IT TAKES TWO TO TANGO

Met een dag vertraging, mijn verontschuldigingen daarvoor, hier weer een oude column van Ton Westphal. Zie ook elders op deze site, bijvoorbeeld over het hoe en waarom. Hoeven we niet iedere keer te gaan herhalen. Hij is van 23 maart 2001. Trouwens, ook wel aardig – al gravend in de oude doos – , tot op de dag van vandaag is er nooit meer één minuut betekenisvol contact met dit bedrijf, noch met deze mensen geweest. En ze doen nog steeds hetzelfde, met eveneens dezelfde mensen. Ergo, alleen maar samen (grote) successen geboekt, nooit ook maar één onvertogen woord gevallen, en toch slaat zo’n Relatie dan zomaar, eensklaps dood. Dat doet me denken aan Paul van Overveld, de enkele jaren geleden verdrietig overleden éminence grise van de executive search in Zuid-Nederland. Die sprak, in 1989 toen ik net was begonnen met No Nonsense Consultancy in Valkenswaard, de historische woorden: “Meneer Westphal, denk niet dat u in dit vak Relatie kunt opbouwen. Bijna al uw opdrachtgevers springen van de hak op de tak, en doen achter je rug alles wat je niet van ze verwacht… U moet zich daar echt op voorbereiden, anders ontmoet u alleen maar teleurstellingen”. Goh.

“Je hoort zoveel mensen praten over hun netwerk en hun relaties. “Je moet altijd een relatie opbouwen met je gesprekspartner”, of, wat beeldender: “Je moet zorgen dat je bij je klant in bed ligt”, zo wordt op commerciële trainingen onderwezen. Natuurlijk is Relatie heel belangrijk. Ik schrijf het bewust met een hoofdletter. Maar alles van waarde is weerloos, dus ook die Relatie. Het is een ongrijpbaar fenomeen. Zo denk je Relatie te hebben, zo is die verdwenen. Sneller dan sneeuw voor de zon en soms is een Relatie inderdaad ook zo onvoorspelbaar als het weer. Een illustratie:

De werkgever, in dit geval dus mijn opdrachtgever, zat opgescheept met een werknemer, die letterlijk met de korte broek nog aan bij hem was begonnen. Een zilveren jubileum zat er aan te komen. Maar, er was eigenlijk helemaal niets te vieren. De man functioneerde voor geen meter. Niets dan ellende, met de klassieke verschijnselen van ziek zijn en beter worden, altijd zeuren over het salaris, mopperen dat “ze” toch nooit naar hem luisteren en altijd anderen de schuld geven. Hij was zuiver en goed en de boze buitenwereld, waartoe ook de baas in dit geval natuurlijk behoorde, doortrapt slecht. Dat dat al bijna 25 jaar dooretterde, had veel met emoties te maken. En natuurlijk met halfslachtig optreden. Maar zachte heelmeesters maken stinkende wonden, en dit was er zo eentje binnen de organisatie. Een uur in de wind.

Zo kon het niet langer. Er werd eindelijk iets op papier gezet, en nog een keer en nog een keer. Toen barstte de bom en mocht de rechter uitspreken wie er gelijk had. Bij procedures als deze zijn er alleen maar verliezers, daar heb ik het eerder over gehad. Iemand heeft een gemiddelde ontslagzaak ooit eens treffend vergeleken met het centrale afvoerkanaal van de toiletten in een appartementengebouw van 25 verdiepingen. Doorgaans niet zo fris. Iedereen spoelt door en dat komt allemaal – uiteindelijk – in de kelder terecht. En daar zitten beide partijen: ze krijgen al die shit over zich heen. Wie het meeste krijgt, die heeft verloren. Dus: verzamelen maar en doorspoelen, maakt niet uit wat, maakt niet uit hoe vies, als het maar veel is. Inderdaad: heel smerig.

Vanzelfsprekend kost dat een enorme hoeveelheid energie en slapeloze nachten voor de betrokkenen. Het zal je maar overkomen. Daarom zei de werkgever dat hij een feest zou geven dat zijn weerga niet kende, als hij deze onverkwikkelijke zaak zou winnen. Het hele dorp zou er nog jaren over moeten praten, zo’n groot feest. Want dan zou hij er vanaf zijn. Wat een opluchting, want een mogelijk astronomische ontbindingsvergoeding drukte zwaar op zijn schouders. Maar het principe woog mogelijk nóg zwaarder: hij had inderdaad naar eer en geweten zijn zaken gedaan en zou een afstraffing onverteerbaar vinden. En zowaar, de Edelachtbare oordeelde binnen een half uur dat de werkgever juist had gehandeld. “We” hadden dus de goede stappen gezet. In polonaise liep de baas met zijn mensen het gerechtsgebouw uit. Hij belde me zelfs nog een keer op, want ik moest natuurlijk ook bij dat feest aanwezig zijn. “Je hebt er zoveel aan gedaan.”

Er is nooit een feest gehouden. En alle inspanningen in het bijzonder en de succesvolle samenwerking in zijn algemeenheid, en dan hebben we het over jaren, waren op slag vergeten. Over en uit, net als de Relatie. Ik heb zelfs nooit meer wat gehoord. En dat is zo jammer. Niet vanwege dat feest, en ook niet om commerciële redenen. Het gaat veel verder: een menselijke investering van soms jaren wordt zomaar, in één keer, weggegooid. En net als het uitvechten van zo’n klassieke ontslagzaak, is ook dat buitengewoon pijnlijk en ook zo dom. Dat went nooit. Maar: it takes two to tango. En dat is een veel meer geraffineerde dans dan de polonaise. “

Tango
Persoonlijk vind ik één dans te weinig. Zeker als het goed gaat, je voelt elkaar aan en het swingt, dan wil ik iedere keer de muziek weer horen.

 

Wat vind je eigenlijk zelf?

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.