HIROSHIMA

Het was een mooi gebaar. Met haar vlakke hand maakte ze een langzame, horizontale beweging, terwijl ze de naam van haar geliefde woonplaats uitsprak: “Hiroshima”. Zo spreek je het dus uit, Hiroshima, zonder op enige lettergreep de klemtoon te leggen. Net zo vlak als haar hand. Bijna betekenisloos, onzijdig, zacht en rustig.

De geschiedenis van deze stad vertelt natuurlijk een heel ander verhaal. Eenmaal aangeland in die havenstad voel je die op je hart drukken. Toen had ik er al een stukje Japan op zitten. Genoeg om de eerste gevoelens van liefde te herkennen. Maar daarover een volgende keer.

Wereldmonument. Schuin boven dit gebouw kwam de atoombom op Hiroshima tot ontploffing. En het staat er nog altijd. Bijna fier overeind, ooit de ‘Hiroshima Commercial Exhibition Hall’. Wonderen bestaan.

Ik moest me beheersen om geen excuses aan te bieden aan deze Japanse. Vriendelijk en behulpzaam als iedereen daar. Voor wat ‘we’ hun hebben aangedaan. Maar dat is natuurlijk onzin, excuses. After all those years, zonder enige betrokkenheid van mij of iemand van mijn familie. Het was een actie van de geallieerde mogendheden. Ik zie Winston Churchill, Franklin Roosevelt (en later Harry Truman) plus Jozef Stalin aan die tafels zitten, in wat nu vaak tot de meest historische hotels ter wereld behoren. Zij zouden het wel gaan regelen, het eind van de oorlog.

Japan kreeg nog een laatste kans om die bom te ontlopen. Volledige overgave én het opgeven van het keizerlijk gezag. Dat eerste wilden ze best, maar de keizer is goddelijk en die moest blijven. Dus die bom viel. De oorlog daar is dan weliswaar afgelopen, maar de keizerlijke familie zit er nog steeds, onafgebroken.

De paar uur die ik in het Vredesmuseum van Hiroshima heb doorgebracht, hebben mij eerder bevestigd in de onvermijdelijkheid der dingen vanwege menselijk gedrag, dan dat dit bezoek mij veel nieuwe inzichten heeft opgeleverd.

Ja, ik moest in dat semi-verduisterde museum wel even denken aan hoe de wereldgeschiedenis zou zijn verlopen als de keizer toen wél zou zijn opgegeven. Was die bom dan inderdaad niet afgeworpen? Ik geloof daar niets van. Het draaide en draait om zoveel meer. Macht, overheersing, status en onderaan de streep – hoe platgeslagen kan het zijn, mijn god – het dikke ik.

Op een dag als vandaag mag je je extra afvragen waar de wereld met al die oorlogen en welbewust veroorzaakte ellende toch in vredesnaam mee bezig is. Je leest weer over (groot-)ouders die niet weten hoe ze oorlog aan hun (klein-)kinderen moeten uitleggen. “Waarom doen mensen dit?” En het houdt maar niet op. Niet alleen in dat belangrijke Vredesmuseum, maar in ieder ander museum of tentoonstelling dat of die ik op deze reis door het Verre Oosten heb bezocht, gaat het op z’n minst voor een deel om oorlog en vrede, veldslagen en verzet, onderdrukking, vlucht, wapens en het mateloos koeioneren van mensen. Toto Riina, capo dei capi binnen de Cosa Nostra, vond het waar nodig dodelijk uitoefenen van macht bevredigender dan seks. Zo waren, zijn en blijven er meerdere Toto’s, ook op het politieke wereldtoneel. Die mensen zijn er sinds Kaïn en Abel altijd al geweest en zullen ook altijd weer opduiken. Het hoort bij de soort. Misschien is het onder ogen zien daarvan en het op een rustig moment als zodanig uitleggen aan je kinderen als ze daar klaar voor zijn, een antwoord op de vraag die je vandaag stelt.

Overlevers. Net als dat gebouw hierboven. Kijk naar de littekens van de atoomboom bij de vader. Hij dacht nooit meer kinderen te kunnen krijgen, en toen gebeurde het wonder. Die lach neem ik voor altijd mee.

Wat vind je eigenlijk zelf?

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.