Van babyboomers tot Generatie Y, of Z, of XYZ. Er doen nogal wat begrippen de ronde. “Patatgeneratie”, ook een mooie. Die laatste is, voor zover ik weet, van Leo Beenhakker. Waar is Don Leo toch gebleven? Baantje bij Sparta, maar ik bedoel in de publiciteit. Daar was hij heel goed in, een communicator pur sang. Dat mooie zuchten, diep en zelfs een beetje sissend ademhalen door zijn neus, bij alweer een nieuwe vraag die hij ter plekke moest beantwoorden voor een groot gezelschap van journalisten uit de internationale sportwereld. Sigaartje tussen de vingers en een matje in zijn nek. Leo groeide, en kon dan heel mooi schitteren. Charmante kerel. Uitstraling. Rotterdamse doener van niet zeuren, en gewoon de bal naar iemand met dezelfde kleur spelen. Meer vroeg hij niet, zei hij steeds. “Heb je even…”, was ook altijd een mooi antwoord als hem bijvoorbeeld werd gevraagd waarom Feyenoord zo weinig doelpunten maakte.
Ik mis hem, want ik kom Leo niet meer tegen in de media. Gek genoeg. Datzelfde geldt voor een topjournaliste als Clairy Polak. “Te oud.” Zal ook wel voor Leo gelden. Mensen worden onbarmhartig afgeserveerd op leeftijd, ik weet dat als weinig anderen. Kan er professioneel over meepraten. In die zin is Paul Witteman in het medialandschap (nog) een witte raaf, terwijl ik juist hem “oud” vind. Mis te vaak de scherpte en vastberadenheid die hem heeft gemaakt tot wat hij is. Paul Witteman drijft uit op zijn naam.
Via Rotterdam en Hilversum kom ik gezien het onderwerp vanzelf weer uit in Valkenswaard en omgeving. Letterlijk dicht bij huis, anno 2015, en daarom extra goed te volgen. Een tweetal Chinese restaurants. Ook daar wordt oud door jong vervangen. De nieuwe generatie.
De ene Chinees is door mij altijd gekenschetst als “de beste van de wereld”. Ik was er bijna twintig jaar vaste gast. Je kon er met een gerust hart vrienden en Relaties mee naar toe nemen. Zo heb ik daar de kinderen van het ondernemersechtpaar zien opgroeien. Moeder “voor”, dicht bij de gasten, en vader “achter”, dus in de keuken, samen met altijd wisselende koks uit diverse gebieden van het Verre Oosten zodat de gerechten ook vaak een andere “twist” meekregen.
De beide kinderen zaten dan spelletjes te doen, en later hun huiswerk aan de familietafel, centraal maar toch discreet opgesteld in de zaak. Hun moeder regelde alles tot in de perfectie. Er werd geïnvesteerd, dat merk je ook aan kleine dingen. Witte suiker werd kandij, een lullige tafeldecoratie werd vervangen door een stemmig kaarsenspel. Altijd zag je wel weer zo’n “upgrade”.
Maar ook ondernemers worden (soms) moe. Dat was hier duidelijk het geval. Moeder had er na al die jaren geen zin meer in. Een enkele keer spraken we daar ook wel eens over, maar niet al te openhartig. Aziaten. Zo werd het minder leuk, en kwam ik er ook steeds minder vaak. Maar een enkele keer wilde ik nog wel eens die hele speciale loempia en dat bijzondere kipgerecht, stijf van de knoflook, met Chinese bami.
De laatste keer, en dat was ook met recht de laatste keer, werd ik tot mijn verrassing bediend door haar zoon. Nou ja, “bediend”, hij vroeg wat ik wilde hebben en zette veel te lang daarna de boel onhandig op een halfopgedekte tafel. Moeder was er niet, zei hij. Het leuke manneke van ooit was een grote, en wat te dikke vent geworden. Op sneakers, met een gewoon overhemd over zijn spijkerbroek.
Het eerste dat ik tegenkwam in mijn loempia was een grote, dikke haar. En van een twist in mijn kipgerecht was geen sprake. De koffie werd geserveerd met een potje witte suiker ernaast. Het was er tot besluit nog ongezellig ook, met alleen drie rijen verderop één tafeltje bezet. Slechts de achtergrondmuziek was nog altijd hetzelfde.
De volgende keer passeert die andere Chinees even de revue. Plus de voordelen van de nieuwe generatie, want natuurlijk is niet altijd alles “slecht”. Maar vaak wel “anders”, laten we het daar vooralsnog maar even op houden.

Een reactie op “‘DE NIEUWE GENERATIE’ I”