Column van Ton Westphal, zoals geplaatst in het Brabants Dagblad en het Eindhovens Dagblad van 10 maart 2000. Zie deze bijdrage voor een verantwoording.
Ik heb er voor gekozen om qua selectie van de stukjes, in principe dezelfde volgorde aan te houden als 13 jaar geleden. De frequentie is opeenvolgend, er zit ‘alleen’ 13 jaar verschil tussen. In tijd, maar amper in inhoud en betekenis. Want dat is dus de moraal: er verandert in de basis zo ontzettend weinig.
Ik weet niet of u het al heeft gemerkt, maar ik heb het idee dat de arbeidsmarkt op sommige fronten wat minder gespannen raakt. Bijvoorbeeld administratievelingen op een behoorlijk niveau, commerciële mensen (niet technisch/commercieel) en niet al te zware marketingfunctionarissen lijken weer in de markt te komen. En dat is maar goed ook, want al die overspannen toestanden bij werkgevers en werknemers leiden bepaaldelijk alleen maar tot ellende.
Maar wat te doen als de zaken een draai nemen en u als zoekende werkgever ineens weer bescheiden stapeltjes post krijgt? Brieven met allerlei mooie verhalen en aanprijzingen in algemene zin. Wanneer u zich plotseling moet gaan verdiepen in cv’s? Dan komt het betere selectiewerk weer om de hoek kijken. En voor de kandidaat kunnen dan eensklaps weer sollicitatietechnieken een rol gaan spelen. Zaken die we langzamerhand – aan beide kanten – misschien al wel zijn verleerd. Daarom hieronder maar even wat valkuilen voor de werkgever. En tegelijkertijd mogelijke tips voor de sollicitant; waarom niet opgeschreven met een glimlach?
“Ik heb ervaring met direct-mailactiviteiten. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor de briefing richting reclamebureau en het organiseren van beurzen.” Wow, die moeten we hebben denken ze bij het bedrijf, dat een pittige en commerciële regeltante zoekt die niet zo snel in de stress raakt. Echter, dit kan een wat al te fraaie omschrijving zijn van een eenvoudige bureaufunctie, waar je de/veel post in een envelop moet stoppen. En waar je gewoon de bedrijfsfolder moet opsturen en een aantal verschillende brochures op de balie klaar legt om te kunnen worden meegenomen naar de RAI.
“Ik ben de afgelopen achttien maanden sabbatical geweest”. Nee maar, dat is pas echt interessant. En dat klinkt natuurlijk heel anders dan dat niemand je wilde hebben. Of dat je eigenlijk helemaal geen zin had om te werken. Als variant hierop, kun je melden dat je een wereldreis hebt gemaakt (Florida ligt immers aan de andere kant van de wereld?). Misschien maar een reis van een week of twee, maar qua voorbereiding heeft het maanden geduurd. En het verwerken van al die nieuwe ervaringen neemt natuurlijk ook weer enkele maanden in beslag. Zo kun je een periode van non-activiteit reuze spannend inkleden.
Je moet vertrekken bij je huidige baas, of je bent daar al weggestuurd. Maar dat staat zo slordig. Daarom vertel je dat je op zoek bent naar een nieuwe uitdaging. Je wilt je mogelijkheden onderzoeken om verder te groeien in een andere omgeving. Je grenzen verkennen en kijken of je binnen – en dan pak je wat zinnen uit de omschrijving van het bedrijf in de personeelsadvertentie – die nieuwe setting (wel) tot topprestaties kunt komen. Klinkt niet verkeerd, toch?
Zo kunnen de meest onhebbelijke dingen worden “opgeleukt”. Ik kan begrijpen en soms zelfs respecteren, dat sommige mensen zich hiervan bedienen. Het volk wil bedrogen worden, en dat geldt af en toe ook voor werkgeversvolk. Zelf lees ik die brieven al lang niet meer. Het gaat immers niet om de brief en ook niet om de uitleg. Noch zijn hobby’s interessant, om maar eens wat te noemen. Waar het dan wél om gaat? Om vlees en bloed. De kandidaat vis-à-vis aan tafel hebben en een kop koffie drinken. Een fatsoenlijk gesprek kunnen voeren, over en weer. Letten op die 1001 stukjes, die gedurende de loop van een procedure samen de puzzel vormen. Zo simpel kan het zijn en zo simpel is het ook. En als bedrijven die materie niet beheersen, dan liggen er voor de slechtste kandidaat de beste mogelijkheden. Waarom zou je die dan niet pakken?
____________________
