Vijf jaar geleden konden we dankzij de televisieserie ‘Langs de oevers van de Yangtze’ voor het eerst kennismaken met Ruben Terlou. Alweer VPRO. Een meer dan aardige jongen, vond ik toen. Iemand met veel empathie, en dankzij zijn kennis van het Mandarijn demonstreerde hij een directe ingang bij de Chinezen die hij opzocht. Ik was toen al onder de indruk van de manier waarop hij dat sprak, en de Chinezen ook begreep. Dat was duidelijk wederzijds. Die Chinezen, toch een apart volk zo weet ik uit eigen ervaring, leken hem alles te willen vertellen. Ze luisterden naar zijn vragen, en keken geïnteresseerd naar deze grote en witte, Europese man die hun taal zo goed sprak. Niks lacherig, zoals zo vaak, maar bloedserieus. Vragen en antwoorden, ideeën en meningen die uitgewisseld worden op een gelijk niveau, diepgang en – dus – doorvragen. Dat bestaat dus nog, en voor mij is dat eten en drinken als ik televisie kijk.
Daarna ben ik hem om uiteenlopende redenen wat uit het oog verloren. Maar Terlou is nu al aan zijn vierde reisserie bezig: De wereld van de Chinezen. Iedere zondagavond, natuurlijk weer bij de VPRO te zien. Wat een feest, de serie loopt nog door tot en met 21 februari.
Afgelopen zondagavond was Terlou in Madagaskar. Want Chinezen, die kun je overal vinden. In de twee voorgaande afleveringen was hij al in Kenia en Cambodja geweest. En iedere keer worden we met de neus op de feiten gedrukt. De zogenaamde ‘westerse wereld’ heeft de slag om ’s werelds natuurlijke hulpbronnen al lang verloren. Europa noch de Verenigde Staten kan bijhouden waar het voormalige keizerrijk China inderdaad wereldwijd mee bezig is. Maar Terlou brengt het in beeld. Hij laat zien en horen wat er aan de hand is.
Daar heb je gewone mensen voor nodig. Ook zo’n les. Niet de opgedirkte en voorgeprogrammeerde bestuurders, politici en andere ambtenaren vertellen je wat er speelt, hoe het voelt en wat het betekent, maar de “gewone” en de dankzij hun wil, inzet en ambitie voor westerse begrippen toch ook zeer “ongewone” mensen die het werk daadwerkelijk verzetten. Zoals in Madagaskar, een maandreis van huis. Waarom doen ze dat? Wie wil dat? Uit mijn eigen praktijk weet ik dat de afstand Eindhoven-Weert doorgaans al een no go oplevert, bij werkgever en werknemer. Maar Chinezen willen werken. Het zijn ondernemers. Ze lijken alles te doen voor geld, en hier wordt niet bedoeld dat ze corrupt zijn en maar wat aan zitten te frauderen, zoals zovele Europeanen.

Het is een kwestie van attitude. Wat dat betreft heeft dictator Xi Jinping het tij wel erg mee, met zijn Belt & Road Initiative, oftewel de Nieuwe Zijderoute. Er is niet aan te ontkomen. Ga zelf, mede aan de hand van dit soort uitzendingen, eens nadenken of dat een kans of een bedreiging is. Privé en zakelijk. En ontwikkel gaandeweg een meer of minder bescheiden visie hoe daar mee om te gaan, want uw regering doet het niet. Al die landen die in de vijfhonderd jaar hiervoor de dienst hebben uitgemaakt en successievelijk de wereld hebben veroverd en gekoloniseerd, zijn uitgespeeld. Het is geen spreekwoordelijk ‘vijf voor twaalf’; middernacht is echt al een paar jaar geleden gepasseerd. Wen er maar aan.
Het typeert de klasse en het niveau van Terlou om dat in enkele uitzendingen zo scherp neer te zetten. Ben zelden iemand tegengekomen die zo ontzettend goed kan interviewen. Heel direct zonder als zodanig over te komen. Zorgen dat je serieuze antwoorden krijgt op serieuze vragen, in een gesprek dat zomaar aan de keukentafel, in de gang of onder een nekmassage plaatsvindt. Gewone gesprekjes. Dat lijken ze te zijn. Maar de journalistieke impact is weergaloos.
Afgelopen zondag zagen we onder meer een bijna intiem te noemen ontmoeting van Terlou met een Chinese katoenondernemer, die tot vooral zijn eigen schade tot de ontdekking was gekomen dat Afrikanen een heel ander DNA hebben dan Aziaten. China en de Chinezen weten dus ook niet alles. Ze zijn op ontdekkingstocht, met duidelijke doelstellingen. Meestal zit het mee, en soms zit het tegen.
Met zijn werkeloze megafabriek op de achtergrond, vertelde deze Chinees in de zinderende hitte dat hij in wezen geen kant op kon. Er kwam minder dan een fractie katoen van de velden (want de katoenzaden voeren de Afrikanen aan de koeien, waarna ze de mest voor eigen rekening verkopen). En hij zat daar met zijn investering die hij moest bewaken, en conserveren. Samen met een andere Chinees, die iets op kantoor deed. Wonen en werken, zonder uitzicht. Heb je dan nog wel een leven? Zonder geld, terwijl je je investering in dat verre Madagaskar niet wilt loslaten.
Terlou vroeg hoe hij daarmee omging, waar hij zich aan vasthield. De man haalde zijn mobieltje tevoorschijn en zette een klassiek muzieknummer op (Massenet). Dat gaf hem troost, zo kon hij weer even verder in deze ellende van uitzichtloze eenzaamheid. De oplettende kijker kon zien (maar het werd niet expliciet in beeld gebracht, wat nog eens extra de klasse kenmerkt van deze reeks), dat Terlou volschoot, zijn tranen niet kon bedwingen. Daar op die stoffige binnenplaats in Madagaskar.
Meer dan prachtig en mooi, op ieder gebied.
Een reactie op “RUBEN TERLOU: FENOMEEN”