Druk. Zakelijk, maar ook privé. Van alles aan de hand. Vervelend? Nee hoor, helemaal niet. Maar er speelt wel een heleboel. Niet alleen in mijn hoofd, maar vooral ook in de wereld. Dichtbij en ver weg, op allerlei niveaus. Maar is dat nu zoveel anders dan anders? Op de een of andere manier denk ik van wel. Er komt wel erg veel samen. Toch zou ik mijn volgende stukje, dit dus, wijden aan Griekenland, waar ik alweer twee weken van terug ben. Dat bedoel ik dus.
Griekenland. Mijn laatste rafelige randen-reis. Jammer genoeg ook de minste. Als ik ze in volgorde zet, dan was mijn tweede reis in 2014 de beste en het leukste. Italië, all the way, en terug via de eilanden. Het meest fascinerend was vorig jaar, de Baltische staten. Bijna niks recreatief, veel meer een project. Werken. Zien en herkennen, het ondergaan. Maar als je zes reizen maakt, dan ontstaat er altijd een lijstje. Het kan niet allemaal ‘top’ zijn. Bij de beste hoort ook de minste. Griekenland dus.
Toeristisch. Waar ik had verwacht dat Jan de Toerist zich vooral op de eilanden zou ophouden, ben ik bedrogen uitgekomen. En altijd maar weer die Hollanders. Gezellig, met en achter elkaar. In een kringetje op de camping. Waar niet? Maar ook veel Duitsers, en de meeste Fransen die ik ooit op een andere rafelige randen-reis ben tegengekomen. Tja, dan hoeft het voor mij al niet. Want daar kwam ik niet voor. Ik wil Grieken zien en Grieken meemaken. De bühne interesseert me zoveel minder dan de basis.
In zijn algemeenheid is mij verder opgevallen, dat de vele terrassen niet altijd en overal alleen vol zitten met diezelfde toeristen, maar ook met locals. Een kopje koffie kon ik mij in Thessaloniki niet permitteren, te duur. Ik heb daar de meest coole tenten gezien, met goede én ook ‘levende’ muziek. Voer voor designers. En menukaarten om van te watertanden. Maar vier euro voor een espresso ga ik niet betalen. Die Grieken wel. Als het gaat om armoe, dan heb ik daar niet zoveel van gemerkt en gezien. Maar het zijn natuurlijk overlevers, dat is wel gebleken. Maak je niet druk en pluk de dag. Zorg voor elkaar, in je eigen kringetje. En geef de overheid het nakijken, op ieder gebied. Hou je niet aan regels, want het leven is al moeilijk genoeg.
Dat gedrag herken je in het verkeer, maar ook als je gaat afrekenen. Ik slaap als ik in steden ben liever in het centrum, dus in een hotel. En dan werkt het internet overal prima, maar plotseling kan de betaalterminal geen verbinding meer maken. Dat is me niet eenmaal, maar herhaaldelijk overkomen. Ook in restaurants, ook op die campings. Nee, alleen cash. Goh.
Hoogtepunt van deze reis? Op voorsprong Delphi. Dáár had ik geluk. Op de een of andere manier was het die dag opmerkelijk rustig en stil, en dat moet je hebben op zo’n locatie. Dat helpt, maar ik had het niet durven voorspellen. Een werkelijk fantastisch museum, naast een opzienbarende site. Neem de tijd, laat je niet afleiden. En loop dezelfde weg als de mensen in de achtste eeuw voor Christus, die hun offerandes richting Apollo brachten. Hoe mooier en hoe duurder, hoe beter de voorspelling zou luiden. Want er zat weliswaar een dame op een soort troon onder invloed van verschillende drugs te orakelen, maar de priesters in haar directe omgeving vertaalden die warrige teksten naar de bezoekers, de vaak politieke pelgrims. Van hoog en machtig tot het meer gewone voetvolk, vooruit, dat lokaal ook wel een presentje voor Apollo kon aanschaffen.
Mensen zijn mensen, zowel voor als na Christus, dus ik was niet zo heel erg verrast om te leren dat de uitkomsten van vele voorspellingen door die priesters werden gestuurd, afhankelijk van de prijs die ze daarvoor kregen. Wat is er sinds die tijd veranderd? Religie en macht, aanbidding en politiek. De transparantie van bestuur. Je gelijk willen halen. Dat laatste gebeurde in Delphi letterlijk. Ja, dit was wel een hele interessante dag.
