Er was een tijd dat de vraag niet was: “Hoe kom je aan mensen?”, maar: “Hoe kom je er van af?”. Dan zat ik in het kader van acquisitie te bellen – mijn god, hoe lang is dat geleden – en dan kreeg ik vriendelijk maar beslist de vraag teruggeworpen of ik er niet een paar wilde overnemen. Crisis vanwege mensen op de arbeidsmarkt. Die er toen te veel waren, en nu veel te weinig. Zo is het natuurlijk altijd wat. Niet erg, als je maar weet hoe te handelen. Maar hoe oubollig klinkt de wijsheid, dat regeren vooruitzien betekent? Bedrijven, overheden, individuen… Hoe zit u er zelf in?
Deze opdrachtgever was toentertijd in ieder geval vast van plan om een werknemer, die ooit nog – letterlijk – met de korte broek bij hem was begonnen, te ontslaan. Na zo ongeveer een dertigjarig dienstverband. Ga er maar aan staan. Zijn hele omgeving, zowel zakelijk als privé, had deze ondernemer uitgelegd dat hij daar maar beter niet aan kon gaan beginnen, “want daar kom je toch niet meer vanaf, of tegen de hoofdprijs plus de jackpot”. Maar een ondernemer is niet voor niets een ondernemer. En ik moet zeggen: hij had goede redenen. Hele goede, zelfs. Want ook die werknemer had vanuit zijn omgeving begrepen dat ze hem toch niet konden ontslaan. Daarvoor werkte hij al veel te lang daar. “Dat kost een vermogen. Laat je desnoods maar wegsturen, dan zullen ze bloeden en hoef je voorlopig niet meer te werken.”
De toon is gezet.
De werknemer liep dus al jaren altijd en overal de kanten er van af. Weinig zin meer, altijd commentaar, ging vooral zijn eigen weg en wilde ook nooit meer iets extra’s doen. Overwerk was dus ook taboe, onder het motto dat hij ook een gezin had. U kent dat wel. Wat is in zo’n geval wijsheid?
Ik had al wel vaker wat advieswerk verricht voor deze organisatie, die wel heel betrouwbaar en consequent was maar weinig gestructureerd. Een succesvol familiebedrijf. Gaan met die banaan. Er liggen in dat soort organisaties geen personeelsdossiers. Er wordt op dat front niets bijgehouden. De ergernis en frustratie zitten in de hoofden, en worden op zondagmiddag besproken op het terras. Bij de koffie met cake. Maar zo kon het niet doorgaan.
Als er niets ligt maar wel veel is gebeurd, dan kun je tenminste een begin maken met dat te documenteren. Dan duikt er ineens toch wel het een en ander op. Ziekmeldingen, en zo. Bepaalde telefoonnotities. En je kunt een stukje geschiedenis schetsen, samen met de werknemer. Hoe hij het ziet, wat hij heeft gedaan en wat hij daarvan vindt. Dat schrijf je vervolgens op. Je geeft een paar waarschuwingen, je stelt de spelregels nog een keer scherp vast en je bevestigt het hele verhaal officieel.
JE VALT IN HERHALING
Als je jarenlang een bepaald gedrag vertoont, dan is dat niet in één keer verleden tijd. Je valt dus in herhaling. Ook daar reageer je als werkgever op, dit keer officieel en met bewijs. Je legt het nog een keer uit, inclusief de consequenties. Als de werknemer vervolgens blijft volharden in ‘oud gedrag’, ondanks alle voorgestelde verbeteringen van werkgeverszijde met de bijbehorende meetmomenten, heb je voor je het weet eensklaps wél een dik dossier. En kun je naar de rechter. Dat is ook net een mens; c’est le ton qui fait la musique.
Mijn opdrachtgever had een vaste advocaat. Het leek hem een veilige gedachte om in dit geval de procedure door een jurist te laten uitrollen. Dertig jaar zijn dertig maanden salaris, met weinig uitzicht op een vergelijkbare baan. Leeftijd gaat inmiddels ook een rol spelen. Drie jaarsalarissen plus vakantiegeld, daar hield hij al wel rekening mee. En zijn jurist toch zeker ook. Die heeft al mijn werk letterlijk overgenomen in zijn ontbindingsverzoek – “Stuur het me even elektronisch door, ja” – en zo stonden we met z’n allen, ruim binnen een jaar nadat ik hierover was benaderd, voor de Edelachtbare.
De advocaat van de werknemer deed zijn verhaal, over de korte broek en alle jaren van inzet en betrokkenheid. Met weinig kansen op de arbeidsmarkt. Weinig opleiding ook. De man was niet lui of onhandelbaar, maar zielig. De advocaat van mijn Relatie deed mijn verhaal.
Nog tijdens de zitting vertelde de rechter wat hij er van vond. We hoefden daarvoor niet eerst de gang op. Het was hem helemaal duidelijk. Een maand opzegtermijn en klaar.
Iedereen zal het begrijpen: mijn opdrachtgever was zielsgelukkig. Hij had zich zoveel zorgen gemaakt, maar kwam er op deze manier van af. Veel dank aan de advocaat, die zelf ook als een pauw de rechtszaal uitliep.
De zo gekwelde, maar uiteindelijk ook zo opgeluchte ondernemer belde me een paar dagen daarna nog even op. Hij was erg blij, en wilde daarom ook voor mij een groot feest organiseren. “Met alles er op en er aan. Van ons afgooien waar we al die jaren zo vreselijk onder gebukt zijn gegaan. Maar nu hij net ontslagen is, kan ik dat in het dorp niet maken. We moeten een goeie gelegenheid afwachten, al is het maar dat de kat jongen heeft gekregen, begrijp je wel?”
Jawel, ik begrijp alles. Inmiddels na al die jaren ook, dat de kat en al die katten daarna allemaal onvruchtbaar zijn gebleken, want hij heeft nooit meer iets van zich laten horen. Nergens over. En dat terwijl het me helemaal niet om dat feestje ging.
