Vrijdag de dertiende. Maar dat is toch toeval, alhoewel ik niet zo in toeval geloof. Meestal bestaat het niet, toeval. Maar vorige week reed ik zoals zo vaak vanuit Valkenswaard richting Veldhoven/Eindhoven, en tot mijn stomme verbazing zag ik dat het pand van Dereumaux leeg stond. Afgesloten, hek dicht. Geen fijne aanblik. Ik wist van niks. Verder sturend, bedacht ik mij dat ik dat toch eens even moest nakijken. Want is het opnieuw dat een familielid van de oprichter de zaak heeft versjteerd? Vandaag dacht ik daar weer aan terug, en ben ik meteen maar even gaan googelen.
Failliet. Al langer dan een jaar geleden. Over toeval gesproken, lees ik dat er een fraai gedenkboek is gemaakt over 90 jaar Gerard Dereumaux en 100 jaar Citroën. Twee verjaardagen om terecht bij stil te staan. Een speciale uitgave waard, zeker. Maar op de dag dat het naar de drukker gaat, wordt ook het faillissement uitgesproken. Ik kijk nog even verder, en kom de veilingcatalogus tegen, met als afhaaldag vrijdag 24 april 2020:
van ‘werkplaatsinrichting’ tot ‘garage inventaris’, ‘gereedschappen’, ‘showroom inventaris’, ‘bandensets’, ‘speciaal gereedschappen’ en het onvermijdelijke ‘etc.’. Ik huil een beetje.
Er zijn gelukkig (geen toeval) zoveel bedrijven en vooral (regionale) ondernemers voor wie ik in de afgelopen tientallen jaren heb mogen werken. En nog altijd. Daar hoort ook een bijzondere ontmoeting, met bijbehorende opdracht bij met mijnheer Dereumaux. Geen denken aan dat we elkaar zouden tutoyeren, laat staan dat ik hem Gerard zou willen, of durven noemen. Ik kom bij de berichten over de deconfiture ook een prachtige zwart-witfoto tegen: mijnheer Dereumaux in een smetteloze stofjas, twee schrijfpennen vastgeklikt in zijn borstzak, en met een ook toen al onderscheidend vlinderdasje, staande naast één van zijn monteurs bij de toenmalige ‘werkplaatsbrug’ met daarop, hoe kan het ook anders, een 2CV. Een stukje verder in de werkplaats zien we nog een deel van een Ami Break. Mijn god, wat verandert er toch allemaal? Is dan niets meer heilig?
Mijnheer Dereumaux vertelde mij bij die gelegenheid onder andere, dat zijn garage een bijzondere positie in Nederland had. Dat kwam vooral omdat ze qua technische kennis en ervaring zo goed stonden aangeschreven, dat zelfs de importeur regelmatig een beroep op hen deed bij zogenaamde onmogelijke gevallen. Handen-in-het-haar auto’s, maar in Waalre werd het altijd opgelost. De juiste diagnose, de goede oplossing. Vanuit het hele land werden Citroëns waar anderen geen raad mee wisten, naar Waalre gestuurd. Iets om trots op te zijn.
Maar nu lees ik dat diezelfde importeur Dereumaux te klein vond. Een dorpsdealer. Tien jaar geleden heb ik op deze site in een melancholische bui al de clip van Het Dorp met Wim Sonneveld gepubliceerd, dus ik volsta hier met enkele zinnen uit dat prachtige lied:
Thuis heb ik nog een ansichtkaart
Waarop een kerk een kar met paard
Een slagerij J. van der Ven
Een kroeg, een juffrouw te fiets
Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets
Maar het is waar ik geboren ben
Dit dorp, ik weet nog hoe het was
De boerenkind’ren in de klas
Een kar die ratelt op de keien
Het raadhuis met een pomp ervoor
Een zandweg tussen koren door
Het vee, de boerderijen.
Dat is toch mooi? Het beeld dat hier door Friso Wiegersma werd neergezet. Even verder hoor ik Sonneveld zingen:
Dat dorp van toen, het is voorbij
Dit is al wat er bleef voor mij
Een ansicht en herinneringen.
Die ansicht voor mij is dat beeld van mijnheer Dereumaux in zijn werkplaats. Iconisch. Ook de Citroën-dealer in zo’n dorp is dus voorbij. Letterlijk vergane glorie. Omdat het allemaal anders moet. Groter. Moderner. Sneller. Andere verdienmodellen. Maar is dat wel zo? Gaat het dan beter? Zitten mensen, lees klanten daarop te wachten?
Misschien bedoelen die zogenaamde “snelle jongens” van de “grote bedrijven”, die toch zo efficiënt werken met oog voor de stakeholders, ook wel volgzamer. Je moet passen in het format. Ondernemerschap wordt door hen wel gepropageerd, totdat ze ermee worden geconfronteerd. Dan ben je al snel lastig. Je moet vooral ook niet slimmer zijn dan de rest. Het maaiveld, weet u wel. De Grote Gelijkschakeling, terwijl gek genoeg Citroën toch een merk is dat zich voorstaat op een onderscheidend imago. Anders. Zoals mijnheer Dereumaux.