‘MIJN GELIEFDE ANTWERPEN’

Aan de stad Antwerpen bewaar ik de beste herinneringen. Eigenlijk moet ik zeggen “we”, want het was samen met Milia absoluut de stad voor een dagje weg. Van eind tachtiger jaren in de vorige eeuw, toen samen met de kinderen, tot in 2019 bezochten we toch wel zo’n drie tot vier keer per jaar die stad. Even rekenen, dat is dus grofweg vaker dan 100 keer. Ik schrik nu van dat aantal, maar terugkijkend zal dat cijfer toch wel kloppen. Milia hield, en ik houd van tradities.

Weergaloos winkelen, iets van stijl en niveau, hoogstaand dineren in een toegankelijke setting, aansluitend naar de bioscoop voor een topfilm en ter afronding soms nog ergens een kop koffie of zelfs een kleine pizza. Het was een feestje. Zo’n dag ademde kwaliteit; ik vond het een buitengewone ontspanning. Iedere keer weer. De eerste keer na Milia was met mijn oudste kleindochter, rond de kerst van 2019. Samen een dagje uit. Met overal die prachtige, sfeervolle verlichting. We bezochten hetzelfde restaurant als altijd, mijn Antwerpse ‘huisrestaurant’ en we gingen ook naar de film. Natuurlijk. Het was opnieuw een feestje, alhoewel ik mij meer dan eens moest vermannen om niet te vervallen in melancholie. Ik heb me even laten gaan, terugkomend van het toilet en op de verdieping uitkijkend over die zo fraai verlichte Wapper, hartje-stad.

Maar toen ik de trap afliep en naar ons tafeltje keek, zag ik daar een stralend meisje zitten, zich verheugend op de spaghetti bolognese die ze had besteld. Ze had het sowieso erg naar haar zin, samen met opa. Kort daarvoor waren we de hele middag winkel in en winkel uit geweest, het kind houdt wel van shoppen. Ik denk dat we zo’n twintig winkels hebben bezocht, mode en schoenen. Maar ze wilde op het eind zeer beslist terug naar de eerste zaak waar we naar binnen waren gegaan om daar iets te kopen: de officiële Levi’s store op de Meir. Daar had ze een mooie, oversized trui gespot met over de hele voorkant LEVI’S. Ze heeft hem nog steeds. Toen ik zei dat dat natuurlijk goed was en ze zag op de terugweg, links in de verte die winkel weer, zette ze het op een rennen. Daar ging ze, dwars door drommen van mensen en met haar opa op een sukkeldrafje daar achteraan. Ik zag nog net haar rug toen ze de trap op vloog naar de dames- en kinderafdeling.

Sinds die keer heb ik de stad, in dezelfde traditie – het is een ritueel geworden – nog vier keer bezocht. Dus van eenmaal per kwartaal was ik al naar eenmaal per jaar afgedaald. Maar de laatste keer, afgelopen vrijdag, was meteen ook de laatste keer. Waar Milia het altijd had, ook als we op doorreis langs die stad reden, over haar geliefde Antwerpen, is het mijn Antwerpen niet meer. Ja, ik houd van tradities, maar niets is meer heilig. Deze laatste keer was trouwens samen met mijn oudste dochter: shoppen, dineren, filmpje. Hoezo een ritueel?

INNO is een zogenaamde department store. Vaste prik sinds het prille begin, dus eind tachtiger jaren. Toen ik zojuist even heb opgezocht hoe ik die naam correct spel, kwam ik een paar actuele, kritische reviews tegen waarvan ik je deze niet wil onthouden:

“Vandaag met vriendin naar Innovation geweest, we wilden ieder een lipstick van Clinique kopen. We vroegen aan een verkoopster die op haar gsm bezig was ons te helpen, maar dat was niet haar stand. Toen andere dingen bekeken, terug naar lipstick Clinique. Weer niemand aan afdeling, de dame die ervoor ons niet wou helpen, was nog steeds op gsm bezig en deed of ze ons niet hoorde.”

Het past naadloos bij onze ervaring. Ook wij moesten braaf (af-)wachten totdat er iemand bereid was naar de kassa te komen om de aankoop, een verjaardagscadeautje voor mijn dochter, af te rekenen. Toch was het akelig stil, in dat hele warenhuis, op alle afdelingen.

In het restaurant, we hebben het over The Bistro, voor ons ‘since 1988’, vertelde ik bij het opgeven van onze bestelling dat dat al langer dan dertig jaar de Steak Borsalino is, medium rare. De serveerster reageerde niet op die opmerking, op geen enkele manier. Ik voegde er opgewekt aan toe dat we wel trek hadden, en dat we ook wel houden van tradities, en hier dus al sinds de tachtiger jaren van de vorige eeuw over de vloer komen. Voor diezelfde Steak Borsalino, medium rare. Nul respons. Het dinertje werd mechanisch afgewerkt door het personeel.

Eenmaal in de bioscoop (‘One Life’, met een briljante Anthony Hopkins) waren we deze vrijdagavond met drie andere mensen de enige bezoekers. De servicebalies waren onverlicht gesloten. Het leek meer op een begrafenis waar we tot de vroege gasten behoorden, in plaats van een avondje uit.

Dat is Antwerpen. Anno 2024. Die periode van 1988 tot 2019 komt nooit meer terug. En dat is om veel verschillende redenen verschrikkelijk.

Preview in new tab

Wat vind je eigenlijk zelf?

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.