Nog niet zo heel lang geleden las ik een stukje van Liesbeth Wytzes in Elsevier over “oude mensen”. En waarom ze toch altijd zo boos zijn. Nou, ik kan er over meepraten.
Je zou toch zeggen dat pensionado’s en andere al dan niet vroeg-gepensioneerden, volop kunnen en wat mij betreft ook mogen genieten van hun vrije tijd. Zij hebben (pre-)pensioenen en andere uitkeringen die nooit meer zo hoog zullen worden. Ze worden financieel vaak op gang gehouden door een bijzonder luxe, zeg maar gerust een anno 2011 buitenproportioneel decadente geldmachine, waarvan hun kinderen en kleinkinderen alleen nog maar mogen dromen. Laat staan hun achterkleinkinderen, in een Europa dat tegen die tijd helemaal en volledig in verval zal zijn. Want wij, Europeanen, gaan het op mondiaal niveau echt niet redden, maar dat is een andere blog. Dus geniet er van, nu het nog kan. Maar toch zijn ze altijd maar weer zo boos, boos, boos. Oude mensen. Met ook altijd hun mondje bij zich. Mondje? Een grote bek zul je bedoelen!
Je fietst op een fietspad, maar een beetje teveel naar links. Commentaar: Kun je niet uitkijken! Je moet rechts rijden in Nederland! En zo kunt u zelf ook nog wel enkele commentaarvarianten opnoemen. Rij zelf maar eens op de fiets, op een gewone werkdag, ergens tijdens kantooruren over de dorpsstraat. U zult het gaan meemaken, als u zich tenminste niet opstelt als een modelweggebruiker. Toegegeven, dat ben ik niet altijd. En dan heb ik bijna altijd ook nog een hond naast me. Dus een paria, zeker als ik niet heel expliciet communiceer dat ik een plastic zakje voor de eventuele hondenpoep bij me heb. Commentaar: Die hond mag hier niet worden uitgelaten! Je moet wel een zakkie bij je hebben! Hé joh, weet je wel dat dat niet mag! En, dat doet me altijd aan de verhalen van vroeger denken, zeg maar gerust de oorlog: Ik ga je aangeven! En als het commentaar niet losbarst, dan is er wel die blik. Dodelijk.
Terwijl er niets aan de hand is. Ik fiets of loop daar gewoon met mijn hond.
Maar het lijkt er wel op alsof ze het opzoeken, die oude mensen. Ze zitten er op te wachten of ze hun commentaar kunnen loslaten op alles wat zo voorbijkomt. Op de straat, voor hun huisje met hun extreem gemanicuurde voortuintje (de buurt, weet u wel), op de markt, in het bos. Overal waar ze zich zo op een dag kunnen ophouden, kom je ze tegen. Oude mensen. Die vaak toch helemaal nog niet zo oud zijn. Maar ze hebben niks meer te doen. Hun financiële kostje is gekocht. En ze vervelen zich een ongeluk. Letterlijk. Dus gaan ze maar lopen afgeven op alles en iedereen.

Nu ben ik in de gelukkige – alhoewel ik bij dat begrip onder de gegeven omstandigheden steeds meer vraagtekens zet – omstandigheid, dat ik me af en toe als een pensionado kan gedragen, maar er nooit een zal worden. Ja, ik fiets tijdens kantooruren zo maar een keer door het bos. Soms zelfs meerdere keren per week, afhankelijk van het weer. Heerlijk. Als de hond en ik tenminste geen oude mensen tegenkomen. En ik ga op donderdagmiddag bijna altijd naar de markt in Valkenswaard. Ik zet het nog net niet in mijn agenda, maar informeel is het een recurring note. Bosje bloemen voor Milia en twee moten wilde zalm voor het avondeten. Moet kunnen. Daar ben je ondernemer voor geworden. Je kiest je momenten, voor werken, slapen, ontspannen… Zoals mijn buurman in Ierland dat pleegt te noemen: jij leeft asynchroon. Nou en?
Laat me, laat me mijn eigen gang maar gaan. Zong Ramses Shaffy, het vertaalde chanson van Serge Reggiani. Met die hele mooie ondertitel: “Vivre”.
Als die oude mensen dat nu eens zouden gaan doen. Leven. In plaats van verzuren.
Update woensdag 16 september: deze link voert u naar een redelijk uitvoerig redactioneel stuk uit het Financieele Dagblad, waaruit blijkt dat veel van die verzuurde mopperkonten er financieel liefst 16% op zijn vooruitgegaan, in de laatste jaren. Dat is dus tevens een interessante bevestiging “dat geld niet gelukkig maakt”. Plus een uithaal naar de FNV, die als vakbond weer eens niet weet waar ze het over heeft…