Het komt niet zo vaak voor, dat ik qua geluid van mijn televisie een thuisbioscoop maak. Afgelopen donderdagavond was dit jaar de eerste keer. Dan moet er dus iets bijzonders aan de hand zijn. Nou, dat was het geval. De registratie op NPO 1 (Omroep MAX) van het afscheidsconcert van Rob de Nijs. Nog eenmaal heeft hij opgetreden, deze zomer in de Ziggo Dome. Live, het leek me wel iets om even voor te gaan zitten. De laatste keer, altijd intrigerend. Iets wat je wilt meemaken. In dit geval dus op (veilige) afstand. Nee, ik zou er geen kaartjes voor kopen, dat begrijp je als je wat verder leest. Maar die muziek, en vooral de teksten van al die bekende nummers waarmee je bij wijze van spreken bent opgegroeid, daar wilde ik nog wel even in volle glorie van gaan genieten.
Aan de ene kant viel het wat tegen. Ik ben geen uitgesproken fan van De Nijs, maar aan de andere kant roept hij – net als de oude Hazes – voldoende emoties op. Zangers, of beter gezegd performers waarvoor je in de stemming moet zijn. En dat was ik, deze donderdagavond. Glaasje rode wijn van bij het eten onder handbereik. Dus open, die volumeknop. Ik had kennelijk zo weinig voorinformatie, dat ik een beetje schrok van de rolstoel waarmee hij door zijn derde vrouw het podium werd opgereden. Huh, staat hij daar straks uit op om de microfoon te grijpen? Nee, de man bleef er in zitten, en liet die microfoon door helpers goed installeren. Het spijt me, maar ik moet een beetje denken aan Koos Alberts, ook al in een rolstoel. Maar hij met een dwarslaesie. Ook dát (laatste?) optreden heb ik op tv gezien, met een Alberts die voortdurend de zaal inriep dat hij het zo gezellig vond, “hè mensen…”.
De Nijs lijdt echt heel erg aan de ziekte van Parkinson. Dapper om dan nog in een uitverkochte Ziggo Dome, met meer dan 15.000 mensen, te gaan optreden. Maar ook mooi, een echt afscheid. En waar zijn eerste nummer af en toe nog vals klonk, wat voor mij bijdroeg aan mijn gevoel van “moet je dit nog wel willen doen?”, hoe pathetisch kan zoiets zijn, werd het in de loop van het anderhalf uur durende optreden steeds beter. Collega’s als Claudia de Breij, Trijntje Oosterhuis en Danny Vera losten hem slim af. En de band die dit alles begeleidde, is absolute top. So far, so good.
Maar waar de titel van dit stukje op slaat, is zijn publiek. Dat was geweldig. Vooral om te zien. Als iemand mij vooraf zou hebben gevraagd om die dikke vijftienduizend nou eens te beschrijven, dan zou ik helemaal goed hebben gezeten. Er was niet iemand die dat vroeg, maar ik stelde mijzelf die vraag. Dat was voor mij ook een trigger om te gaan kijken en luisteren. En rij voor rij, schitterend in beeld gebracht door de regie, zat ik helemaal goed. Het klopte voor 100%. Setting, kleding, veel vrouwen met de (zonne-)brillen op hun hoofd, bijna allemaal met lange haren, veel met de bekende kettingen en armbanden. Plus de nodige tattoos bij vooral het manvolk. De leeftijd van die groep is al net zo uniform. Hoe ze kijken, hoe ze een traantje wegpinken, hoe ze bewegen, hoe en wanneer ze meezingen en hoe ze af en toe meedeinen en doen. Met die ongelukkige mobieltjes tussen alle bedrijvigheid door nog opnamen proberen te maken, met hun hoofd wat omhoog vanwege het leesvenster in de bril.
Nee, alle respect. Ik wil nergens de draak mee steken. Als mensen mij komende zomer misschien spotten op North Sea Jazz in mijn geliefde Rotterdam, dan zouden ze iets vergelijkbaars kunnen opmerken, denk ik. Iedere artiest, met zijn of haar bijbehorende performance, trekt zoals dat heet een eigen publiek. Dat geldt, inmiddels dus gold, zeker ook voor deze Rob de Nijs. Ik was nooit, en ben nog altijd niet één van hen. Maar het is niet alleen leuk, maar ook mooi en fantastisch bevestigend om dat weer eens mee te maken. Zo’n laatste keer.
Wat je er verder ook van zou kunnen zeggen, het is in ieder geval zeer authentiek. En heel erg Hollands. Al die fans zijn zichzelf, en dat vieren ze. Met elkaar, tegen elkaars schouders, fysiek.
Dat brengt me tot besluit naar een heel andere arena, die voetbalstadions in Qatar. Zondag de finale. Daarna moet ik afkicken. Maar als we het toch over ‘authenticiteit’ hebben, dan verdenk ik daar de lokale regie ervan om niet slechts de gemiddelde voetbalsupporter in beeld te hebben gebracht, met zijn trommel, zijn petje en zijn toeter, maar dat er modellen, natuurlijk vrouwelijk, zijn gecast om net wat vaker – close up – te laten zien. Zo hebben veel landen zogenaamde vertegenwoordigers op de tribunes gehad, geheel in de stijl en alle kleuren van het desbetreffende land. Maar die dames zijn net wat te mooi, te perfect qua vorm en uitmonstering. Volledig uitgebalanceerd, op ieder gebied. Altijd binnen dezelfde leeftijd van 20, 30 jaar. Met een make up die te geraffineerd is om die ’s ochtends in de badkamer van je hotel zelf even aan te brengen. Die komen uit een studio. En dat in/voor/namens een land als Qatar. Dat heet marketing. Wereldwijde promotie.
Maar het publiek van Rob de Nijs is, net als hun grote held, helemaal echt.
Zo kwamen alle bekende nummers voorbij, van Jan Klaassen tot Malle Babbe. Maar ik vind Foto Van Vroeger toch nog altijd de mooiste. Omdat het me raakt. Toen was mijn glas wijn al leeg.
Bedankt voor de tip en je recensie. Heb er vanmiddag toch wel even van genoten.
Groet uit Volkel!
LikeGeliked door 1 persoon