GROOTS EN MEESLEPEND

We zitten in de 37ste nacht van de avondklok. Leven en laten leven. Wie blijft er leven en wie sterft? Waardoor, en waarom? ‘Waaraan’ is dan misschien wel de meest relevante vraag. Als je in leven blijft, mag je jezelf ook afvragen ‘waarvoor’? Ik houd het op toeval – dit keer wel – dat ik vorige week dinsdag bij NPO 2 een documentaire heb gezien waarvan ik op voorhand dacht dat het niet de moeite waard zou zijn. Waarom weet ik ook niet. Zomaar, een gevoel. Maar toch vond ik dat ik allicht even naar het begin kon kijken, want de programmering van 2DOC is vaak wel erg goed. Oscar Benton. Wie? Kijk, dat bedoel ik dus.

Ferdinand van Eis, want dat is de echte naam van Oscar Benton, was een rasechte Nederlandse bluesvertolker en alcoholist, vooral beroemd in het Oostblok van destijds. Maar met zijn grootste hit, Bensonhurst Blues, heeft hij ook in Frankrijk een nummer-één hit gescoord. Dat dat vooral te danken is aan Alain Delon, die het in zijn film Pour la peau d’un flic heeft gebruikt, doet daar niets aan af. Oscar Benton was iemand.

Vanwege zijn alcoholverslaving heeft Van Eis in 2006 een vreselijke val van de trap in zijn eigen huis gemaakt, met ernstig hersenletsel als gevolg. In die documentaire, die heel toepasselijk de titel I’m Back heeft gekregen, zien we iemand opbloeien van dood vogeltje tot cultster. Van Eis was in een verzorgingshuis beland, dat me deed denken aan ‘Het geheime dagboek van Hendrik Groen’. Maar Van Eis was er veel erger aan toe. Niks Omanido, maar gewoon zitten wachten totdat Magere Hein uit de lift zou stappen. Vreselijk dus. Wel mooi hoe een vriendelijke medebewoonster, let op haar gelakte nageltjes, lief en leed in de gezamenlijke ruimte met hem deelt. Een grapje hier en een steek onder water daar, want zo gaan die dingen.

Johnny Laporte, één van zijn vroegere bandleden, verdient daar een standbeeld. Hij kan het succes van zo lang geleden maar niet vergeten, en bezoekt zijn kreupele held Oscar met een gitaar, cd’s en opnameapparatuur. Heel voorzichtig horen en zien we dingen gebeuren die schitterend in beeld worden gebracht. Ik bleef dus kijken, en was meer dan zomaar geboeid. Hier gebeurde iets zoals eerder met Glen Campbell in I’ll Be Me, misschien wel de meest aangrijpende muziekdocumentaire ooit. Campbell was aan het dementeren, had moeite met de naam van zijn vrouw en kinderen, maar maakte dwars door Noord-Amerika een afscheidstournee waar de vonken van af vlogen. Die man kon plotseling weer alles, zingend en met zijn gitaar. Veelbetekenend. Met open mond en tranen in mijn ogen naar zitten kijken.

BETER WORDEN

Als je mensen wezenlijke aandacht geeft, dan bloeien ze op. Dan worden ze beter. En kunnen ze van alles, in ieder geval veel en veel meer dan je ooit had kunnen denken. En Laporte had er geloof in, en geduld voor. Beetje bij beetje kreeg Benson weer het gevoel terug voor microfoon, muzikale begeleiding en performance. Niks naar de “crea” of een rustuurtje. Dooie mus wordt vrouwenversierder, ook dat zag je gebeuren. Met een matje van witte haren in zijn nek en een André Hazeshoed op zijn hoofd, waren we getuige van de hergeboorte van een rasartiest. Het kan, als je er maar geloof in hebt en met een paar warme, inspirerende mensen om je heen. Betrokkenheid, geduld en vooral liefde zijn hier de werkwoorden.

Waar Glen Campbell nog vlak voor zijn dood door Amerika trok, zocht Oscar Benton Oost-Europa weer op. Met in beide gevallen uitzinnige fans aan hun voeten. Ook die medaille heeft trouwens twee kanten. Zijn lieve vriendin in het tehuis, met die gelakte nagels, kreeg plotseling juist helemaal geen aandacht meer van “haar” Oscar. Nog sterker, diezelfde Oscar verliet met enige poeha de instelling en ging wonen in het huis van, en zelfs trouwen mét zijn nieuwe vlam. In tegenstelling tot Ria, zijn schat van een verzorgster, die (bijna) alles voor hem wilde doen en ook al deed vóór zijn fatale val, was de barokke blondine die hij aan de haak had geslagen – of zij hem – , niet te beroerd voor nog een nummertje seks. En ook de jeneverfles kwam weer op tafel.

Ze hebben niet lang meer kunnen drinken en vrijen. Want een paar maanden later liet zijn hart hém in de steek. Dat zal geen medisch mirakel zijn geweest.

Toch weet ik zeker, dat Ferdinand van Eis die laatste paar jaar van zijn leven met die heerlijke sex, drugs & rock and roll voor geen goud had willen inruilen voor, laten we zeggen, tien jaar extra naast die vriendelijke mevrouw, in dat verzorgingshuis.

Oftewel, gaan we, ook in tijden van corona (het spijt me) voor kwaliteit of kwantiteit? “Groots en meeslepend’, zoals Oscar Benton, of onder toezicht en voortdurende controle in een beschermende atmosfeer? Zo heeft, sorry had iedereen een keuze.

Ontstijg dat grauwgrijze wolkendek. Neem me mee naar waar mijn dromen werkelijkheid kunnen worden.

Wat vind je eigenlijk zelf?

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.