Gisteren was de laatste dag van een machtige overzichtstentoonstelling van het werk van de schilder Neo Rauch in het Zwolse museum De Fundatie. Ik heb die expositie bezocht, en werd getroffen door een grote herkenbaarheid. Ik heb het hier, in mijn eigen blogs, vaak over rode lijnen, door de jaren heen. Verhalen die zich iedere keer op een andere wijze manifesteren, maar steeds op dezelfde manier bij elkaar komen. Mensen zijn zo vaak minder verschillend dan dat ze vooral zelf willen doen geloven. Dat kun je zien, en dat kun je voelen.
- Bijvoorbeeld hun drijfveren, en hun angsten.
- De bedreigingen en het geluk.
- Het individu tegenover de samenleving.
- Liefde en haat.
- Vrijheid en volgen.
- Macht en onderwerping.
- Natuur of cultuur?
Oftewel: herkenning. Allemaal thema’s waar je in dat geval wat mee kunt. De één maakt daar een tekening over, een ander pakt een rotsblok en gaat een beeld uithakken. En zo ontstaan natuurlijk ook muziek, poëzie en literatuur. Weer anderen brengen al die gevoelens over op het doek, zoals Neo Rauch. Maar de meesten doen er natuurlijk helemaal niets mee. Omdat ze niets zien en niks voelen. Hun leven loopt, als iedere dag. Gewoon. Massaliteit en kuddegedrag, in al zijn grauwheid overigens ook een prachtig thema waar je van alles mee kunt. Afkijken en nadoen. Maar dat is de kunst van Neo Rauch zeker niet.
Een medewerker van Museum de Fundatie vertelde mij dat veel bezoekers de schilderijen niet begrepen; ze wisten letterlijk niet wat ze zagen. Ze hadden geen houvast. Misschien is het juist dat wat Rauch wil laten zien. Gelukkig kun je kunst heel individueel ondergaan. Dat mag hier nog. Ieder het zijne. Haal er uit, en doe ermee, wat je wilt.
Ik zie mensen in een wereld die steeds mechanischer wordt. Daarbij mag je mechanisatie wat mij betreft ook doortrekken naar automatisering en algoritmen. Iedereen probeert het op zijn of haar manier zo goed mogelijk te doen, natuurlijk. Maar waar halen zij hun voorbeelden vandaan? Zijn dat mensen, dichtbij of ver weg, of systemen? Is er sprake van inspiratie of gewoonte? En wat is hun toekomst? Ondertussen veranderen de perspectieven, eigenlijk verandert alles om hen heen. Onbegrip. Want: waarom? Maar de mensen blijven hetzelfde. Met al hun gevoelens en onzekerheden. Ze zoeken houvast, kijken op en tegenwoordig vooral uit naar een leider. Kapotmaken en weer opbouwen, als continu proces. Maar wat kunnen we allemaal nog verwachten?
Eveneens gisteren las en zag ik, dat er in Thailand een dode griend was aangespoeld. Dat is een walvisachtige, die niet minder dan tachtig stukken plastic had ingeslikt. Ieder jaar opnieuw, zo heeft de VN becijferd, dumpen we met z’n allen acht miljoen ton plastic in de zee. Ieder jaar. Dat levert dus ook die verpletterende beelden op van zo’n zeeschildpad, die zich wanhopig heeft vastgesnoerd in een kunststof net. Kijk naar die ogen. Voel mee en lijd. Het is er niet één, miljoenen van die schildpadden raken verstrikt en sterven een vreselijke dood. Door mensen. Dat soort gebeurtenissen zou iedereen onmiddellijk bewust moeten maken van de manier waarop ‘wij’ de aarde vernietigen. Ook op die manier. We verbruiken en misbruiken tot de dood erop volgt. Later pas wijzelf. Eerst de dieren, de planten, het water en de lucht. En dus het voedsel.
We gaan maar door, leggen ons geen enkele beperking op. Ja, in schijn. De mutsen die het papieren wikkeltje van het kunststof yoghurtpotje afpeuteren, waar ook weer lijm onder zit. Maar we hadden toch verbrandingsovens, we hebben er toch voor gezorgd dat we inmiddels heel aardig kunnen recyclen? Daarna stappen ze op hun scooterbrommertje voor een tochtje naar de sportschool, want bewegen moet, waardoor zoveel rotzooi de lucht in wordt gejaagd dat je net zo goed het hele emmertje van de yoghurt gewoon had kunnen weggooien, natuurlijk wel in de toepasselijke kliko.
Maar ja, een beetje nadenken en oppassen. Je bewust zijn van je gedrag. De gevaren herkennen en er iets aan doen. Wie? Wat? Het werk van Rauch geeft inzicht.

Toen ik uit Zwolle vertrok en mijn auto uit de garage wilde rijden, zag ik dat naast mij iemand zijn lunch “keurig” had opgeruimd. Allemaal plastic, in de openbare ruimte. Dan was hij er van af. Want het was een hij, samen met enkele andere jonge mensen. Harde muziek, feeststemming, gebruiken. Natuurlijk.
Ook gij, Brutus.
Ik zal u voor zijn: schande, ik had met de trein moeten gaan. Maar ik vind autorijden soms zo leuk, ik wil mijn vrijheid niet opgeven en ik ben grenzeloos autonoom, waardoor ik op die overigens prachtige avond onderweg naar Valkenswaard ook nog even de verrassende art deco-architectuur van Radio Kootwijk heb kunnen meenemen. Na de toeristenstroom. Alleen, bij een reeds voorzichtig ondergaande zon. Ondertussen heb ik kunnen nadenken, bijvoorbeeld over de thema’s waarmee ik hierboven ben begonnen.