De monarchie, daar blijf je van af.
Nederland is een heel vrij land, waar alles kan en bijna alles mag. Ze vinden daar niets “gek”. Het is daarentegen ook een land van “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg”. Het veelbesproken maaiveld. Het gezegde “gelijke monniken/gelijke kappen” is dáár bedacht, kan bijna niet anders. Polderen, ook zo lekker Nederlands. Alles overleggen, doorpraten en voorkoken. Democratische processen, het hoogste goed in de lage landen. Vooral naar eigen zeggen. Vul die nationale mix gerust aan met veelgehoorde begrippen als matiging, nivelleren, gelijke rechten, transparantie, fatsoen en moraal.
Des te opmerkelijker dat het koningshuis hier, en in den vreemde, kan doen en laten wat het wil. Zonder noemenswaardige oppositie. We vinden het in meerderheid allemaal leuk, schattig, stijlvol, charmant en belangrijk wat de Koninklijke familie al dan niet uitspookt. Maar hoe koninklijk is dat nu eigenlijk?
Zo hebben we net weer, en dat constateer ik op het scheiden van de Dag van de Arbeid, Koningsdag achter de rug. Het kan verkeren. Een gezellig volksfeest, toch? Nou ja. Iedereen mag er – gelukkig – van denken wat hij of zij wil. Houden zo. Maar mogen we er ook over schrijven en zeggen wat we er werkelijk van vinden? Durven we dat? Heel eerlijk? Als politicus, als commentator, als magistraat, als BN’er, als columnist, als journalist? Ik waag het te betwijfelen. Dat is ook meteen mijn grootste probleem met deze monarchie: het laat zich niet controleren. Die ongrijpbaarheid. Er zitten teveel muren tussen. Er worden teveel rookgordijnen opgetrokken. Geheimzinnigheid troef. “Daarover doen we geen mededelingen.” Wat mij betreft is dat voer voor de bijna voortdurend knagende gedachte dat er iets, of zeg maar gerust ‘het nodige’ verborgen moet blijven. Als Nederland wil scoren op het terrein van onderzoeksjournalistiek, dan ligt hier een Koninklijke uitdaging. Ook met een hoofdletter geschreven.
In mijn boek “Menschen sind gesellige Tiere” heb ik op romantische wijze o.a. die toevallige ontmoeting beschreven van wat nu onze Koning en Koningin zijn gaan heten. Opnieuw: het kan verkeren.

Zo heeft Arjen Lubach drie jaar geleden een spraakmakend stuk over het Huis van Oranje geschreven, nota bene in de keurige NRC – die het een paar dagen geleden opnieuw van stal heeft gehaald – , met de ontkrachting van tien argumenten die altijd als “pro” worden genoemd. Ik pik er hier een paar uit:
- Het hoort er gewoon bij. Het is traditie.
“Het was ooit traditie in Nederland kinderen na de lagere school meteen aan het werk te zetten, tot we inzagen dat kinderen beter af zijn als ze doorleren en pas later gaan werken. Het was ooit goed gebruik om slaven uit Afrika op te halen en aan het werk te zetten in Zuid-Amerika, tot we inzagen dat die slaven ook mensen waren en ze gelijke rechten verdienden. Het is traditie om geld, macht en aanzien aan leden van één familie te geven, louter omdat ze zijn geboren uit een moeder of vader in dezelfde positie, tot we in gaan zien dat het rechtvaardiger en eerlijker is om niemand op basis van afkomst te bevoordelen.”
- Een koning(in) draagt bij aan onze welvaart! De leden van het Koninklijk Huis zijn onmisbaar als ambassadeurs bij internationale handelsbetrekkingen.
“Dit is een hardnekkige mythe. De handelsmissies van Nederland, waarbij een lid van het koningshuis aanwezig is, doen het niet aantoonbaar beter of slechter dan handelsmissies van landen zonder koning, koningin, emir, groothertog of keizer. De reden is even simpel als ontnuchterend: de markt heeft geen boodschap aan sprookjes.”
- Ja, een president: leuk en aardig, maar een president kost ook veel geld, hoor.
“Zelfs al kost een president ons twee keer zo veel als een koning of koningin, dan nog zou het redelijker zijn wanneer we die bakken met geld besteden aan iemand die zich herhaaldelijk moet verantwoorden en die we na vier jaar kunnen afrekenen op prestaties.”
Lubach noemt zich op z’n Facebookpagina “artiest”. Maar nu wil ik wel eens wat horen van de Bob Woodwards en de Carl Bernsteins van deze tijd, waarin een Oranjegate, cq de Paleis Papers prima zou passen. Maar ik ben bang dat het niet gaat gebeuren. Immers, de monarchie, daar blijf je vanaf. Intrigerend, steeds meer.