Nu staat er na een niet te verantwoorden, lange periode van non-beleid dus een nieuw kabinet op het bordes (dat geen bordes is). Maar het is ook geen kabinet. Alles en iedereen lijkt wel ‘in transitie’ te zijn. Dat geldt zeker voor dit nieuwe kabinetje. Het is iets van een overgang naar Kaag I. Zij heeft haar vingers al aan de stekker, en bij eerste gelegenheid zal zij die er uit trekken. Heb dat al eerder gemeld.
Ondertussen heeft zij twee kanonnen geplaatst in de personen van Ernst Kuipers en Robbert Dijkgraaf. Beiden zijn zestigers. Op de arbeidsmarkt geld je dan als uitgerangeerd, op en versleten. Maar daarover later meer. Ik vind het mooie nominaties en prima mensen. Maar ik vrees dat die ‘kanonnen’ – mits Kaag niet al binnen een jaar aan die stekker gaat trekken – snel zullen staan te verroesten. Het politieke bedrijf vergt een andere mentaliteit dan waar Kuipers en Dijkgraaf voor staan. Maar als het echt tot een verandering in die zo veelbesproken bestuurscultuur komt, dan zijn zij bij uitstek geschikt. Met Rutte als baas is dat onmogelijk.
Heb hier ook al eerder opgemerkt, dat het wachten is op een vernieuwde PvdA. Want Kaag kan het niet alleen. Vorig jaar heeft Lilianne Ploumen (ach gut) bewezen vooral onderdeel van het probleem te zijn, in plaats van de oplossing. Schurkt zich tot vervelens toe aan tegen een electorale concurrent in de persoon van Jesse Klaver. Een teken van zwakte par excellence. Geef die dame een burgemeesterspositie binnen een leuke Limburgse gemeente als Heerlen, Sittard, Maastricht, of desnoods Venlo of Roermond. En – in godsnaam, ik herhaal het hier en nu – maak ruimte voor Ahmed Aboutaleb. Hij is werkelijk de enige die Mark Rutte electoraal en communicatief kan verslaan. Pas dán zal er ruimte komen voor nieuw beleid, en ga ik weer braaf met mijn formulier ter stembus. Maar oh jee, wie wordt dan de nieuwe burgemeester van mijn geliefde Rotterdam? Toch niet Hugo de Jonge, zo mag ik hopen. Maar wat het zwaarst is, moet het zwaarste wegen.
De volledige sociaal-economische driehoek wordt bezet door vrouwen. Het FD maakte daar een expliciet bericht over. Eigenlijk is dat raar, zo’n bericht. Want wie hoorde je voorheen over het feit dat het bijna altijd witte mannen waren? Man, vrouw, iets er tussenin of ‘in transitie’, het maakt mij niet uit. Kwaliteit telt. Maar het klopt wel dat dit kabinet erg zijn best heeft gedaan om “een politiek-correcte afspiegeling van de samenleving” te zijn. Maar dan mis ik wel een neger, of twee.
Over kwaliteit gesproken. Hoe is het mogelijk dat iemand die opleidingstechnisch het verschil tussen debet en credit niet weet, wél als minister van Financiën aan de slag gaat? En dat een figuur die niet is geboren voor de diplomatie, minister van Buitenlandse Zaken wordt? Het past naadloos in het tijdsbeeld waaraan ik mijn drie vorige blogs heb gewijd. Het bezorgt me dus slechts een glimlach. Ook omdat het allemaal maar (zeer) tijdelijk zal blijken te zijn. In andere woorden: het dondert niet.
Dan is er nog de nieuwe minister van Justitie en Veiligheid, Dilan Yeşilgöz (VVD). Velen vallen er over dat zij geen juridische achtergrond heeft. Ik vind dat geen probleem, maar juist een voordeel op dit ministerie. Kijkend naar de mega-brokkenpiloten die deze portefeuille eerder hebben gerund – Ivo Opstelten, Ard van der Steur, Ferdinand Grapperhaus; stuk voor stuk juristen – kan het alleen maar beter gaan. Frisse blik, weg van de dogma’s. Yeşilgöz krijgt van mij – nogmaals, zo lang als het duurt. De VVD is ook al bezig in de blessuretijd – het voordeel van de twijfel. Waar ik me wel wat zorgen over maak in deze functie, zijn haar tattoos. Mensen buiten de topsportwereld met tattoos hebben een psychologisch probleem. Daar is wat aan de hand, in de zin van “hallo, ik besta en ik vind wat”. Dat je dat communiceert via je huid is een teken aan de wand. Een beetje vergelijkbaar met de schoenen, en de manchetknopen, van De Jonge. Dat is overigens pure ijdelheid, en we weten inmiddels waar dat toe heeft geleid. Een tattoo gaat verder dan een paar schoenen.