De drie uur kijken en luisteren naar Van Iperen was voorbij voordat ik het goed en wel in de gaten had, ondanks de presentator. En toen kwam er ook nog die fantastische keuzefilm: Das weisse Band, van regisseur Michael Haneke en met zo ongeveer het beste op acteursgebied dat Duitsland te bieden heeft.
Zomergasten, zullen we het daar weer eens een keertje over hebben? Om eerlijk te zijn – ben ik altijd – is de seizoenstart mij dit jaar volledig ontgaan. Vorige week zondag, met de architect Floris Alkemade. Het zal wel. Wat ik ervan heb meegekregen, is, heel kort, dat hij staat voor vernieuwing en zelfs een min of meer bekend essay heeft geschreven over de kunst van verandering. En dat in de eerste uitzending van een serie Zomergasten met Janine Abbring aan de andere kant van de tafel. Alweer Abbring, nu voor het vierde, herstel: vijfde jaar. Voor de VPRO en Zomergasten geldt dat dus niet, de kunst van veranderen.
Abbring is daar niets minder dan heilig verklaard. Terwijl zij zoals bekend helemaal niets in huis heeft waar het gaat om interviewtechniek. Ze komt tekort en valt te licht, zal haar gasten eerder teleurstellen dan prikkelen. En ja, dan krijg je niet het beste van hen naar boven. Al vier jaar lang hebben we dat keer op keer kunnen ervaren en heb ik daar ook hier over geschreven. Dus om mij niet opnieuw te gaan zitten ergeren over zoveel naïviteit en gemiste kansen, maakt “Zomergasten 2021” geen deel uit van mijn kijkagenda. Zo zou dit seizoen mij zomaar kunnen ontglippen, voor de eerste keer sinds 1988. Wachten op Coen Verbraak.
Maar Roxane van Iperen wilde ik afgelopen zondag toch niet missen. Zij is één van mijn grote helden. Met een vleugje hoop inzake Abbring, want mensen kunnen toch bijleren? Maar laten we het over haar maar niet meer hebben. Opnieuw blijkt dat mensen onvoorstelbaar consequent zijn. De drie uur kijken en luisteren naar Van Iperen was voorbij voordat ik het goed en wel in de gaten had, ondanks de presentator. En toen kwam er ook nog die fantastische keuzefilm: Das weisse Band, van regisseur Michael Haneke en met zo ongeveer het beste op acteursgebied dat Duitsland te bieden heeft. Kinderen ook die geen rol spelen, maar kennelijk alleen zichzelf. Ademloos zitten kijken, nu voor de derde keer.
Natuurlijk was daar door Van Iperen goed over nagedacht, Das weisse Band. Het sloot fantastisch aan bij haar avond, die ging over macht en wegkijken. Dat zijn kernthema’s. Doen wat je moet doen. Je niet verschuilen in of achter de groep, de wet, procedures en regeltjes. Je hebt een eigen verantwoordelijkheid, maar desondanks vindt zij dat bijvoorbeeld een beter milieu, of zoiets als afvallen, niet bij jezelf begint. Kijk, dan moet je al flink gaan nadenken. Bij Van Iperen vormen recht, moraliteit, filosofie en literatuur een heerlijke, intellectuele cocktail. Je wordt aan het werk gezet. Dat is niet alleen allesbehalve alledaags, maar ook heilzaam.
Dat heb ik begin van deze week wel weer ervaren. Daarom schrijf ik dit pas vandaag, omdat ik maandag en dinsdag (twee lange afspraken) door het land heb gereisd. Letterlijk en figuurlijk een dwarsdoorsnede van Nederland. Het waren twee totaal verschillende dagen die mij hebben opgeslokt. Leuke dingen gedaan, maar inmiddels definitief wel de wanhoop voorbij. Kijken, luisteren, voelen, ervaren, zien en proberen te begrijpen. Maar dat komt nog wel. Later, ook in dit theater.
Nu meer Van Iperen, om het af te maken waarmee ik was begonnen. Want wat doe jíj onder omstandigheden ermee? Zo valt het toch weer mooi in elkaar. Je kunt zwijgen, maar schiet dat op? Worden we daar wijzer van? Over Das weisse Band hebben we het al even gehad, maar haar filmfragmenten door de avond heen spraken ook boekdelen. Beklijvende beelden. Bijvoorbeeld over Oyneg Shabbat. Joodse geschiedschrijving, rechtstreeks uit het getto van Warschau. Het vastleggen van wat er gebeurt en heeft plaatsgevonden, is te belangrijk om aan buitenstaanders, laat staan de vijand over te laten. Het belang van getuigenis afleggen, door “een betrouwbare afzender”.
Of pak nou die zogenaamde stand-up comedian in de persoon van Hannah Gadsby. Mijn mond viel open. Dat was geen komedie, maar horror. Ik word bang van zo iemand, moet oppassen dat zo’n hybridemens mij ’s nachts niet wakker houd. Niet om te lachen, maar om bij te huiveren. De schreeuwerige vastberadenheid, de agressie, en dan die ogen.
Laat ik daar dan maar mee afsluiten. De ogen. Want ook bij Roxane van Iperen intrigeerden die mij. Weinig rust, met verbaal toch een grote stelligheid. Het klopte niet. Het beeld dat de persoon, het verhaal en de ogen oproept is niet coherent. Is het verdriet, of toch ook twijfel? Ik hoop maar dat het niet de blik is van iemand die de deksel van de doos van Pandora heeft opgetild, en met eigen ogen heeft gezien wat zich daaronder schuilhoudt. En dat er niet zomaar één doos bestaat, maar vele. Archieven vol.