DIE VROUW IN ATHENE

Plotseling doemde dat beeld van die vrouw in Athene weer in alle hevigheid voor mij op. Het was in 2016, tijdens een bijzondere familiereis waarbij wij er heel goed in waren geslaagd om ieder het zijne te gunnen. Niets altijd, alles en overal ‘met elkaar’. Dat bracht mij in mijn eentje naar de Akropolis, inclusief een lange, verschroeiende voettocht door de oude stad.

Zojuist even gekeken of ik daar niet nog een fotootje van heb, maar nu herinner ik het me weer. Ik vond het inderdaad te gênant om die vrouw met haar winkelwagentje te fotograferen. Want we hadden oogcontact. Ze keek verschrikt op naar die passerende man, een stukje verder op het stille pad. Het was aan een huizenrand, drukke weg en daar begon dat uitgebreide stadspark. Dat weet ik allemaal weer precies dankzij deze ‘andere’ foto, slechts genomen om dat moment letterlijk vast te leggen. Opdat ik niet zal vergeten. Ik ben wel van de plaatjes, of de muziek, bij mijn gedachten en herinneringen. Als je dat verhaal niet kent, dan zegt zo’n foto natuurlijk helemaal niks en zou je hem zomaar weggooien.

Zomaar een straat in Athene. Maar niet heus.

Maar die blik. Pure schrik, en vooral schaamte. Want er zaten echt geen boodschappen van de lokale Jumbo in. Een paar kleren, wat huisvuilzakken. Ik heb het niet gecontroleerd, maar deze mevrouw sliep in dat park. Achter of tussen die bosjes. En zij wist dat ik dat nu ook wist. Hoe gaan twee mensen daarmee om? Wat kan er toch allemaal gebeuren tijdens zo’n korte ontmoeting? Hooguit een halve minuut, op afstand. De vrouw, jonge veertiger, kon wel door de grond zakken. Ze was dakloos, maar anderzijds zeker geen zwerver. Zoveel was binnen enkele seconden al wel duidelijk. Griekenland, in die tijd. “Geen cent meer naar de Grieken!”

Zij was in het volle licht tussen wal en schip terecht gekomen. Problemen met haar relatie. Hij, zij, zij of beiden geen baan meer. Drank, een ander of iets anders. De hypotheek of de huur niet meer kunnen betalen. Uit huis worden gezet. In haar directe omgeving gebeurden toentertijd vergelijkbare dingen. Geen plek meer over en ook geen geld. Ze was het goed gewend, maar tegen zoveel tegenslag is geen kruid gewassen. Het waren omvallende dominostenen. Ik moest er zeker in coronatijd nog wel een paar keer aan denken. Die vrouw in Athene. Het kan iedereen overkomen, geloof me. Mijn accountant vertelde me een paar jaar geleden over een geslaagde ondernemer, die echter toch een keer even niet goed had opgelet. Hij sliep inmiddels in zijn auto. Dan heb je geen winkelwagentje nodig, en gooi je die paar kleren en zwarte huisvuilzakken gewoon achterin.

Ook tijdens mijn reis door de westelijke Balkanlanden ben ik die mensen tegengekomen. Altijd, overal. Slapen aan de rand van het plein, op de banken van de bushalte. Zorgen dat je overdag weer weg bent. Je moet op pad om te kijken wat er waar te halen valt. Er staan hier en daar voldoende containers, en er zijn overal afvalbakken. En anders ligt er daar wel heel veel vuil op straat. Er zit altijd wel iets van je gading tussen. Het zijn geen plotselinge ontmoetingen meer, het hoort erbij. Je moet er wel een beetje oog voor hebben. ’s Avonds wat later door de straten van de binnenstad lopen – de hond moet immers nog wel wat beweging krijgen zo voor het slapengaan – biedt letterlijk en figuurlijk fascinerende inkijkjes. Ik hou daarvan. Het is de pure, toegevoegde waarde van zo’n reis. Dan gaat het niet zozeer om de daklozen, maar die altijd feestende en drinkende mensen, en de slapende gebouwen; ze zien er zo vaak heel anders uit dan overdag in de brandende zon. Soms mooier, meestal betekenisvoller. Ze vertellen het verhaal van hun land, in geuren en kleuren. Dan maakt het bijna niet meer uit of je door Novi Sad, Pristina, Tirana of Sarajevo loopt. Het hoort allemaal bij Europa.

Rijk en arm. Met in gedachten dus toch weer die vrouw in Athene, vraag ik me meer en meer af of er nog wel iets tussen zit. Een ravijn scheurt de samenleving met steeds grotere kracht in tweeën. Pas maar op dat je aan de goede kant staat, en niet valt. Het failliet van de zogenaamde middenklasse, die tussen beide polen wordt vermorzeld.

PRAAT MET DE LOCALS (1)

In Tirana bleek de man die het ontbijt verzorgde, een halve filosoof. Waar ik kort daarvoor EUR 160,- voor twee nachten had betaald, vertelde hij mij dat de meeste mensen in zijn stad het met zo’n EUR 500,- per maand moeten doen. Ik vroeg hem hoe of dat dan zat met al die nieuwe Audi’s en vooral Mercedessen, in uitvoeringen die ik in Nederland niet of zelden tegenkom. Dat is allemaal zwart geld, was zijn simpele antwoord. Daarom zitten al die terrassen ook ’s avonds laat nog helemaal vol. Maar als jij dat weet, dan weten de autoriteiten dat toch ook? Wie treedt daar tegenop? Maar dat bleek een naïeve vraag van mijn kant. Want als dat wordt gedaan, aldus mijn filosoof, dan bestaat Albanië niet meer.

Mensen die dit niet willen, vertrekken. De ouderen blijven zitten. Letterlijk. Allemaal niet goed voor het land, zo wist hij. De man nodigde mij uit om mijn pensioen in Albanië te investeren. “Het levensonderhoud is lekker goedkoop en de zon schijnt altijd.” Het zeewater hier is hetzelfde als in Monaco of Nice, zo voegde hij er veelzeggend nog aan toe.

Al met al heb ik voor de Atlantische Oceaan gekozen, zo biechtte ik hem op. En ik wist op dat moment weer heel precies waarom.

Wat vind je eigenlijk zelf?

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.