poetin, en het werkt. Ook in Nederland.
Misschien vinden ‘we’ dit allemaal wel gewoon. Gebeurt het veel vaker, om niet te zeggen dat het dagelijkse business is. Het bevlekken, niet alleen figuurlijk maar in dit geval ook heel erg letterlijk, van je blauwe, lederen zetel aan het Binnenhof. Niet over lullen, morgen weer een dag. Het waait wel weer over. En aldus geschiedde. De PVV boekt op EenVandaag een peilingswinst van twee zetels.
Sta straks op 17 maart toch maar eens stil bij “de volksvertegenwoordiging”. Wie zijn dat, waar komen ze vandaan, wat is hun trackrecord? Opleiding, ervaring? Wil je je laten vertegenwoordigen door figuren als Dion Graus? Spreken die jouw taal? Doen zij wat jij zou doen, zou willen?
Ik vrees het ergste.
